Weer een jaar voorbij en nog maar vierentwintig maanden de tijd om het millennium-probleem op te lossen. Waarbij ik me afvraag wat er nou werkelijk allemaal gaat gebeuren als het zover is. Bij Unilever beweren ze er een miljard gulden voor uit te moeten trekken, dus daar nemen ze het in ieder geval zeer serieus.
Ik heb lang gedacht dat het millennium-probleem de zoveelste computer-mythe was, uitgevonden door gepensioneerde programmeurs met een dringende behoefte aan beunen. Net zo’n mythe als dat verhaal over de eerste F16 die de evenaar passeerde en toen spontaan op zijn kop zou zijn gaan vliegen door een fout in de software.
Mooi, maar ik geloof er niets van. Aan de andere kant staan me de huiveringwekkende beelden bij van een Airbus die uit zichzelf voor stuntvliegtuig ging spelen terwijl passagiers en bemanning duizend doden stierven. Dat, althans de beelden ervan, heb ik zelf gezien en toen liep het nog goed af, maar ik ben er dus heus wel van overtuigd dat computerfouten desastreuze gevolgen kunnen hebben.
Net als enkele Franse collega’s, sportjournalisten, die ieder jaar op Oudejaarsvond een vlucht van Air France naar Sydney nemen, waar hun tenniseizoen begint. Die vlucht zit nooit voor meer dan een kwart vol, de stewardessen dragen feestmutsen en zingen liedjes, de champagne gaat rond en als het allemaal te veel wordt, heb je vier stoelen voor jezelf.
Maar ook Philippe Bouinn en zijn companen weten nu al dat ze 31 december 1999 voor de zekerheid, maar met spijt in het hart, met die gewoonte zullen breken. Als Air France tenminste zelf al niet besloten heeft om alle vluchten op die datum te schrappen. Om op 1 januari 2000 in alle vroegte maar eens voorzichtig te kijken of de motoren weer willen starten. Althans, dat is zo ongeveer het doem-scenario dat Jan Timmer en Wim Kok ons proberen voor te schotelen. Wat die twee ermee te maken hebben, snap ik niet, want als er in alle onrust rondom computers en het eind van de eeuw iets vaststaat, dan is het wel dat Timmer en Kok absoluut niet weten waar ze het over hebben. Nou hoeft dat misschien ook niet, want Michael Schumacher hoeft tenslotte ook niet te weten hoe hij zo’n twaalf cylinderblok van Ferrari af moet stellen.
Maar waarom moesten ze die Timmer zo nodig aan het roer van die ark vol onheilsprofeten zetten? Terwijl nu onderhand iedereen wel weet dat die dat Philips-wrak ook maar liet waaien uit de hoek waar de wind toevallig vandaan kwam? Dàt had Wim Kok wellicht nog beter gedaan, maar ook die staat te stuntelen als hij zich probeert te herinneren wat een techneut onder zijn ambtenaren hem vlak voor de persconferentie heeft ingefluisterd over enen en nullen.
Wat zou er thuis fout kunnen gaan? Ik heb nog een horloge met wijzers en batterijen, dus dat zal wel doortikken. De wasmachine is van dit jaar, dus ik mag aannemen dat die niet spontaan zal gaan centrifugeren als over twee jaar het vuurwerk afgestoken wordt. Mijn pc en de Toshiba hebben de lakmoesproef doorstaan: op allebei de klok even op één minuut voor twaalf, 1999 gezet, en beiden begonnen zestig seconden later vrolijk en zonder haperen aan de volgende eeuw. De videorecorder begint steeds meer kuren te vertonen, dus dat probleem lost zich waarschijnlijk vanzelf op voor het zover is. Wekkerradio? Koelkast? Verwarming? Het zal thuis allemaal loslopen, vermoed ik, en als ze nou ook op de salarisadministratie maar zorgen dat alles draait, zullen ik en u er niet zoveel van merken, vermoed ik. En aangaande die huishoudelijke apparaten zou het me niks verbazen als die de komende maanden geleverd gaan worden van een groene sticker en een 2000-certificaat: ‘millennium bug free’
Laten we intussen hopen dat de software, waarvan het haperen of stilstaan wél desastreus kan zijn, binnen nu en vierentwintig maanden wel getest en eventueel aangepast of vervangen is. Want de klok van je pc nieuwsgierig testen is één ding, maar op 31 december 1999 om tien voor twaalf op de intensive care liggen, afhankelijk van een batterij chips en software, is van een andere serieuzere orde.
Eén ding lijkt nu al vast te staan: het zal niet meevallen om de komende twee jaar, op welke dag dan ook, één krant te vinden waarin niets geschreven wordt over het jaar 2000.
Aan het gecomputer thuis zal het almaar krimpende restant van dit fin de siècle niet zo bijster veel meer veranderen. Dat gevoel overvalt me als ik in ons elektronische archief eens even check wat ik hier op dezelfde plaats een jaar, respectievelijk twee jaar geleden heb geschreven. Wat er thuis wel veranderd is: de ISDN-aansluiting. Daarover schreef ik terugblikkend tweemaal dat ik er maar mee gewacht had omdat ik het nog te duur vond, terwijl allerlei alternatieven zich aandienden, zoals 56K6 modems, asynchrone modems die nog veel hogere snelheden kunnen halen, satelliet-verbindingen, casema-kabels, elektriciteitsnet.
Steeds meer providers bieden 56K6 én ISDN aan, via de kabel wordt in een aantal gemeenten proefgedraaid en asynchroon, satelliet en elektriciteitsnet zijn nog toekomstuziek. Ik ben benieuwd of er nóg meer mogelijkheden van data-transport worden uitgevonden. Via laser-stralen misschien?
Intussen is ISDN zó goedkoop geworden dat het niet alleen voor de internetter een aantrekkelijke optie is. Zodat het eigenlijk doodzonde is dat ik die ISDN-verbinding alleen maar gebruik voor mijn gehobby en voor een enkel analoog toestel.
Maar goed, ook al raak je eraan gewend, dat spelen gaat met ISDN zo lekker dat ik die digitale verhuizer niet meer zou willen missen. Al zeg ik natuurlijk geen ‘nee’ tegen de Bredase Casema. Mocht die althans van plan zijn om mij als onbezoldigd tester van een verbinding aan te stellen. U zegt het maar, er zit al een netwerkkaartje in mijn pc, dus er hoeft niet veel meer te gebeuren dan de coax-kabel daar in te stoppen.
Wat is er nog meer veranderd? Nauwelijks iets, behalve dan wat nieuwe hardware. Sneller moederboard, meer geheugen, snellere en mooiere videokaart, en de ISDN-adaptors. Deed ik dit jaar meer met de pc dan vorig jaar? Qua tijd misschien wel, maar qua verschillende soorten bezigheden niet echt.
Goed, ik heb mezelf de broodnodige basics van CGI- en Java Scripts aangeleerd, stoei af en toe wat met een Java Applet en ik probeer af en toe nog eens wat tijd vrij te maken voor het uitbouwen van mijn eigen domein.
Intussen zal het wel altijd hetzelfde liedje blijven: tegen de tijd dat je genoeg bij elkaar gespaard hebt om nieuwe hardware te kopen, blijkt dat weer bijna oud ijzer te zijn. Om over software maar niet te spreken. Terwijl je uren, dagen, nachten, weken, maanden hebt zitten ploeteren met grafische bestanden, met HTML 4, met Java Script, met CGI-scripts en met weet ik veel wat nog meer waar je allemaal tijd voor te kort komt, zitten anderen weer allerlei andere dingen te verzinnen.
Vorige week zag ik tussen de honderden computerboeken in de winkel een hele dikke pil over TCL staan. Spreek het voor het gemak maar uit als ‘tikkel’, en die script-taal van Sun-Microsystems schijnt weer het nieuwste jé ván hét te zijn. Ken je net een beetje HTML, moet je weer omgeschoold worden maar Dynamic HTML, hangt Microsoft er weer een ander voorzetsel voor, moet je van internet via intranet naar extranet, na de Pentium (MMX) komt de Merced, en straks kan je op een PC ook het nieuwe BE-besturingssysteem draaien, dat speciaal voor de Power Mac ontwikkeld is.
Om een beetje bij te blijven in die rat-race zou je jezelf een dag of vijf per week bij moeten laten scholen en dan het weekeinde zeker gaan werken. Pffff, ik word doodmoe van alleen al het uitzicht op al het nieuws dat me te wachten staat. Mij rest nog maar één cliché, maar da’s een welgemeend: Gelukkig Nieuwjaar’.