Krijnen.Com Krijnen.Com

Unsubscribe: haal me van die mailing list af!

Als de redactie van deze krant, waarvan sommige leden zichzelf wel eens als het middelpunt van het universum lijken te beschouwen, een metafoor is van de wereld eromheen, dan komt het wel goed met dat internet. Denk ik, omdat ik, toch een beetje pionier inter pares, dagelijks merk dat het internetgebruik op de redactie langzaam toe begint te nemen.
De redacteur met in zijn pakket showbizz en jongeren zet zich tegenwoordig iedere morgen met een bak koffie voor de Power Mac achter mij, vanwaar het ‘s morgens vroeg, nog niet druk op de elektronische snelweg, bovendien een 256 kbs verbinding plus 128 megabyte geheugen, prettig zwerven is. Hij bezoekt vandaar verschillende Amerikaanse websites, die gespecialiseerd zijn in nieuws aangaande show en zo, en doet daar zijn voordeel mee.
Ik heb hem al verteld dat-ie daar voorzichtig mee moet zijn, want bepaald niet alles wat op het web staat, klopt. Zo bleek de dood van Frank Sinatra op internet weliswaar niet te voorbarig gemeld te zijn, maar die van Bob Hope wel.
Wantrouw daarom overigens niet alleen world wide web, maar de hele wereld. Zelfs CNN, dat zichzelf heeft gebombardeerd tot standaard qua snelheid en betrouwbaarheid, pakt wel eens uit met een canard. Waarna het vertrouwen in die betrouwbaarheid, na de misser over het sarin zenuwgas waarmee Amerika zijn eigen troepen bestookt zou hebben, weer hersteld werd door een openbare schuldbekentenis.
Een ander plukt al langer gifjes van het web om zijn specials mee aan te kleden, en maakt u zich geen zorgen, hij zorgt altijd dat alles keurig in orde is met het auteursrecht. Sportredacteuren komen even naar bijzonderheden over een bekend persoon zoeken alvorens bij hem op de koffie te gaan en hem daarna met van veel kennis blijk gevende vragen te bestoken. Da’s niks nieuws, maar tegenwoordig hoef je niet meer door beduimelde enveloppen en klappers te bladeren. Er loopt een reportage-redacteur langs de internet-redactie: hij moet naar een persconferentie over een door mankracht aangedreven hydrofoil, een soort kruising tussen een waterfiets en een draagvleugelboot. Er schijnt een Zweedse website te zijn waarop foto’s van dat ding staan. Of-ie daar alvast een printje van kan krijgen.
Sommigen krijg ik er snel van doordrongen dat er helemaal niks moeilijks aan is, als die computer aan staat, en als Netscape al opgestart is. Want zo is het natuurlijk wel. Je hoeft de digibeten alleen maar uit te leggen wat een muis is, en bij een Mac heeft-ie maar één button, en dat ze daar op kunnen drukken als het pijltje in een handje verandert. Er zijn erbij die dat niet durven, bang dat de monitor ontploft als ze op een verkeerde button drukken, maar de meesten krijgen het kunstje snel door.
De bookmarks op de verschillende internet-pc’s en -Macs breiden zich gestaag uit, maar als ze, en daar kun je op wachten, door een of andere onverlaat gekilled worden, dan is de boot aan. Blijkt dat ze via zoekmachines ooit een site gevonden hebben waar ze wat aan hadden, die meteen gebookmarked en vervolgens maandenlang dagelijks gebruikt hebben. Zonder ooit naar het adres te kijken, zonder naar de naam van de site te kijken, geen enkel benul van een URL. Of ik die dan maar even opnieuw op wil zoeken. Dank je de koekoek.
Zelfs de redacteur geestelijk leven heeft het Vaticaan op internet ontdekt. De Paus had kennelijk iets geroepen wat nog niet in de Lage Landen gearriveerd was. Of ik misschien…? Dus draai ik die kantoorstoel weer een halve slag, van mijn Pentium 200 naar die Power Mac, en laat hem zien hoe je www.vatican.va in het venster van Netscape tikt. Leg maar weer eens uit hoe dat met die muis moet, en wat links en clicks zijn. Hij kreeg de smaak te pakken en had binnen de kortste keren het ellenlange persbericht gevonden dat hij zocht. Alleen, het was in het Italiaans, en hoewel de website van het Vaticaan zich in een taal of zes presenteert, is de desbetreffende sectie louter Italiaans.
Ik kon het niet nalaten om een beetje pesterig op te merken dat ze er daar kennelijk vanuit gaan dat alle redacteuren geestelijk leven op de hele wereld vloeiend Italiaans en Latijn spreken, maar daar had-ie verder niet zoveel aan. Geen nood, een paar weken geleden had ik immers wat geschreven over die mooie vertaalservice van Digital, Babelfish. Daar kun je in een venstertje intikken, of knippen en plakken, wat je wil laten vertalen. Aan Nederlands doen ze daar nog niet, maar Italiaans en Engels wel. Je kunt er ook een adres intikken van een bepaalde pagina die je wil laten vertalen en dan komt het ook voor elkaar.
Ik had een flauw vermoeden dat het in dit geval niet goed zou gaan vanwege de omvang van het bestand, dat een aantal kilobytes besloeg. ‘Er moet wel een bovengrens op gezet zijn’, dacht ik, voor het geval dat een of andere grappenmaker er een bestand van een paar megabyte doorheen gaat halen. Mijn gelijk kwam snel terug: Babelfish had slechts de inleiding van het desbetreffende stuk van Italiaans naar Engels vertaald. Zo te zien redelijk keurig, waarbij ik maar meteen zeg dat ik van kerkelijke termen geen verstand heb. Dié redacteur heb ik dus niet echt op weg kunnen helpen, maar ik vermoed dat hij vaker op bezoek zal gaan in de digitale Sint Pieter.
Zoals er nog vele anderen zullen volgen. Gezien mijn ervaringen in de slagvaardigheid waarmee applicaties in de dagbladwereld worden ontwikkeld en ingevoerd, voorspel ik dat het iets langer zal duren dan in bijvoorbeeld de multi-media wereld. De opmakers van deze krant bijvoorbeeld zitten met drie schermen aan hun bureau, erfenis van verschillende systemen uit het verleden die in een tijdsbestek van meerdere jaren aan elkaar geknoopt zijn. Aan zoiets zijn ze gewend, en die bureau’s zijn groot genoeg, dus ze werken er lekker mee. Maar als er iemand die van automatisering kennelijk verstand heeft, voor de eerste keer zo’n opstelling ziet, is de verbazing altijd opperst: ‘Drie schermen de man? Waar is dát in Jezusnaam goed voor?’
Goed, wij weten niet beter, maar, ongeacht onder welk besturingssysteem dat zal gaan gebeuren, internet zal op een krantenredactie uiteindelijk een optie worden die naadloos meedraait met de andere applicaties. Zij, die van automatisering verstand hebben, weten zeker dat we vroeg of laat de hele krant met een soort browser zullen maken. Daarin zal de journalist zijn in- en externe bronnen raadplegen alvorens er zijn verhaal in te schrijven. De eind- en beeldredactie redigeren en zoeken de foto’s met dezelfde browser, en de lay-outers maken er de pagina’s mee.
De eerste stappen op dat traject zijn al gezet op de Macs van de beeldhoek. Want die Netscape Navigators zijn er in eerste instantie alleen maar op geïnstalleerd omdat het ANP, de grootste leverancier van beeld, op die manier zijn foto’s aan ging leveren. Waarmee maar weer eens aangetoond is dat je, als je niet voorop wil lopen met de vooruitgang, die later vanzelf door de strot geduwd krijgt.
Let u intussen goed op het waarheidsgehalte van wat via web of e-mail op u afkomt. Ik heb nog geen filters op mijn mail-cliënt geïnstalleerd, maar ik heb intussen door ervaring zo’n goede neus voor flauwekul, dat ik ongeveer vijftig procent van de binnenkomende e-mail ongelezen doorjas naar de prullenmand. Die Albanian List Server, met alle ellende over Kosovo waar ik niets aan kan doen, blijft me bestoken met dagelijks twintig of dertig files van een drie- tot vijfhonderd kilobyte per stuk. Ik heb al tientallen malen een ‘unsubscribe’ naar die mail-server gestuurd, maar niets helpt.
Waarschuwingen voor virussen, weg ermee, dat laat ik aan mijn virus-scanner over. Bedelbrieven voor die virtuele Jessica die nou al vijf jaar aan de leukemie ligt weg te teren, idem dito. En kan die meneer, die me nu al maandenlang blijft bestoken met voorstellen tot columns over de politiek in het Midden-Oosten, daar nou eindelijk eens mee ophouden. We hoeven uw columns niet, en we willen ze ook niet op proef, zoals ik u al enkele malen namens de hoofdredactie heb laten weten. Haal me van die verdomde mailing-list af. Unsubscribe, please!