Ik ken collega’s die zich van de een naar de andere persconferentie, keynote-speech, seminar of congres spoeden. Sommigen leven er volgens mij van. Als je zorgt dat je zes keer per week uitgenodigd wordt voor dat soort rituelen die ‘s middags gehouden worden, zit je gebeiteld. Het wordt òf buffetten, óf borrelen, zodat je die avond niet meer langs Albert Heijn hoeft. Ik ga er nooit naar toe, geen zin, en ik kan mijn tijd beter besteden.
In negenennegentig procent van de gevallen valt er qua nieuws niets te halen. Behalve dan de borrels, de bitterballen en de glanzende folders waar anderen geen genoeg van krijgen. Volgens hen kan minstens een gedeelte van de niet gemaakte kosten als aftrekpost opgevoerd worden, terwijl ze altijd beweren dat ze tijdens dat gedoe, dat ze netwerken noemen, velerlei contacten van onschatbare waarde opdoen.
Het zal allemaal wel, denk ik dan, en werk in mijn eentje lekker door. Ik ben dus niet naar de keynote-speech van Bill Gates geweest, terwijl ik wel uitgenodigd was door de publiciteitsafdeling van Microsoft, en ik heb daar geen spijt van. Net als de rest van de wereld weet ik precies hoe Bill Gates eruit ziet, hoe zijn stem klinkt, en hoe-ie altijd op zo’n barkruk gaat zitten, het hele toneel nog eens tien keer levensgroot achter hem geprojecteerd. Bovendien is het geen ezel zoals minister Zalm, die zich twee keer een taart in zijn gezicht liet smeren. Bill laat zich niet twee keer naaien en verder gaat-ie op zo’n bijeenkomst toch niks nieuws vertellen.
Vlak na de speech van Gates kon je woensdagmiddag op WebWereld van IDG een verslag lezen van wat ‘een matte bijeenkomst’ werd genoemd. Zou Bill nou echt denken dat zo’n zaal vol IT-volk van verbazing achterover valt bij de mededeling dat al zijn 30.000 medewerkers hem per e-mail kunnen bereiken? Of dat de snelheid van de pc binnenkort verachtvoudigd zal worden en dat de personal computer de belangrijkste bouwsteen voor toekomstige ontwikkelingen is? Dat Windows 2000 geen update van Windows 98 is, maar de opvolger van Windows NT, wisten we ook allang. Belangrijkste nieuws: ligt de tweede helft van dit jaar in de winkel, maar dat soort beloften kennen we onderhand.
Terwijl Bill in Den Haag de zaal bespeelde, ging het zijn advocaten in Washington minder goed af. Daar sleept zich nog steeds dat zaakje voort tussen Microsoft en de Amerikaanse justitie over het al dan niet terecht gratis weggeven van Microsoft Internet Explorer 4.0. Het kan haast niet anders of bij de bookmakers kun je al inzetten op wat langer duren gaat: de impeachment-procedure van Bill Clinton, of het geknok tussen justitie en Microsoft. Of wie er in beide zaken winnen gaat.
Hoe dan ook, het is met live-demonstraties van Microsoft altijd of de duvel ermee speelt. Vorig jaar tijdens een met tam-tam aangekondigde première op de ComDex in Las Vegas crashte Windows 98 en woensdag ging het in de rechtszaal fout tijdens een videodemonstratie.
Door middel van die video wilde Microsoft laten zien dat Explorer 4.0 met een paar simpele clicks gemakkelijk kon worden weggelaten uit Windows 98. De kennelijke bedoeling was om te laten zien dat de browser dramatisch langzamer draait nadat de meeste internetfuncties uit Windows verwijderd zijn. Iedereen die niets van Explorer hebben moet, weet dat dat flauwekul is. Zelf draai ik Netscape Communicator 4.5, omdat er nou eenmaal geen betere browser is. Met regelmaat laat ik, op verschillende computers, zowel Microsoft Internet Explorer 3.0 als 4.0 over door mijzelf gefabriceerde HTML volgens de officële richtlijnen draaien, en daar word ik nooit vrolijk van.
Als u niets van Netscape hebben moet, mag dat van mij, maar het is rabiate onzin om te verkondigen dat Windows slechter zou presteren als je Explorer 4.0 niet gebruikt of eruit gehaald hebt. Ik vermoed eerder dat het tegenovergestelde het geval is en dat je systeem soepeler draait zónder, maar ik heb helaas geen tijd om naar bewijzen op zoek te gaan.
Nou hebben ze daar bij Microsoft natuurlijk tijd zat voor, en als ze geen bewijzen kunnen vinden maken ze die wel. Tenminste, dat maak ik op uit een bericht dat Associated Press woensdagmiddag op het net zette.
‘Om de verschillen zichtbaar te maken’, aldus AP, ‘liet de Microsoft-video een computerscherm zien met en zonder de voorgeschreven aanpassingen. Maar waar de indruk werd gewekt dat de verschillen werden gedemonstreerd op een en dezelfde computer, toonde advocaat David Boies van het ministerie van Justitie met behulp van twee jonge computerexperts aan dat voor de demonstratie verschillende apparaten waren gebruikt.
James Allchin, senior vice-president van Microsoft, gaf toe dat er verschillende videosegmenten aaneen waren gemonteerd. Rechter Thomas Penfield Jackson zei niet te geloven dat Allchin de zaak opzettelijk had vervalst, maar verklaarde wel dat de betrouwbaarheid van de demonstratie zeer twijfelachtig was’.
Tot zover AP. Wat mij overigens ten zeerste verwondert, is dat rechter Penfield meteen zegt niet te geloven dat Microsoft opzettelijk de kluit heeft proberen te belazeren. De video was bovendien zo knullig in elkaar gezet dat ze hem van Penfield nog een keer over mogen maken. Dat vind ik ook maf, een rechter die een advocaat zijn huiswerk over laat doen.
Microsoft gaf woensdag toe dat ze niet zo goed waren in video’s maken. Misschien hadden ze er beter een Linux-box voor kunnen gebruiken. Immers, alle special effects in de film Titanic zijn op Red Hat Linux-machines gemaakt, en die zijn levensecht.
Linux rolt intussen langzaam door, een sneeuwbal die zo groot en zwaar is geworden dat-ie verwoestingen aan kan richten. CNet, zeg maar het CNN van internet- en computernieuws, heeft een Linux-departement geopend. Aanleiding: in de centrale zoekmachine van CNet was ‘ICQ’ het meest gezocht onderwerp, gevolgd door ‘Linux’, nog voor het millenniumprobleem en ‘browsers’.
Intussen werk ik naar alle tevredenheid door met Windows 98, terwijl ik Acces een pracht van een applicatie vind. D’r is echt niet zoveel mis met die spullen van Microsoft zoals zovelen u proberen wijs te maken.
Ik kijk naar mezelf. Op de krant mag ik (nog) geen Linux draaien, dus ik behelp me met drie verschillende machines op één bureau. Een NT-server waarop een op Acces geënte applicatie die de hele productie van de krant van een bepaalde dag in één slag netjes voor me transformeert naar een handzame database.
Daarnaast staat ‘de internet-pc’, waarop Windows 95 en een hele stoot aan allerlei applicaties. Verschillende browsers, e-mail-cliënts, Cute-FTP, Paint Shop Pro, TextPad, HomeSite, PhotoShop, kalenders, planners, van alles. Rechts daarvan staat een oud bakkie, waarop nog een Windows 3.11 en onze onder DOS draaiende redactionele tekstverwerker RPLS. Die is binnenkort geschiedenis, zodat ik wat meer ruimte krijg voor de internetbak en de NT.
Die internetmachine loopt als een tierelier. De netwerkverbinding is zo snel dat de ISDN thuis tergend traag lijkt, het is altijd en overal maar net wat je gewend bent. De hele dag staat die machine te werken, met meestal tussen de vijf en de tien programma’s tegelijk.
Crashes? Ik zeg niet ‘nooit’, maar met drie keer in de maand heb ik het wel gehad. Vrijwel altijd het gevolg van een of ander gemankeerd Java-script wat de browser laat struikelen, of vanwege een partij te grote foto’s door elkaar heen bewerken, waar geheugen en/of fotobewerkingsprogramma’s zich in verslikken.
Het valt dus allemaal wel mee met dat Windows en wie voor de eerste keer met Linux aan de slag gaat, zal zich nog wel eens hulpeloos achter de oren krabben. Maar toch draait dat systeem zo mooi en vlekkeloos op mijn oude Pentium 133 thuis, met 48 megabyte geheugen, dat ik best snap waarom ze er bij Microsoft bang van zijn….