Ik weet niet hoe dat misverstand in de wereld gekomen is, maar er zijn kennelijk lezers – en anderen die dat van horen zeggen hebben – die in de waan leven dat ik een Mac-hater ben. Hoe ze daar bij komen, is me een raadsel, maar die opvatting schijnt onuitroeibaar te zijn. Ik kan het niet helpen, maar dankzij deze digitale verwarring staat me een veelbelovende avond te wachten bij een gezelschap dat zich de Bredase Mackers noemt.
Of zoiets. Ik heb niet op het gymnasium gezeten, hetgeen de classici onder u waarschijnlijk al lang geleden geconcludeerd hebben, maar volgens mij mixen die Mackers in hun uitdagende e-mailtje twee momenten uit de wereldgeschiedenis. ‘Steek de Rubicon over en maak de gang naar Canossa’, schreven ze me uitdagend.
Om er geruststellend aan toe te voegen dat ze niet alleen van Macs houden, dat ze zichzelf ook als Bourgondiër beschouwen en dat het die avond bere-gezellig zal worden. Mooi, hoef ik geen smoezen meer te verzinnen en ik ken er trouwens meer zo. Die rijden in ouwe Volkswagens, of Landrovers, of ze doen net of ze aan hockey, tennis of biljarten doen, maar de enige reden van bestaan van dat soort gevarieerde gezelschappen is vaak een gemene deler: het excuus om zonder moeder de vrouw een avond de bloemen buiten te zetten. Nooit weg dus.
Woensdag begeef ik me in het hol van Apple, dus als u volgende week op deze plaats een wit gat aantreft, weet dan dat het fout gegaan is en dat ik erin gestonken ben. Misschien stoppen ze me in een Power Mac en laten ze me er pas uit als ik honderdduizend keer geschreven heb dat Mac de enige ware is.
Het zijn intussen mooie tijden voor de Apple-aanhangers. Het boekjaar werd eind september voor de eerste keer met winst afgesloten: 309 miljoen dollar. Terwijl het verlies over 1997 een slordig miljard was, ook in dollars.
Een jaar of wat geleden op sterven na dood, maar onder meer door de verkoop van de iMac weer uit de brand. Vooral in Amerika zijn die dingen niet aan te slepen. De iMac is nog maar zes weken geleden op de markt gebracht en in die korte tijd zijn er al 278.000 van verkocht. Kost in de VS maar 1299 dollar, en hier net geen drieduizend gulden, inclusief de BTW.
In Amerika was bijna dertig procent van de kopers mensen die voor het eerst een computer aanschaften. Dus vraag ik me af, en ik bedoel daar helemaal niks mee, hoeveel mensen dat ding gekocht hebben omdat het er zo sexy uitziet.
Omdat ik zelf de iMac ook wel eens live wilde zien, liep ik begin deze week ‘s avonds even langs de Primafoon-winkel bij mij om de hoek. Ik wist dat ze die in Nederland voor Apple aan de man brengen, dus ik mocht toch minstens verwachten dat er eentje in de etalage zou staan pronken, oogverblindend onder een halogeen lampje. Mooi niet dus, en dat vind ik dus weer zo’n geval van typisch PTT/KPN. Die jongens willen wel, maar koopmansgeest zit ze nou eenmaal niet in het bloed. Kijk maar naar opperhoofd Wim Dik. Alsmaar mopperen tegen wie hem op zijn vingers durft te tikken over te hoge telefoontikken, inplaats van zo scherp mogelijk concurreren.
Terwijl heel Nederland nieuwsgierig is naar de iMac, en er zijn maar zat mensen die overdag werken en daarom s’avonds even lang die etalage lopen, staat het apparaat daar dus niet. Ben je gek, zo’n nietzeggende nummerdoosje, een webtelevisie-box, en een paar GSM’etjes. Als je je neus tegen het glas drukt, zie je achter in de zaak in een duistere hoek iets staan wat op een pc lijkt, dus ik vermoed dat dát hem zou kunnen zijn.
Die eerste kennismaking zal komende woensdag goedkomen. Tenminste, ik mag toch aannemen dat aan de overkant van de Rubicon minstens een iMac wordt gedemonsteerd.
Ping! Of de duvel ermee speelt. Van de week maar weer eens ‘Notify’ geïnstalleerd, de optie in Netscape Communicator waarmee ik om de vijf minuten even de mailbox laat checken. Als er iets in zit, steekt Notify een vlag omhoog en laat-ie een ‘ping’ horen. ‘Ping’, zegt de mailbox, blijkt er intussen nóg een uitnodiging binnen te zijn gekomen.
Deze is anoniem, iemand raadt me aan om bij de afdeling Boskoop van de afdeling HCC Rijnmond tijdens de Hobby Computer Club Dagen langs te komen, kan ik zelf zien ‘hoe vredig pc, Mac en andere machines en gebruikers met elkaar communiceren!’ De afdeling Boskoop? Mooi is dat, BN/DeStem wordt daar niet bezorgd, maar via internet kennelijk wel gelezen.
Wie erover denkt om een iMac te kopen, doet er overigens goed aan om het magazine CT te kopen. Nee, niet CT! (Computer Totaal!), maar CT (Computer Techniek). Zo te zien is het een rechtstreeks uit het Duits vertaald magazine. Ik pak het regelmatig omdat er nogal eens nuttige verhalen in staan over ingewanden van pc’s en Mac’s en artikelen over allerlei verschillende besturingssystemen en hardware.
In het oktobernummer hebben ze een iMac op de operatietafel gelegd en helemaal uit elkaar gehaald. Van hardware weet ik niet zoveel, om niet te zeggen bijna niets, maar goed ook, ik heb al genoeg gedonder met de software. Voor techneuten lijkt met het echter verrekte interessant. Leuke bijkomstigheid: in een apart kadertje wordt uitgelegd hoe je zonder al te veel rampen een floppy-drive aan het moederboard kan vast solderen, want in een iMac kun je geen flop stoppen. De fabrikant houdt niet van dat soort grappen, dus wie alleen maar met een soldeerbout naar dat moederboard durft te wijzen, heeft zijn garantie verspeeld. Het is maar dat u het weet.
Intussen heb ik weer een mooi stuk gereedschap ontdekt. Ik had al vaker horen praten over een programma van Alta Vista waarmee je ook je eigen harde schijven kan doorzoeken zoals je met de echte AltaVista zoekmachine op het web iets zoekt. Wie dagelijks met databases in de weer is, weet wat zo’n applicatie waard kan zijn.
Vorige week beschreef ik hoe ik daarvoor TextPad gebruik, mijn perfecte tekstverwerker, die je ook als een ‘full-text-search-engine’ in kunt zetten. Dat gaat bliksemsnel, maar als ik het gevondene in een browser wil bekijken, moet ik de naam van de file (artikelnummer noemen we dat hier vanwege historische redenen) altijd nog even knippen en plakken.
Dat hoeft niet meer, nu ik AltaVista Discovery heb aangetroffen op een cd-rom bij een ander tijdschrift, PC Active, nummer 10. Als die niet meer in de schappen ligt, kunt u het het programma ook downloaden vanaf de website van AltaVista.
Ik had aanvankelijk niet in de gaten hoe ik het programma moest laten indexeren, maar nadat het dat na een minuut of vijf spontaan vanzelf bleek te gaan doen, beschikte ik ineens over een zoekmachine op mijn eigen pc, in de browser, en of dat Netscape of Explorer is, maakt niet uit. Verrekte makkelijk als je dagelijks met een grote hoeveelheid verschillende bestanden in de weer bent. Zoekwoordje intikken en er wordt een keurige index gepresenteerd van alle artikelen waar het in voorkomt. En of dat nou text, Acess, Excel, HTML of Word-bestanden zijn, of veel exotischer, maakt niet uit.
Ik gebruik het alleen voor verwerking en indexering van files, maar er kan nog veel meer mee: mail doorzoeken, en uiteraard kan er van alles in samenwerking met de grote AltaVista.
Minpuntje: AltaVista Discovery is gratis, maar het heeft een andere prijs. Ze hebben er meteen een uitstalkast voor zichzelf en sponsors van gemaakt. Je zult weten dat het programma van hun is en dat Amazon Books een goeie adverteerder is, en bewegen doet het uiteraard ook. Daar ben ik niet zo kapot van, en ik heb in de tabellen met opties vooralsnog niet kunnen ontdekken hoe die reclame van mijn scherm weg te houden.
Tijdens het installeren wordt je vriendelijk verzocht jezelf te registreren, daar pas ik even. Ik heb ze gevraagd of er in ruil voor die optie een mogelijkheid is om het programma zonder die banners te laten functioneren, maar ik vermoed dat ik al weet wat het antwoord zal zijn. Zodat het wachten op de eerste ‘hack’ zal zijn: wie programmeert die uithangborden weg?