Timothy Leary
Wat voor premières gaan we nog meer beleven op internet? Geboorte en dood hebben we gehad. Voor liefhebbers waren bevruchtingen, in allerlei diversiteiten, al in ruime mate te downloaden. Aan een ontmaagding had nog niemand gedacht, maar dat gat gaat op 5 augustus gevuld worden.
Een maand geleden kon via internet de geboorte van baby Sean aanschouwd worden. Tijdens de nodige tam-tam waarmee die primeur al weken vooraf aangekondigd werd, vermoedde ik dat die moeder wel eens zo’n type zou kunnen zijn dat anders wel bij Jerry Springer terecht gekomen zou zijn. Elizabeth heette de aanstaande gelukkige, maar vanwege redenen van privacy werd haar achternaam niet bekend gemaakt.
Hetgeen bij mij de vraag opriep waarom iemand voor het oog van de wereld wijdbeens een baby wenst te baren, maar haar achternaam niet weten wil. Het antwoord op die vraag kwam twee dagen na de wereldwijde voorstelling, toen het mens, inmiddels bevallen van een gezonde zoon, door de FBI van het kraambed werd gelicht. Ze had gefraudeerd met ongedekte cheques en die wakkere speurders, kennelijk niks beters te doen, hadden haar herkend. Haar gezicht neem ik maar aan, maar in ieder geval was mij toen duidelijk waarom ze liever anoniem gebleven was.
De primeur van de dood, live op het net, hadden we twee jaar geleden al, toen Timothy Leary voor de allerlaatste keer flipte. Die op dat moment 75-jarige goeroe, die in de jaren vijftig en zestig een hele generatie Amerikanen aan LSD en aanverwante drugs hielp. De Moody Blues schreven een lied over hem en ook in The Seeker van The Who komt hij voor: I asked Timothy Leary, but he couldn’t help me either (aan de waarheid).
Leary kreeg ten langen leste wat alle rechtse burgers van Amerika hem al dertig jaar toewensten, maar zelfs uit die grafkanker wist hij zijn laatste publiciteitsstunt te peuren. Hij euthanaseerde zichzelf on-line, op zijn bed in de tuin op de heuvel bij zijn huis, met het uitzicht op Los Angeles. Er lijken me mooiere panorama’s te verzinnen dan dat van de altijd onder een vettige smog bedekte Stad der Engelen, maar smaken verschillen gelukkig. Helaas ging, zal je altijd zien, vlak voor de ultieme trip een computer plat, waardoor de dood niet écht live was, maar de primeur telt desondanks.
Ik vraag me af of de ouverture van knaap en maagd, die elkaar van die status af gaan helpen, van een geldigheidscertificaat voorzien zal worden. Dan zal toch minstens een tante, die op dat terrein van wanten weet, vooraf het maagdenvlies moeten inspecteren. Om na afloop het bebloede laken trots over de webcam te hangen, zoals dat in sommige culturen ongewassen aan de waslijn gaat. Kan het hele dorp zien dat ze echt maagd was. Dus zorgen ze in zo’n land dat ze een paar druppels konijnenbloed bij de hand hebben, voordat het met kromzwaarden en kalashnikovs bloedwraak wordt.
Dat is tenminste nog cultuur, maar met dat gedoe op internet gaat het alleen maar om een ander soort geilheid: die naar hits, publiciteit, en, uiteindelijk, geld. Er klopt geen bal van het hele verhaal. Ik zeg niet dat er geen puberstellen bestaan, die op achttienjarige leeftijd wél straalverliefd op elkaar zijn, maar het nog niet gedaan hebben. Dat kan kennelijk, en dat heeft meestal met godsdienst te maken. De vraag óf dat soort stellen uit geloofsovertuiging dan wel vanuit andere edele motieven slechts elkaars handen beroerd hebben, doet er niet toe. U maakt mij niet wijs dat twee jomgeren met dergelijke hoogstaande normen voor het oog van de wereld voor de eerste keer gezellig gaan penetreren.
Maar eens even bij de Internic Domain Registry gaan kijken welke grappenmaker er achter de name-server met de toepasselijke naam www.ourfirsttime.com steekt. Dat doe je simpelweg door die naam maar in te tikken bij de Whois? database op de website van Internic. De ontmaagdingssite blijkt geregistreerd te zijn door ene Oscar Wells op een adres in Toluca Lake, California. Dat zei mij nog niks, maar ongeveer tegelijkertijd viel de Daily Planet in mijn mailbox, waarvan de redactie kennelijk al wat langer aan het zoeken was geweest. Het bij de registratie verplichte telefoonnummer blijkt namelijk ook gebruikt te worden voor een andere domeinnaam: moviefund.com.
Ik heb dat adres voor u even opgezocht met de browser, zodat u zich de moeite kan besparen. Het is, om in de sfeer te blijven, een maagdelijke pagina: er staat geen letter op, het is slechts een spierwitte voorgevel. Terug maar de Internic om de volgende vraag te stellen: whois moviefund.com?
Antwoord: Ken Tipton, River City Productions, Babcock, California. Het initiatief van die twee maagden begint hiermee al wat meer commerciëlere vormen aan te nemen. Volgens de Daily Planet is Tipton een filmmaker, acteur en voormalig videotheekeigenaar, die een kruistocht voerde tegen preutse intolerantie. ‘Het heeft er alle schijn van’, zo analyseerde Planet gistermiddag, dat ourfirsttime.com uiteindelijk zal uitpakken als een actie tegen de groepen waar Tipton al eerder mee in de clinch lag…’.
‘…Vooral ook omdat er (zogenaamd?) door die groepen nu reeds heftig actie wordt gevoerd tegen ourfirsttime.com. Onder spam-bestrijders wordt gesteld dat het daarbij gaat om een fake-actie, die alleen maar zogenaamd afkomstig is van de religieuze actiegroepen maar in feite georkestreerd zou worden door de organisatie achter ourfirsttime.com. Deze strategie is begin jaren zeventig ook zeer succesvol toegepast door de maker van de film Snuff!…’.
Tot zover Daily Planet, die daarmee een pluim verdiend heeft. In tegenstelling tot Reuter en ANP die het bericht woensdagmiddag zonder het te checken op het netwerk kwakten, waarna het door een hoop kranten en andere media vrolijk verder getrompetterd werd.
Snuff? Was dat niet die pornofilm waarin een vrouw verkracht en vervolgens voor de camera gedood zou zijn? Bewijzen voor de echtheid van de desbetreffende film zijn nooit aangetoond, maar de maker ervan, die zelf begon met die geruchten te verspreiden, deed zijn voordeel met de publiciteitsgolf die erop volgde.
Op ourfirsttime.com, die donderdagmiddag al bezweek zijn onder de belangstelling, is nog nauwelijks iets te zien. Wat opvalt is dat de voorpagina van de site er nét iets té gelikt uitziet voor amateurs. Nou zou het natuurlijk best kunnen zijn dat zowel de zogenaamde Diane als de zogenaamde Mike student webdesign of informatica is, hetgeen de kwaliteit van de graphics zou verklaren.
Maar het is een ander gegeven dat mij nog achterdochtiger maakt dan ik van nature al ben: de zwarte balkjes over die koppen. Op die twee, zo te zien, verder goed gebouwde lichamen, niks mis mee. Waarom mogen we die ogen niet zien? Is dat soms, denk ik dan, omdat het hier voor de liefhebbers van het betere pornowerk bekende koppen betreft? Dacht ik donderdagmiddag, en 24 uur later kroop de volgende aap uit de mouw. De site is gistermiddag, zogenaamd vanwege capaciteitsproblemen, naar de hosting service van Internet Entertainment Group (IEG) verhuisd, een grote porno-aanbieder op het net. IEG exploiteert tientallen commerciële porno- en live-sexpagina’s op Internet, die vanaf de ontmaagdingssite van het koppel ook direct zijn te roepen.
Bij Leary wist je tenminste nog waar je aan toe was, en dat hij het zeker was die daar dood lag, toen die server weer opgestart was. Let u intussen vooral op de hysterie die rond deze onzin in Amerika is losgebarsten. Geen volk, na de Duitsers, dat zichzelf zo serieus neemt, puritein én pornograaf. Voor wie graag voor het lapje gehouden wordt: deadline is 4 augustus, 6 uur ‘s middags plaatselijke tijd. Hier is het tegen die tijd drie drie uur ‘s morgens vroeg, 5 augustus.