Ik geloof niet in toeval. Het is overigens maar net hoe je dat bekijkt, want voor hetzelfde geld kan je zeggen dat alles toeval is. Denkt u daar maar eens over na. Hoe dan ook, het kan niet anders dan puur toeval zijn dat uitgerekend op het moment dat ik, na een op het oog op alle punten geslaagde installatie van Windows 98 (beta 3), mijn internet-verbinding op gang probeer te krijgen, half internettend Nederland plat blijkt te liggen.
Achteraf is het allemaal makkelijk praten. Achteraf snap ik waarom het niet lukte, achteraf geef ik ook toe dat mijn gramschap, die gloeiend groot was, ditmaal niet terecht de firma Microsoft betrof. Stelt u zich maar eens even voor wat mij overkomen is, en lacht u niet te hard. Bijgelovig of niet, hard lachen vergroot de kans op het aan de beurt komen. Lees stil, en huiver.
Ik had het nog wel zo netjes gedaan. Om te beginnen de Windows-partitie op mijn dikste harde schijf, waar ook Linux op geïnstalleerd is, niet geformatteerd. Dat omdat er nogal wat programma’s en bestanden op stonden, en ik had weinig zin om die allemaal te gaan back-uppen of opnieuw te installeren.
Je kunt volgens Microsoft hun nieuwe paradepaardje weliswaar pardoes bovenop 3.1 of 95 parkeren, maar in die optie had ik te weinig vertrouwen. Dus doodleuk de hele Windows-directorie, inclusief de DOS die daar nog steeds in zit, verwijderd met het commando ‘deltree’. Daarna eens gekeken wat er allemaal aan verborgen systeem-bestanden in de root-directory stond, en dat waren er verrassend veel, en die één voor één met de hand verwijderd.
Daarna een herstart op een oude flop, waarop de paar DOS-bestanden (command.com, ios.sys en nog een paar) die nodig zijn om überhaupt iets te kunnen. En, vooral niet te vergeten, de DOS-driver die de cd-rom-speler moet gaan besturen, anders zit je met een platenspeler die niet herkend wordt en valt er niks te draaien.
Het moet gezegd, als Windows 98 met zo netjes blijft werken (afkloppen!!!!!!) als het zichzelf geïnstalleerd heeft, dan hebben ze iets heel moois in elkaar gezet, die jongens van Microsoft. Slechts tijdens het prille begin van de installatie dien je enkele vragen te beantwoorden, waarna het proces stilletjes zijn gang blijft gaan en je geen toets meer aan hoeft te raken. De hele bliksemse boel, muis, monitor, geluidsspeelgoed, grafische kaart, alles werd keurig herkend, incluis mijn Zyxel ISDN-adaptor. Probleemloos, alles ‘plug and play’, niks geen ‘plug and pray’.
Het internetprotocol hoef je ook niet meer aan te maken, zoals je dat bij 95 nog wel zelf moest doen, zodat je alleen maar even een ‘new connection’ in elkaar moet zetten. Die tab-blaadjes kende ik al uit mijn hoofd, en na afgelopen maandag vergeet ik ze nooit meer. U weet wel, telefoonnummer NLnet invoeren, compressievenster aanvinken, de nummers van de DNS-servers invullen en nog wat van dat soort vakjes.
Klaar, even nakijken, en bellen maar. Dat gaat lekker snel met ISDN want als je de short-cut naar de provider aanclickt heb je binnen een seconde een volledig werkende internet-verbinding. Geen tien seconden lang gillende modems.
Daar bleef het die vervloekte maandagmorgen bij. Ik had weliswaar een perfect werkende internet-verbinding op 115 kilobit per seconde (2 lijnen gebundeld), alleen, er kwam niks af. Geen letter, geen foto, geen lijntje, helemaal niks.
Wijzer geworden in de loop der jaren, maar kennelijk nog niet wijs genoeg, begon ik met de schuld bij mezelf te zoeken. De vers opgezette verbinding naar de prullenmand, en opnieuw aangemaakt. Resultaat: hetzelfde. Na twaalf keer de verbinding weggooien, opnieuw aanmaken, en tussen de bedrijven door voor de zekerheid nog maar eens een tien of keer die Zyxel opnieuw geïnstalleerd, ging me, rijkelijk laat, een lichtje branden.
Ik had u tenslotte zelf een week of wat geleden aangeraden om in uw meestgebruikte bookmarks de IP-nummers te noteren in plaats van domeinnamen. Immers, dan hoeft uw browser niet eerst op zoek naar een name-server en zoeft hij meteen het internet op. Zou dat? Even kijken, IP-nummer De Stem ingetikt, en jawel, pats-boem, daar verscheen in beeld wat ik wilde zien.
Ik weet wat de IT’ers onder u nu meteen beginnen te roepen, dus u hoeft het me niet meer te gaan mailen: ‘oh, maar da’s simpel, want dat betekent dat er een name-server plat ligt, of een router tussen jou en je name-server. Fijn, bedankt, dat weet ik nu ook, en ik weet nu inmiddels ook hoe het allemaal gekomen is.
Een PTT-technicus, en ik weet dat die het momenteel erg moeilijk hebben, maar daar kan ik ook niets aan doen, heeft afgelopen maandag een foutje gemaakt in een systeem van Unisource, een van de bedrijven die in Nederland toegang geven tot de Internet-backbones. Je zou kunnen zeggen dat Unisource een provider van de providers is. Daardoor lag een groot deel van het internet-verkeer in Nederland tot halverwege de middag stil, en waren ook de verbindingen met het buitenland voor een groot gedeelte gestremd.
Dat ik diezelfde maandagmorgen had uitgekozen om mijn computer opnieuw te installeren, daar kon die monteur ook niks aan doen. Maandagmiddag is alles weer gewoon beginnen te werken, en dat doet het (nog maar een keer afkloppen), nog steeds. Ik moest al niks van maandagmorgens hebben en dat is er niet beter op geworden, toeval of niet.
Mijn dank voor alle reacties betreffende de apenstaart. Sommigen van u hebben me nog maar eens uitgelegd wat-ie in een e-mail-adres doet, maar dat was nou net het enige wat ik wel wist. Anderen hebben me uitgelegd dat ze hem decennia geleden al gebruikten toen ze computerprogramma’s in machinetaal of in Basic begonnen te schrijven. Even uit mijn blote hoofd: in een bepaalde machinetaal betekende ‘@’: ‘negeer het voorgaande’ en in Basic betekende ‘print @ 8,5’ dat er iets afgedrukt moest worden in rij 5 op de achtste kolom, of andersom. Ik heb door uw brieven Ray Thomlinson leren kennen, die in 1971 e-mail uitgevonden schijnt te hebben, en die als eerste het apenstaartje gebruikte om naam en adres te scheiden. Maar wat me nog steeds een raadsel is, is waar apenstaart vandaan gekomen is toen de eerste computer, en het eerste programma uitgevonden moesten worden.
De reacties die binnen gekomen zijn, worden geplaatst op een nieuw forum op De Stem Online: ‘de apenstaart‘. U wordt uitgenodigd het raadsel mede op te lossen. U vindt een link op de voorpagina, uiteraard in de vorm van een mooie apenstaart.