Er klopt natuurlijk helemaal niets van dat gedoe met wapens in Amerika en van alle wartaal die de liefhebbers van geschiet met geweren en revolvers, de National Rifle Association (NRA) voorop, uit de kast halen om die bizarre liefhebberij te verdedigen. Er kloppen misschien meer dingen niet in Amerika, maar van een hoop andere dingen kunnen we in Nederland nog het nodige leren. De manier waarop je als klant behandeld wordt bijvoorbeeld, en de manier waarop je van een wildvreemde in het park afscheid neemt, als je daar mee aan de praat geraakt bent. Aan de praat raken doe je om te beginnen gemakkelijker hier en als ieder zijns weegs gaat wordt dat altijd en overal afgesloten met zoiets als ‘Dank u. Het was leuk om met u gepraat te hebben. Have a good night…’
Ik weet het, zelfs in San Francisco zijn buurten waar ik ‘s avonds nog niet eens met de auto doorheen durf te rijden, maar door de bank genomen is de gemiddelde Amerikaan beleefder dan de Nederlander, en gedraagt men zich in het verkeer veel verdraagzamer. Terwijl steeds meer middelbare scholen van elektro-magnetische toegangen worden voorzien vanwege die wapens, lijkt me de gemiddelde scholier en student desondanks beter opgevoed dan in Nederland.
Genoeg gesocializeer van de koude grond, maar deze gedachten kwamen bij me op toen ik deze week op internet de laatste cijfers van de BSA las. De Bussiness Software Alliance, een overkoepelend orgaan van softwaremakers dat piraterij probeert op te sporen en uit te bannen.
Dat die club bestaat en zich druk maakt over de extra inkomens die zijn leden missen vanwege illegaal gekopieer is een begrijpelijke zaak. Alleen weet ik niet zo goed wat ik precies aanmoet met de cijfers die de BSA om de zoveel tijd door een grote roeptoeter over het net blaast. ‘Het zal allemaal wel’, denk ik, als ik, zoals afgelopen week, mag vernemen dat meer dan een op de drie softwarepakketten in Europa een illegale kopie betreft. Hetgeen de software-industrie volgens de BSA vorig jaar 2,7 miljard dollar gekost zou hebben. De bond laat overigens weten dat het de goede kant uitgaat: vorig jaar nog was 36 procent van alle bedrijfssoftware illegaal, en in 1994 was dat nog nagenoeg 50 procent.
In Nederland klopt volgens de BSA ook niet alles, want als daar voor ieder programma gewoon betaald zou worden, zou dat 195,8 miljoen extra in het laatje gebracht hebben. De BSA weet ook alles van wereldwijd. In een kort bestek: globaal wordt voor 38 procent niet betaald: voor 231 van de 615 miljoen geïnstalleerde pakketten is nog geen stuiver ontvangen. De BSA weet ook dat Noord-Amerika, Azië en West-Europa de grootste boosdoeners zijn. Ten slotte hebben ze nog een top-tien van boosdoeners, waarop Amerika nummer één is, gevolgd door China, Japan, Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk en Italië. Nederland? Dat staat op de twaalfde plaats.
Imponerende cijfers, maar de vraag is wat er van klopt. Gesmijt met cijfers over een bepaalde industrie die door een belangenvereniging van diezelfde industrie gepresenteerd worden, past een gezond wantrouwen.
Het is hetzelfde liedje als bij een demonstratie tegen iets: de organisatie roept dat er honderdduizend mensen aan mee gedaan hebben, en de politie zegt dat het er twaalfduizend geweest zijn. Vraag aan de paus hoeveel katholieken er op de wereld zijn en je krijgt een heel ander antwoord dan als je dat aan een overtuigd atheïst vraagt. Bij jaarcijfers van bedrijven weet je tenminste nog dat ze redelijk kloppen omdat een externe accountant er zijn ziel en zaligheid aan verbonden heeft, maar bij die BSA heb ik altijd zoiets van ‘zou dat nou echt allemaal waar zijn?’ Het mag dan wel een indrukwekkende preek zijn, maar te veel toegesneden op de uiteraard immer enthousiaste eigen parochie.
In mijn ogen zijn die cijfers pas betrouwbaar als justitie de computers heeft opengemaakt van alle bedrijven in Nederland en vervolgens de resultaten op een persconferentie presenteert.
Intussen ben ik ook niet ziende blind, neemt u intussen zelf een kijkje op uw harddisk, en snap ik ook wel dat er het een en ander mis is. Om misverstanden uit de weg te helpen: het mag niet, en het hoort niet. U zult van mij geen non-argumenten horen zoals: ‘ach, als de mensen echt voor PhotoShop zouden moeten betalen, dan zouden ze het niet doen. De maker loopt er dus geen inkomsten mis mee’. Van dat soort geleuter hou ik niet, want dat is zo krom als maar mogelijk. Als je een programma gebruikt, waarvoor eigenlijk betaald moet worden, dan doe je dat, punt uit. De meeste mag je dertig dagen proberen en de meeste houden er tegenwoordig overigens vanzelf mee op, als je dat niet doet. Registreren, en niet zeuren, of weer verwijderen.
Dat neemt niet weg dat ik de cijfers van de BSA met een pond zout blijf nemen. Ze klinken indrukwekkend, die procenten en miljoenen, maar het blijft natte vingerwerk. Amerika nummer een op de top-tien van illegale programma’s in bedrijven? Het zal best, maar dat komt dan waarschijnlijk omdat er hier miljoenen malen meer gebruikers zijn dan in welk land dan ook. Ik verbaas me hier namelijk iedere keer opnieuw over hoe netjes ze met hun software zijn. Waar ik ook over de vloer kom, zowel bij de thuisgebruiker als bij de vele kleine bedrijfjes van free-lancers of starters op het web, overal staan kastplanken vol met de dozen en de cd’s waarin de software zat toen hij aangeschaft werd. Natuurlijk zijn er websites waar je zo de ontcijferde sleutels van dure programma’s op kunt halen. Natuurlijk zal hier op die highschool, behalve een handwapen, ook wel eens een cd-rom volle illegale software verpatst worden. Maar ik hoor niet anders dan als ik erover begin, ‘oh, no, not done…’. Zoiets doen we niet.
Intussen ben ik voor de negende dag met CRT bezig, een keurige telnet-client van een Amerikaans bedrijfje met een Nederlandse naam. Met het programma van Vandyke Technologies gedraagt mijn Toshiba zich echt als een Unix-machine als ik op mijn webserver of mijn mailserver aanlog. En dat niet alleen beeldvullend, maar ook vele malen sneller dan de in Windows 98 standaard ingebakken telnetter. Die twee gegevens alleen al zijn de dertig dollar registratie meer dan waard. Maar omdat ik een zuinige Hollander ben, doe ik dat pas over eenentwintig dagen. Dat mag, zelfs van de BSA.