Terwijl hij zich afvraagt waar dat tot vreugdeuitbarstingen zal leiden, thuis of op de krant, weet deze jongen één ding zeker: hij gaat voortaan veel meer thuis werken. Want waar hij op de krant alles via een 33K6-modem op en neer moet pompen van intern netwerk naar externe webserver, werkt zijn nieuwste speeltje thuis: een ISDN-2 aansluiting. Hoe, zegt u? Als de brandweer! Even lekker jennen tegen alle middeleeuwers met een modem die ik in één klap achter me heb gelaten. ISDN, dát wérkt! Of zal dat gevoel ook maar tijdelijk blijken te zijn
wee jaar geleden was ik op Flushing Meadows niet weg te slaan van een PC die IBM daar als reclamezuil in het perscentrum gezet had. Dat ding, uiteraard onder het mooie besturingssysteem OS/2 Warp, waarmee ik daarna nog een tijdje gevreeën heb, hing met een T-1-verbinding rechtstreeks aan een backbone en dat moet derhalve nog een stuk sneller geweest zijn. Maar omdat twee jaar al weer lang geleden is, ben ik al lang vergeten hoe snel en het enige wat ik nu nog wil weten is dat het nu thuis bliksems snel gaat. Al was het maar omdat, zoals iedere amateur-zieleknijper weet, een mens nou eenmaal niets liever wil dan zich bevestigd zien in al zijn keuzes.
Luister, modemers. Als de ISDN-hardware eenmaal op je PC geïnstalleerd is, en daarover hierna wat meer, en als het TCP/IP protocol geconfigureerd is, daarna dus, is er een en ander ten goede veranderd. Niet meer de vertrouwde pulsjes waarmee het modem het nummer draait, niet meer het schrille geschreeuw van de handshake, niet meer dertig of meer seconden wachten tot het winsock-protocol is afgewerkt. Waarna een venster meldt dat er op 14K4, 28K8 of 33K6 een verbinding tot stand gebracht is.
Nu click ik het ISDN-icoontje aan, waarna er even een groen lichtje aanflitst op de Zyxel TA128, een op een modem gelijkend kastje, dat naast de monitor staat. Twee tot drie seconden later meldt Windows 95 dat NLnet er aan hangt, op 64000 kilobit per seconde. Daarna is het ophalen van pagina’s een genot. Natuurlijk loop je af en toe tegen een opstopping op, ergens op de digitale snelweg, en dan maakt het niet uit of je wel of geen ISDN hebt, want wachten is wachten. Maar op de momenten dat-ie loopt, dan loopt-ie hard ook. Omdat ik nog maar weinig tijd gehad heb om er echt mee te spelen kan ik nog niet veel vertellen over hoe streaming de audio en video verlopen, maar dat vogel ik nog wel uit en dan hoort u het wel.
Goed, de installatie. Ik heb er voor de gein nog eens even ISDN for Dummies op nageslagen, dat ik, zo te zien, in augustus of september 1995 gekocht moet hebben. Na het lezen van dat boek moet ik destijds besloten hebben om nog maar een jaar of wat te wachten met het aanschaffen van ISDN. Enerzijds omdat het toen kennelijk nog een hele toer was om het spul aan de praat te krijgen, anderzijds omdat toen zowel hardware als lijnkosten minstens of meer dan het dubbele van nu bedroegen. Bovendien moest je bij de gemiddelde ISDN-adaptor van duizend tot twaalfhonderd gulden, die toen op de markt was, minstens één digitaal ISDN-telefoontoestel aanschaffen, en de goedkoopste waren ongeveer vijfhonderd gulden.
Het boek stond vol aansluitschema’s; hoe welke draadjes aan elkaar te knopen en zo, en als je er niet uitkwam kon je terugvallen op allerlei internet-adressen en nieuwsgroepen voor nieuwe drivers en geestelijke bijstand.
Dat is nu allemaal niet meer nodig, al heb ik ook de laatste maanden vanuit mijn kennissenkring af en toe nog wel van de nodige installatie-problemen gehoord. Daar heb ik dus geen last van gehad, al ging het niet in één keer goed.
Want de installatie-handleiding van NLnet, eerst die van het apparaat zelf, en daarna die van de nieuwe externe verbinding waarmee ik onder Windows 95 de boel met elkaar in vrede samen moest laten proberen te werken, ziet één ding over het hoofd. Ik wilde mijn oude 28K8 interne modem op zijn plaats laten zitten omdat ik via ISDN de meeste bulletin-boards nog niet kan benaderen. En omdat een stukkie tekst voor de krant van morgen ook nog steeds naar een soort bulletin-board gestuurd moet worden in plaats van gewoon per e-mail. Uit de tijd, dat weet ik ook wel, en het zal wel eens veranderen, maar nu is het nog niet anders.
Ik had het kunnen weten, maar ik was het vergeten, en pas na een telefoontje naar de help-desk ging mij weer een lampje branden: com-poort 2 (ISDN-ding) en com-poort 4 (intern modem) delen dezelfde IRQ en willen op geen enkele wijze door diezelfde deur. Een oplossing zou kunnen zijn een bus-muis aanschaffen als vervanger van de seriële muis, maar omdat de winkels dicht waren en ik een tamelijk ongeduldig type ben, heb ik de kast maar opengemaakt en het oude trouwe modem eruit getrokken. Hoeveel miljard bytes zou daar doorheen gegaan zijn in 2½ jaar?
Als u dus maar zorgt dat u een vrije com-poort heeft is de installatie een fluitje van een cent. Alles op een rijtje: PTT komt ISDN aansluiten. De installateur schroeft een kastje aan de muur waar de oude telefoonlijn binnenkomt. Daar dient u ook een stopcontact in de buurt te hebben, want het kastje heeft ook 230 volt voeding nodig. De PTT test de verbinding op capaciteit en is dan klaar. Zelf zorgt u intussen dat u de benodigde hardware in huis heeft in de vorm van een interne dan wel externe ISDN-adaptor, hetzij door de PTT geleverd, of door een PTT-dealer (zoals NLnet is), of door een andere erkende leverancier.
De Zyxel TA128 is extern, en ik heb een externe gekozen omdat ik na maandenlang zoveel mogelijk lezen over ISDN, tot de conclusie gekomen ben dat je daarmee de minste kans op gedonder in de glazen hebt. Waarbij ik er meteen aan toevoeg dat wie gelukkig is met een interne ISDN-kaart, dat vooral moet blijven. Ik heb de Zyxel ook gekozen omdat er twee analoge telefoonuitgangen op zitten, waar ik mijn telefoontoestellen in kan prikken, en ik heb inmiddels van iemand vernomen dat het bij hem ook goed gaat bij meerdere toestellen in serie achter elkaar geschakeld.
Ik hoef dus geen digitaal toestel extra te kopen, waardoor ik overigens wel een aantal extra mogelijkheden van ISDN misloop zoals nummerherkenning en enkele andere grappen.
Maar dat kan altijd nog, net zoals ik altijd nog, naar behoefte, vijf extra nummers aan kan vragen op dezelfde lijn.
Overigens heb ik een nieuw telefoonnummer toegekend gekregen, hetgeen niet altijd het geval zal hoeven te zijn, schijnt van de centrale af te hangen. Op het oude nummer, gratis service, laat een voice-mail de komende maanden de nietsvermoedende bellers het nieuwe nummer horen. Goed, met de Zyxel komt een flop, waarop een klein drivertje van een kilobit of acht en dat installeer je even, hoe staat allemaal keurig in de handleiding. Seriele kabel bevestigen, 230 volt adaptor in het stopcontact, en nieuwe externe verbinding installeren aan de hand van het stap-voor-stap voorbeeld van NLnet, een kind kan de was doen. Connecten, en vliegen maar.
De eerste keer dat ik een complete directory met enige tientallen files als test naar mijn virtuele server stuurde, dacht ik dat er iets fout ging.
Een beetje beroepsdeformatief ben ik namelijk gewend om rechts onderin CuteFTP, dat rode voortgangsbalkje, in de gaten te houden en dat deed maar niks, alsof er niks verstuurd werd. Pas na het tingeltje waarmee het programma tien seconden later liet weten dat-ie helemaal klaar was, snapte ik waarom: het uploaden was veel te snel gegaan voor dat balkje, dat het niet bij kan houden.
Downloaden: hetzelfde verhaal. Misschien klopt het niet wat ik nu zeg, want van hardware heb ik niet veel verstand. Vraag me niet hoe snel de communicatie tussen hard-disk, processor en monitor verloopt, dus misschien is het wel inbeelding. Maar het lijkt wel alsof de foto’s die vanaf het web binnenkomen, sneller opgebouwd worden dan vanaf mijn harde schijf.
Geen e-mailtjes graag waarin uitgelegd wordt dat dat flauwekul is: deze jongen is een tevreden mens en wil dat plezier dit weekeinde niet vergald zien. Dank u.