Ik sluit niet uit dat ik een dezer dagen op mijn dode gemak gewoon het wiel opnieuw uit ga vinden. En als ik het voor de eerste keer aan het rollen heb sla ik mezelf waarschijnlijk eens op de schouder en ga ik eens kijken of er misschien nog andere voor de hand liggende voorwerpen, zoals daar bijvoorbeeld zijn mes, lepel en vork, ik noem maar wat, te verzinnen zijn.
Vindt u dat stom? Misschien heeft u wel gelijk, maar ik kan er nou eenmaal niets aan doen. Het zal wel een latent geval van sado-masochisme zijn waardoor ik me geroepen voel om constant dingen uit te vogelen die allang uitgevogeld of voorgebakken zijn.
Het heeft me twee weken gekost om mijn gastenboek zo te laten reageren als ik wilde dat het reageerde en om het er een beetje uit te laten zien zoals ik wilde dat het smoel eruit zag. Helemaal tevreden ben ik nog niet, maar de cosmetische ingrepen die nu nog verricht moeten worden verontrusten me nu niet zo erg meer.
Ik begrijp nu redelijk wel hoe en waarom dat duivelse Perl-script zich gedraagt zoals het zich gedraagt en ik ken nu de juiste modes op mijn virtuele Unix-server uit mijn blote hoofd: chmod 755 voor alles wat er in de cgi-local geparkeerd is en chmod 777 voor het logboek zelf, anders kan er niets in weggeschreven worden. En vooral niet vergeten alles in ascii te uploaden i.p.v. binair en helemaal niet vergeten om daarna nóg een keer die modes opnieuw in te stellen, anders blijft de boel gierend in de soep lopen.
Goed, het voorgaande wilde ik maar een keer gezegd hebben om minstens de indruk te wekken dat ik er een beetje verstand van gekregen heb en verder kunt u het naar believen onthouden of vergeten. Feit is dat ik er dankzij het beheersen van een paar ondanks die geheimtaal simpele kunstgrepen in geslaagd ben om een gastenboek aan de praat te krijgen met een eigen smoel.
“Ik snap niet wat je allemaal moeilijk aan het doen bent,” schreef een van degenen die het gemetsel aan mijn domein op de voet volgt, “ik hoef bij mijn provider alleen maar op een knop te drukken en dan wordt er automatisch een gastenboek voor me aangemaakt.” Ja, amme hoela, dat weet ik ook nog wel, en zo’n serie Quick Tools staat er ook voor me klaar bij TABnet, waar mijn virtuele server gehuisvest is.
Een paar relevante gegevens intikken zoals E-mail-adres en domeinnaam, op een submit-button clicken ét voilà, your guestbook is up and running , is het al net zo geautomatiseerde antwoord. Die aanpak bevalt me niet. Om te beginnen niet omdat ik liever moeilijk doe als het niet makkelijk hoeft, en ten tweede omdat ik een hekel aan uniformiteit heb. Het resultaat is dat alle gastenboeken van eenzelfde provider op één en dezelfde druppel water lijken, met soms alleen een variatie in achtergrondkleur en soms wat lijntjes.
Ik geef toe dat ik bij het aanmaken van het CGI-script en het logboek met behulp van de GuestbookStar van WebGenie ook maar uit enkele mogelijkheden kon kiezen, maar daarna heb je dus wel een eigen script waarmee je naar hartelust kunt experimenteren, zowel met de manier waarop je alles af laat handelen richting eigenlijke logboek als met de vormgeving.
Nu het gastenboek naar behoren loopt, ga ik de komende week voorzichtig verder stoeien met het aanmaken van een paar formulieren met behulp van dat andere stuk software van WebGenie, CGI-Star. De eerste twee knoppen in het linkerframe (meest gestelde vraag de afgelopen week: ‘leuk die kleurtjes, maar wat is de bedoeling?’) werken nu ook, waarmee die vraag beantwoord begint te worden.
Nieuw probleem en daarmee een vraag voor de HTML-wizards: waarom werkt dat onmouseover wél zoals de bedoeling is onder Netscape, maar niet onder Explorer? Onder Netscape zie je keurig de kleurtjes verspringen als de muis in de buurt komt, maar onder Explorer gebeurt er niets. Waarom niet? Het zoveelste Java-script dat onder de een wel werkt, maar onder de ander niets doet. Ben ik nu verplicht, als commitment naar mijn bereidheid mijn site Best Viewed in Any Browser te maken, dat linkerframe, met bloed, zweet en tranen in en elkaar gepeuterd, weer te herschrijven?
Elders op deze pagina in de rubriek Chips and Bytes wordt aangekondigd dat we begin volgende maand met een uitgebreide vergelijking tussen Netscape 4.0 en Explorer 4.0 gaan komen. Ik begin intussen steeds vaker de neiging te krijgen om die hele Explorer voor eens en voor altijd van al mijn systemen te kieperen.
Het is me te vaak hetzelfde liedje: alles wat ik aan nieuwe trucs en grappen uitprobeer werkt keurig onder Netscape, of het nou 3.0 of 4.0 Communicator is. Dan denk ik aan het eind van een dag waarop mijn ogen klein en bijna vierkant zijn geworden, door voorgaande ervaringen bij voorbaat argwanend geworden, ‘hmmmm, nu eens even kijken wat-ie in Explorer doet’. Waarna mijn avond maar al te vaak bedorven is door het resultaat.
Ik sluit daarom niet uit dat ik mijn privé-escapades in de toekomst voor slechts één browser geschikt ga maken en u hoeft niet driemaal te raden welke: daar komt een mooie Netscape-button op te staan. Dat is, zou het hier om dorpspolitiek gaan in plaats van om een website, mijn persoonlijke standpunt.
Ik zeg er maar gelijk bij dat dat niet het standpunt van mijn partij is, en dat De Stem Online zo neutraal mogelijk zal blijven, zo leesbaar mogelijk voor welke browser dan ook. Bidden we intussen maar met zijn allen door dat die browser-boeren zich nou eindelijk eens gaan conformeren aan dezelfde HTML-standaard, zodat die zinloze en volslagen overbodige problemen verleden tijd zijn.
Mijn sportiviteitsgevoel verplicht mij intussen enkele vriendelijke woorden over de PTT te laten horen. Vorige week beschreef ik hoe ik enkele weken tevergeefs had zitten wachten op een aangevraagde ISDN-aansluiting, waarna mij te verstaan werd gegeven dat dat min of meer mijn eigen schuld was omdat ik als gewenste ingangsdatum z.s.m. had ingevuld in plaats van 30/08/97 of zoiets.
Ik mag u nu melden dat ik daarna aangenaam verrast werd door de slagvaardige reactie van de PTT, kennelijk naar aanleiding van die alinea. Maandagmorgen werd ik gebeld dat hetgeen ik beschreven had gewoonte noch bedoeling of manier van doen was, en dat men druk bezig was een en ander uit te zoeken.
Dinsdagmorgen werd een afspraak voor de montage gemaakt, en omdat ik nu ook niet flauw wilde doen omdat ikzelf de benodigde hardware nog niet in mijn bezit had, want die moest immers van NLnet komen, ben ik sinds woensdagmiddag de trotse bezitter van een ISDN-2 aansluiting.
Hoe dat allemaal werkt hoop ik u volgende week mede te kunnen delen. Vanwege het eind van het zomerschema (synoniem voor komkommertijd) ligt de deadline van de internetpagina weer op donderdagmiddag, en het benodigde kastje, de Zyxel TA128, zou pas vrijdagmorgen bezorgd worden.
Maakte me niet uit, want na het bezoek van de twee technici van de PTT die het spul aangesloten en getest hebben, ben ik nu al een gelukkig mens. Of ik misschien nóg zo’n ding wilde hebben?, vroeg een van die twee meneren, met een blik op mijn inmiddels tot redelijke proporties gegroeide verzameling oude zwarte bakelieten telefoontoestellen, waar ik ooit nog eens een vitrine voor moet bouwen.
Bleek dat ze er toevallig net eentje ‘bij een oud vrouwtje’ van de muur getrokken hadden en vervangen door een nieuwerwets geval. ‘En anders gaat-ie toch maar de container in…’. Bij deze, meneer Blom van PTT, die mij met de hand op het hart verzekerd heeft dat PTT altijd zijn best doet om het álle klanten zo snel en zo goed mogelijk naar de zin te maken. Bij deze; het maakt me nu helemaal niets meer uit dat ik een maand lang heb moeten wachten op mijn ISDN. Als ik iedere keer dat ik ergens lang op moet wachten een zwart bakelieten wandtoestel cadeau krijg, dan hoort u deze jongen nooit meer klagen : – )