Het is voor sommigen van u wellicht even wennen te vernemen, dat ik de afgelopen week zeer aangenaam verrast ben door de manier waarop ik aangehoord en toegesproken ben door verschillende 0800-nummers van de PTT. Het was voor mij ook even wennen, dat je daar tegenwoordig snel, vriendelijk en accuraat geholpen wordt, en ik zeg er maar gelijk bij dat ik ze lang niet meer nodig gehad had.
Wie mijn stappen, en het daarbij kennelijk onvermijdelijke gestruikel, over de elektronische snelweg de afgelopen jaren een beetje gevolgd heeft, weet dat ik meerdere malen in de clinch ben geraakt met wat destijds het monopolie op alle communicatie in handen had.
Ik ga niet al mijn ongenoegen uit het verleden nog eens een keer oprakelen. Daar is het te mooi weer voor, en wat geweest is, is geweest. Weet nog wel dat ik meerdere keren met een kwaaie kop zo’n groene telefoonwinkel verlaten heb omdat ze daar van service geen kaas gegeten hadden, en dat er in het verleden ook wel eens wat op en neer geschreeuwd is door het spul dat ze leveren en verkopen.
Zand erover, verleden tijd. Ik veronderstel dat mijn meerdere malen luidkeels geuite ongenoegen bijgedragen heeft tot de verbetering van de dienstverlening. Hoe dan ook, deze week raakte ik in de clinch met mijn ISDN-verbinding, die me, sinds ik hem vorig jaar augustus aangeschaft heb, louter vreugde heeft bezorgd. Die aanschaf werd ingegeven door twee overwegingen: enerzijds de snelheid van de internet-verbinding, anderzijds het feit dat ik telefonisch bereikbaar zou blijven terwijl de computer aan het net hing.
Tot de ISDN daar was, en beide overewegingen gehonoreerd bleken te zijn, maakte ik er regelmatig een gewoonte van om de telefoon door te schakelen naar mijn zaktelefoon als ik bereikbaar wilde blijven. Dat ging overigens niet zonder slag of stoot omdat je een afwijkende kiestoon krijgt als je telefoon doorgeschakeld is en mijn toenmalige 28K8 modem kon daar niet mee uit de voeten. Pas na een hoop geklungel in de initialisatiestring lukte het me om het modem die kiestoon plompverloren te laten negeren en er dwars doorheen te bellen.
Met de komst van ISDN verdween sterretje-21 uit mijn leven, maar de code bleek ik donderdagavond nog uit mijn hoofd te kennen: sterretje, 21, sterretje, nummer waar je naar door wil schakelen, hekje. Ik deed het zonder bij na te denken toen ik ergens naar toe wilde, maar ik zat ook te wachten op een belangrijk telefoontje van iemand die mijn zakding-nummer niet had.
Effe controleren door mijn eigen nummer te draaien, fout. Verkeerd getoetst? Nog een keer, zelfde resultaat. Code niet goed onthouden? Telefoonboek gepakt, opgezocht, aha! Bij ISDN moet je inplaats van 21 tussen de sterretjes 210 intoetsen. Zo gelezen, zo gedaan, maar mooi nog niks.
Mijn eerste 0800-nummer maar eens gedraaid, in de skeptische verwachting dat het wel weer een lange sessie zou worden. Met juffen of heren die overal de ballen verstand van hebben en die je toespreken alsof je een zeurende kleuter bent. Zo ging dat vroeger soms tot vaak, en mijn haren stonden al bij voorbaat recht overeind.
Wat geweest is mag geweest zijn, maar ik zweer u toch nog even dat een jaar of tien geleden een klacht van mijn kant, gedeponeerd op het bordje van zo’n type, danig ontspoorde. De uitsmijter dat mij, toegegeven, ook allang niet beleefd meer, toegeschreeuwd werd dat ze ‘wel even iemand langs zouden sturen om de boel voorgoed af te laten sluiten’. Ik zwéér het, wáár gebeurd!
Geweest, het begon inderdaad met een tiptoets-keuze maken, met daarna de onvermijdelijke muzak. Maar binnen een minuut kreeg ik een hele spontaan-, niet gemaakt-, vriendelijke juffrouw aan de lijn, die alle pogingen uit de kast haalde om mijn sterretje 21 weer aan de praat te krijgen. En die zich daarna oprecht verontschuldigde dat ze me naar een andere dienst moest verwijzen. Daar werd ik op dezelfde soepele manier behandeld, alleen, helpen deed het nog steeds niet. Bij een derde 0800, ditmaal een meneer, lukt het ook niet, dus u zal zich ondertussen afvragen waar mijn irritatie blijft.
Het spijt me, maar die is niet onstaan, ook niet toen ook de derde helpdesk er niet uitkwam. Ze beloofden me vrijdamorgen terug te laten bellen door een ter zake nog kundiger persoon en dat gebeurde, ‘on the spot’. Om vijf over negen ging de telefoon.
Die meneer had intussen uitgezocht of ik tegelijkertijd met het aanvragen van ISDN ook om de ‘bereikbaarheidsclausule’ of zoiets had verzocht, nodig voor sterretje enzovoort in combinatie met ISDN.
Kennelijk had ik dat destijds gedaan onder het motto ‘baat het niet dan heb ik er ook geen last van’, dus vermoedde hij dat het probleem in mijn hardware zou moeten zitten. Wat het was en waar die vandaan kwam? ‘Zyzel TA128 Omnium met twee analoge poorten, geleverd door NLnet en die is officieel dealer van jullie’, wist ik te melden. Het technisch eind van het liedje was dat ik me tot de helpdesk van NLnet moet melden en dat die waarschijnlijk wel weten hoe die Zyxel een sterretje te laten herkennen.
Als dat gebeurd was op de manier en in de toonzetting van een decennium geleden dan had ik me waarschijnlijk hevig geïrriteerd tussen kastje en muur hebben voelen stuiteren, maar nu hield ik er, in popie-jopie-termen, een prettig gevoel aan over.
Voor de helpdesk van NLnet heb ik gisteren geen tijd voor gehad, en zo’n probleem is het nou ook weer niet. Bovendien, als iemand mij garandeert dat de onherkenbaarheid van sterretje 21 het enige probleem is wat ik ooit met ISDN zal ondervinden, dan teken ik daarvoor en mag het van mij voor altijd een probleem blijven.
Ik wilde wel even een kaars opgestoken hebben voor de PTT waar ze veel geleerd hebben. Gefeliciteerd! Een beetje achterdochtig ben ik natuurlijk van nature, ook een beetje een kwestie van beroepsdeformatie. Zo achterdochtig dat ik die ene medewerker even niet vertrouwde toen hij naar mijn nummer vroeg. Ik bel met ISDN in naar de PTT en die ziet mijn nummer niet verschijnen op zijn display?
Vreemd, of zou dat te maken hebben met het feit dat ik een analoog toestel aan die Zyxel heb hangen? Of zou die man expres de indruk gewekt willen hebben dat-ie niet weet wie ik ben? Hebben ze in de computer daar misschien een vette rode stip achter mijn naam staan vanwege mijn gekanker in het verleden en wordt ik daarom met egards behandeld?
Nee, da’s flauw van mezelf, arrogant en achterdochtig. Bij de PTT word je tegenwoordig vriendelijk, snel en effectief geholpen. Ik heb lang geroepen dat ik vooraan zou staan als zich ook in Breda een concurrent voor interlokale gesprekken zou melden en dat de PTT vanaf dat moment naar de maan kon lopen. Die tijden zijn voorbij. Mij ziel is gesmolten en gewonnen door de nieuwe geest die bij de PTT rondwaart. Hoort belt het voort.