Of ik er wel of geen spijt van zal krijgen komt pas de komende weken vast te staan, maar terug kan ik niet meer. Ondanks het feit dat een enkele collega zeer sceptisch keek en een beetje tegen begon te sputteren over 56K6 modems, internet via de casema, asynchrone turbo-modems, surfen via de satelliet en meer van dat soort werk heb ik de afgelopen week de knoop doorgehakt.
Ik heb mezelf het zoveelste dure cadeau in een nooit eindigende rat-race op weg naar de wellicht nooit haalbare digitale zaligheid gegeven: ISDN. Twee jaar geleden zat ik er al aan te denken, maar vond ik het nog veel te duur, en een jaar geleden hoorde ik alleen maar van ellende met drivers en kaarten die van alles wilden behalve een fatsoenlijke verbinding op gang brengen.
Nu het gedonder een beetje weggeëbt schijnt te zijn en de prijzen van de hardware op een aanvaardbaar niveau gekomen zijn ben ik maar ‘ins blaue hinein’ gesprongen, mijn vingers kruisend dat ik niet in een zwart gat in cyberspace gedoken blijk te zijn.
De formulieren zijn ingevuld, de handtekeningen gezet, en nou maar hopen dat ik daarmee mijn ziel niet aan de zoveelste digitale duivel verkocht heb. Als alles goed gaat komt er een dezer dagen een monteur een klein kastje aan de muur schroeven. De service-desk van NLnet heeft me in een de papierwinkel begeleidend schrijven beloofd een dag eerder de benodigde hardware te zullen komen bezorgen in de vorm van een Omni TA128 van Zyxel Communications.
Verder moet ik, als ik het goed gelezen heb, allemaal verder zelf uitzoeken. Die monteur knoopt een paar draden aan elkaar in het kastje naast de gasmeter en de rest van huize Krijnen schijnt voor hem taboe te zijn. Vanaf dat moment ben ik weliswaar volledig digitaal bij de tijd, maar, totdat ik die Zyxel aan de gang gekregen heb, net zo drastisch van de digitale buitenwereld afgesloten.
Gisteren ben ik al ruim anderhalf uur bezig geweest met het lezen van een hele lang FAQ (frequently asked questions) waarna een en ander een beetje begon te dagen. Daarna heb ik voor de zekerheid vijftien A-viertjes geprint waarin vier uiteenlopende manieren beschreven worden om Windows 95 die Zyxel te laten herkennen en vervolgens hoe een nieuwe externe verbinding met NLnet via ISDN aan de gang te krijgen.
Net zoals een klein kind op 6 december ‘s nachts om vier uur al wakker ligt in het vooruitzicht van minstens één gevulde schoen ben ik gisteren tussen de middag nog even naar huis gereden om te kijken of er al een nieuwe brief met het groene logo van NLnet op de mat lag, maar helaas.
Ik hoop dat ik volgende week iets positiefs over dat Intergrated Systems Digital Network te melden valt. Ik wel nou zelf wel eens zien hoe die pagina’s binnen vliegen met een snelheid van 64 kilobit per seconde, pak ‘m beet een keer of zestien zo snel als waar ik het nu mee moet doen.
Live audio, streaming video, ik ben benieuwd hoe dat allemaal uit gaat pakken. Ik zit dit in een vrolijke bui te schrijven want een mens wil het liefst in zijn keuzes bevestigd worden en daarin ben ik gisteren tweemaal op mijn wenken bediend. Om te beginnen kwam ik een andere collega tegen die een jaar geleden nogal wat hobbels en bobbels heeft moeten nemen voordat hij zijn ISDN-verbinding op orde had. Hij zoekt nu nog iemand die zijn scanner fatsoenlijk aan het scannen krijgt maar over ISDN niets dan lof.
Daarna kwam ik, al surfend op het zoekwoord ISDN, bij een Amerikaanse site terecht die nog geen week geleden de producten van een een aantal ISDN-boeren aan een test onderwierp en drie maal raden wat er als best buy uit de bus kwam. Juist: de Omni TA128 van Zyxel. Yes! Van zoiets wordt zelfs deze geboren scepticus vrolijk. Wie er nu ook nieuwsgierig naar begint te worden neemt maar eens een kijkje op de ISDN-site van NLnet waar een en ander uitvoerig beschreven is en waar u ook een groot aantal links naar allerlei sites vol met informatie over ISDN vindt.
Iets minder vrolijk werd ik toen ik vervolgens een blik wierp op het Amerikaanse Cnet, voor wie een beetje bij wil blijven over alles waar het op internet om gaat, dagelijks verplichte kost. Há, een mooi nieuw item getiteld ‘de geheimen van de web-masters‘.
Stukkies over jonge talenten die hemels mooie sites maken en natuurlijk links naar hun masterpieces. Begin je net te denken dat je de beginselen van HTML, java-scripts, graphics, frames en tabellen een beetje onder de knie begint te krijgen, krijg je dát allemaal op je bordje. Damn… Hoe krijgen ze dát allemaal voor elkaar?
De allermooiste vond ik de site van Fischer West, een jonge Australiër en als u die digitale natte droom bekijkt snapt u wel waarom hij er een prijs van 10.000 dollar voor gevangen heeft. Maar ook Michael French, Mignon Khargie, Josh Feldman, Annete Loudon, Simon Smith en Yoshi Sodeoka laten zien hoe je gebruik kunt maken van allerlei nieuwe mogelijkheden van HTML zonder te vervallen in laag bij de grondse orgieën van geluid en bewegend gebral.
Deze webmasters zijn allemaal opgeleid als grafisch ontwerper die daarna pas zijn gaan kijken wat de mogelijkheden van de nieuwe media zijn. Het is op het net nog veel te vaak een kwestie van precies andersom: whizz-kids die kunnen toveren met code, en die in die zin ook professionals zijn, maar in een hele andere discipline. Waarbij het natuurlijk ook tot zeer bevredigende resultaten kan leiden als een graphicus die nog nooit een toetsenbord beroerd heeft, met penseel en olieverf op linnen een site ontwerpt, die vervolgens door een HTML-artiest digitaal uitgewerkt wordt.
Zoals zovelen heb ik misschien ook te vaak de neiging om me op Amerikaanse voorbeelden te richten, terwijl er ook in Nederland knappe stukjes werk verricht worden. Peter Kentie heb ik hier al een paar genoemd als een van de voormannen in Nederland, en zijn kunsten zijn nu ook tot in Amerika doorgedrongen. De Eindhovense ontwerper en internet-specialist heeft met zijn boek Webdesign & HTML in de Praktijk een belangrijke prijs in de wacht gesleept: een hoofdprijs in de Power of Design Competition 1997 van de Adobe.
“Veel professionals van het eerste uur schrijven de codes van HTML nog rechtstreeks in het scherm”, aldus Peter Kentie de afgelopen week in een gesprek met Harrie Verrijt van het Eindhovens Dagblad, “maar dat wordt steeds moeilijker. De kracht van mijn boek is dat ik de taal beschrijf vanuit de redenering van een vormgever en niet van een techneut. In mijn boek zet ik dan ook bij ieder voorbeeld van HTML-taal een kleurenafbeelding van het resultaat. Ik geloof dat deze illustraties de doorslag hebben gegeven bij de beoordeling door de jury.”
Het boek loopt volgens de Eindhovenaar goed. In het Nederlands zijn twee edities van 5.000 exemplaren nagenoeg uitverkocht en ook de Engelse versie met een oplage van 12.000 is bijna op. In augustus verschijnt een nieuwe druk in beide talen. “De ontwikkelingen gaan zo ontzettend snel dat je iedere druk flink moet aanpassen. Het nieuwe boek in augustus heeft ook weer een hele grote aanvulling”, zegt Kentie. Het boek is ook in het Duits en in het Koreaans uitgegeven en een Japanse versie is in de maak.
Kentie heeft zijn eigen web-site gecombineerd met zijn boek. “De voorbeelden die in mijn boek staan, zijn via internet op te roepen. Met het boek kan iedereen meteen aan de slag en via mijn website kan het huiswerk gemaakt worden. Bovendien beantwoord ik dagelijks diverse vragen die ik in mijn mailbox vind. Deze week nog van een ontwerpschool in Pasadena in California die klassikaal met mijn boek werkt.”
Het boek is uitgegeven door Addison Wesley Longman Nederland en kost hier f 119,95. De volgende uitsmijter zal mij opnieuw niet in dank worden afgenomen door de verenigde Nederlandse boekhandelaren, maar het is niet anders. Als u het via Amazon Books vanuit Amerika laat komen en een maand of wat geduld heeft wordt het voor 32 dollar via de post bij u thuis bezorgd: bij de huidige hoge dollarkoers f 67,50. Tel uit uw winst, dankzij de zegeningen van internet…..