De meest kolderieke zin die ik ooit verzonden heb – zonder dat ik hem zelf getikt heb – is integraal in de krant gekomen en niemand heeft me gevraagd wat ik er in godsnaam mee bedoelde. Dat kan een aantal dingen betekenen. Om te beginnen dat geen hond het ‘internet-stukkie’ van vorige week gelezen heeft. Dat zou slecht voor mijn ego zijn, maar ik weet gelukkig dat het niet waar is, want ik heb wel een aantal reacties gekregen op andere dingen die in hetzelfde artikel aan bod kwamen. Het kan ook zijn dat men die zin maar voor zoete koek aangenomen heeft, omdat mijn vocabulaire kennelijk vaker ombegrip tot gevolg schijnt te hebben. Heb ik van horen zeggen, zowel van hen die er gewoon voor uitkomen er geen touw aan vast te hebben kunnen knopen, als van hen die lange zinnen zeggen te waarderen. Hoe dan ook, leest u de volgende zin nog eens, en laat mij weten wat hij volgens u zou kunnen betekenen.
‘Bovendien zijn de kosten van apparatuur en verbinding er snel uit, als er geen houtbestratingen, vliegescheet en duinpannen meer gedeclareerd worden.’
Die zin zag ik tot mijn stomme verbazing maandagavond in de bibliotheek van Mill Valley, een kilometer of vijf ten noorden van de Golden Gate Bridge, in mijn eigen stuk staan toen ik het op internet nog eens nalas op de daar gratis te gebruiken internetcomputers.
‘Houtbestratingen, vliegescheet en duinpannen?????’ Wat zijn dat voor grappen? Wie heeft er mijn stuk verkracht? Dacht ik, met stijgende bloeddruk op weg naar huis, waar het gewraakte artikel nog in de Toshiba zat. En waar ik per e-mail eens even wilde gaan informeren naar de achterliggende reden van dat gegoochel in mijn tekst. De e-mail, beetje geïrriteerd qua toonzetting, was al bijna klaar en ik stond op het punt om op de send-button te clicken toen ik een van mijn eigen regels herinnerde. ‘E-mail klaar? heel langzaam tot tien tellen…’.
Dat schreef ik oktober vorig jaar in een bijdrage over boze e-mails over en weer. Zo’n ding is geschreven en weg voor je het weet en richt vaak meer kwaad aan dan het iets oplost. Dus telde ik niet alleen even tot tien, maar haalde ik in die tijd gelukkig ook nog even het gewraakte artikel in de Toshiba op in de bak ‘sent’ van het mailprogramma.
Krijg nou wat! Daar stond ‘houtbestratingen, vliegescheet en duinpannen’! Wat krijgen we nou? Grappen van huisgenoten? Nee, dat kan niet, want meteen nadat ik klaar was met het verhaal heb ik het verzonden. How the hell? Begon me iets te dagen. De enige tekstverwerker die ik sinds een jaar of drie gebruik is de onvolprezen TextPad, intussen beland op versie 3.2.5.
Ik gebruik hem niet alleen als tekstverwerker, maar ook als zoekmachine op mijn eigen disks, terwijl hij allerlei handige macro- en HTML-mogelijkheden heeft. TextPad heeft een spellingscontrole, maar die gebruikte ik tot afgelopen weekend alleen maar voor Engelse teksten. Die spellchecker deed zijn werk redelijk, maar voor Nederlands had je er dus niks aan. Ik was het al weer vergeten, maar een paar maanden geleden was ik op de site van TextPad een module voor een Nederlandse spellingscontrole tegengekomen en had ik die gedownload. Toevallig clickte ik vorige week per ongeluk op F7 inplaats van de F8 (vervang-zoek) en verscheen die Nederlandse controleur prompt in beeld.
‘Effe kijken wat-ie doet’ dacht ik, maar ik had er al na één zin genoeg van. Het was een werkelijk waardeloze module, zo te zien samengesteld door een Amerikaan met verre Nederlandse voorouders of zoiets. In ieder geval volkomen onbruikbaar. Voldoende reden voor mij om achtereenvolgens op ‘ignore all’ en ‘close’ te clicken en vervolgens mijn verhaal naar Nederland te verzenden.
Ik heb, om zeker te zijn, de oorspronkelijke tekst hersteld, want er stond ‘hotelovernachtingen, vliegtickets en dinerbonnen’. ‘Als die niet meer gedeclareerd hoeven te worden’, was de teneur van vorige week, ‘dan heb je die dure videoconferencing apparatuur er snel uit’. Die spellchecker er nog eens overheen gehaald, ‘ignore, close’, daarmee aangevend dat er geen enkele verandering doorgevoerd mag worden. Bingo! De drie woorden werden op exact dezelfde wijze veranderd, en bovendien maakte het programma van ‘Silicon Valley’ weer ‘siliconen vallei’….
Het antwoord op mijn vraag waarom die door mij verzonden wartaal niet verbeterd of verwijderd was: ‘we vonden het inderdaad wel een beetje vreemd, maar we dachten dat het leuk bedoeld was…’.
Omdat ik al zo vaak van Silicon Valley (en die spellingscontroleur heb ik inmiddels verwijderd) gehoord heb, vond ik dat ik er minstens een keer zelf doorheen moest rijden. Het staat op geen enkele kaart, want bestaat officieel niet, maar gelukkig bood Lonely Planet uitkomst: zo’n beetje de hele Santa Clara Valley ten zuiden van San Francisco, San Jose, Mountain View, Cupertino dat is allemaal Silicon Valley.
Mooi? Mwahh, valt wel mee. Enkele tientallen aan elkaar gegroeide dorpen, shoppingmalls, dure villawijken en heel veel kantoor- en fabrieksgebouwen, zonder schoorstenen. Allemaal high-tech, superdeluxe blinkende gebouwen van alle grote bedrijven die iets met internet of computers te maken hebben. Apple, Sony, Silicon Graphics, Netscape, Sun, dat soort werk. Microsoft niet, want dat zit een dag rijden naar het noorden, in en rond Seattle.
Mooi, ik kan voortaan zeggen dat ik in ‘The Valley’ geweest ben, maar ik heb de verleiding kunnen weerstaan om een sticker met tekst van dezelfde strekking aan te schaffen bij de benzinepomp. Intussen heb ik dus ook ontdekt waar ik in Las Vegas naar toe had moeten gaan toen ik dat internetcafé niet kon vinden: de plaatselijke bieb.
In die in Mill Valley staan een een stuk of twaalf bloedsnelle internetcomputers die je gratis kunt gebruiken. Je hoeft er niet eens lid voor te zijn: alleen maar even je naam invullen in een boek bij de receptioniste, die je een geplastificeerd kaartje geeft dat je aan de zijkant van de pc moet hangen. Daar staat op hoelang je aan het apparaat bezig bent, zodat als het druk is, je na een uur het veld moet ruimen voor de volgende, maar er zijn totnogtoe steeds genoeg terminals vrij. Er maken opvallend veel ouderen gebruik van, die niet schromen om je hulp te vragen als het even niet wil lukken, best gezellig.
Tijdens die sessie heb ik een aardige voorspelling gelezen: binnen twee of drie jaar zullen popsterren net zo betaald worden als sportsterren.
Ze krijgen geen royalties meer over het aantal verkochte cd’s, maar zullen met platenmaatschappijen in onderhandeling moeten gaan over hoogte van het salaris en duur van het contract. De BUMA kan ook opdoeken, heeft geen zin meer.
Is volgens de voorspeller het gevolg van de voortschrijdende digitalisering van muziek en de onmogelijkheid om kopiëren en verspreiden daarvan via internet te voorkomen. Popsterren zullen daarom in de nabije toekomst een salaris van een ondernemer krijgen, die zijn inkomsten uit het in de markt zetten van zijn werknemers moet zien te halen. In de vorm van het aan de man brengen van zijn werknemers via concerten, televisievoorstellingen en de vooral in Amerika florerende merchandising: petjes, schoenen, boeken, vulpennen, noem maar op, verzin maar iets nieuws. De muziek zelf zal gratis verspreid worden, en zal daardoor het belangrijkste reclame-medium van de zaak worden, in plaats van de belangrijkste inkomsten-bron. Hoort zegt het voort, en kopieer en verspreid zoveel als u wilt. Hoe meer hoe liever…