Nog even en je hebt helemaal geen laptop meer nodig als je op reis gaat en je moet zo nodig via internet contact houden met het thuisfront. Nog even, en hoe eerder, hoe liever.
Gisteren hebben we noodgedwongen de nacht in een motel doorgebracht omdat de voorspelde ‘late afternoon thunderstorm’ in Surfers Paradise niet alleen precies op tijd arriveerde, maar ook van een dusdanig kaliber was dat er geen tent opgezet kon worden.
Mooie gelegenheid derhalve om de Compuserve-node aan de Gold Coast eens uit te testen. Daar werd ik niet vrolijk van. Het is een local call, dus in principe gratis, maar gratis in een motel bestaat niet, dus wordt er iedere keer 75 dollarcent aangeslagen als er een gratis lokaal nummer gebeld wordt.
“Waarom ik hetzelfde nummer tweeëndertig keer gebeld had?” zo vroeg de Griekse eigenares van het motel met een verbaasd gezicht nadat haar printertje eindelijk klaar was met de uitdraai van mijn rekening, die daarmee op twee dollar na net zo hoog uitviel als die van de kamer. “Je had beter een keer kunnen bellen, en dan de lijn de hele nacht open laten staan, want dat had je maar drie kwartjes gekost…”.
Ik heb haar proberen uit te leggen dat ik van die drieëndertig keer tweeëndertig keer Compuserve naar maan en mars verwenst heb omdat de node aan de Gold Coast iedere keer doodleuk ophing op het moment dat het script afgewerkt was. Waarna ik te langen leste iets deed wat ik natuurlijk al veel eerder had moeten doen: het nummer van de node in Brisbane opzoeken. Da’s een kilometer of negentig verder, dus een duurder interlokaal gesprek, maar dat werkte tenminste wel meteen zoals het moest. Ik zal een afschrift van dit gejammer naar de pr-afdeling van Compuserve Nederland sturen. Die ik in januari nog heb laten weten dat ik aangenaam verrast was door de toegenomen stabiliteit en de snelheid van de Nederlandse inbelpunten. Kunnen ze hun Australische collega’s eens vragen wat er met dat kreng aan de Gold Coast aan de hand is.
Goed, maar ik begon met nog even, en hoe eerder, hoe beter, en helemaal geen laptop meer nodig op reis. Een week geleden werd ik in Mildura uit de brand geholpen door die jongens van Oznet, terwijl ik in ‘rural outback Victoria’ ook nog terecht had gekund in alle plaatselijke bibliotheken. De Gold Coast, waar nogal wat gezichten dezer dagen zorgelijk staan vanwege het afgenomen aantal bezoekers uit alle Aziatische landen, leeft van het toerisme. Dus zijn er, zoals ongetwijfeld in alle andere plaatsen op de wereld, waar internationale backpackers dan wel renteniers hun geld op komen maken, commerciële internet-cafés uit de grond gestampt. Bovendien heb ik al op verschillende plaatsen internet-automaten zien staan, op vliegvelden, in de hal van het Jupiter Casino, op stations. Je stopt er een muntstuk van twee dollar in, en je kunt tien minuten surfen. Die twee dollar per tien minuten is, door de bank genomen, hier zo’n beetje een standaard aan het worden. Als je wat langer blijft hangen, krijg je een korting, zodat het op de meeste plaatsen tussen de acht en de tien dollar per uur kost. Toen ik wegging stond de Australische dollar weliswaar op een gulden en veertig of zoiets, maar hier krijg je voor een dollar zo ongeveer hetzelfde als voor een Nederlandse gulden in Nederland. Niet echt goedkoop, maar als er meer komen komt dat vanzelf goed.
Gemakkelijk is het allemaal wel. Even www.stem.nl intikken om te kijken of heel Made op zijn kop staat vanwege Gianni Romme, die me woensdagmorgen vanaf de achterpagina van The Australian in kleur breeduit toegrijnsde: ‘Three Dutch destroy Koss last record’. Verdere tekst? Een enkele zin: ‘Komt allemaal dankzij een nieuwe Nederlandse uitvinding, jawel: ‘the Clap Skates’. ‘Schaatsen ze eigenlijk tegen elkaar, net als bij het short-track, of gaat het altijd tegen de klok.’ vroeg de commentator van Channel Nine aan zijn collega, en die wist het ook niet.
Wat ik nou alleen nog maar nodig heb is een kaart van Australië waarop alle internetcafés staan. Want ik ben dat gelazer met die laptops in motels al jaren goed beu, maar omdat ik geen alternatief had bleef ik die zak met stekkertjes, draadjes en tangetjes ook maar meesjouwen. In de wetenschap dat er aan de overkant een internetcafé zit, is het hier aan de oever van Broadwater zalig tikken op de Toshiba. Het is een pracht van een avond. Het is paartijd voor de enorme Manta Rays, die al vechtend af en toe een meter of twee boven het water uitspringen. Een school meeuwen maakt een oorverdovend kabaal rondom een visarend die in hun nestgebied doodgemoedereerd op zoek naar verse snacks is.
Morgenvroeg neem ik wat ik nu zit te tikken op een floppy mee naar het café, pak een cappucino en ga daar voor acht dollar een half uur zitten spelen met een bliksemsnelle verbinding. Ze vallen je niet lastig als je het mailprogramma van Netscape zelf wilt configureren, je gaat je gang maar met Telnet of met een FTP-cliënt, en alles werkt als de gesmeerde bliksem. Ik krijg weer de pest in als ik aan die drieendertig dollar ellende van dat lichtblauw geschilderde Rancho motel denk, dat een bruidssuite in de aanbieding had die qua inrichting op de Amsterdamse wallen best in de smaak zou vallen. Van die door Compuserve verspilde dollars had ik in het internetcafé een uur of vier plezier kunnen hebben.
Maar de volgende reis heb ik mijn zaakjes beter voor elkaar. Gewoon een CGI-script schrijven dat in tijden van vakantie alle mail naar mijn eigen persoontje op mijn eigen domein apart zet in een losse directorie, verborgen of passwordprotected. Dan kan ik, waar ter wereld ik binnenloop en er staat een internetcomputer, mijn mail meteen lezen, zonder dat ik eerst moet gaan vragen of ik een mailcliënt mag configureren. Waarom heb ik daar niet eerder aan gedacht?
Gisteren zag ik in een boekhandel de nieuwste versie van dat handige kleine boekje, The Internet Rough Guide liggen. Als het goed is zouden daar eigenlijk alle internetcafés van de hele wereld in moeten staan. Of zou er op het net zelf allang een site zijn waarin ze allemaal vermeld staan? Verrek, da’s een gat in de markt, zal ik zelf zo’n overzicht op mijn eigen site gaan plaatsen? Sponsors melden zich maar op @krijnen.com, en het maakt niet uit wat u voor die apestaart zet, alles komt aan. Of ik het voorlopig ook kan lezen bijft nog even de vraag. Ik heb nog geen overzicht van internetcafés ten noorden van Brisbane…