Het is in het begin even wennen in Amerika, voor een door strenge winkeliers netjes opgevoede Nederlander, maar je begint je hier toch betrekkelijk snel te gedragen als de koning die je als klant eigenlijke overal zou moeten zijn. Ik zie me in Nederland niet met iets wat na een half jaar kapot gaat zo gauw zonder bonnetje naar de leverancier stappen, maar in het keizerrijk van de consument is dat de normaalste zaak van de wereld.
Het hoeft niet eens kapot te zijn, want zelfs als je na een jaar ergens niet tevreden over bent, lever je het in bij een ‘exchange desk’. Terwijl ze hun verontschuldigingen aanbieden, krijg je gewoon je geld terug. In boekwinkels ter grootte van een Albert Heijn zitten en liggen tientallen kinderen, pubers en volwassenen op de vloer ontspannen boeken te lezen. Een kartonen beker cappuccino in de hand, die in dezelfde zaak verkocht wordt. Moet je in Nederland eens proberen. Duurt geen minuut of er komt een verkoper of je af die je op de vingers tikt met: ‘het is hier geen bibliotheek, meneer!’.
Terwijl in Nederland Kamercomissies en consumentengroeperingen alsmaar blijven kijven over hoe kopen op het web nou eigenlijk veilig zou moeten, kopen prijkt hier in de VS zowat dagelijks een paginagrote advertentie van American Express in alle landelijke kranten. Tekst: ‘u krijgt altijd uw geld terug als er op het web iets met uw creditcard gekocht is, terwijl dat niet uw bedoeling was. Altijd, punt uit!’
Waar elders iedereen gewaarschuwd wordt om vooral geen creditcard nummers in te tikken, is het hier precies andersom. ‘Het is beter om met een creditcard te betalen dan met een cheque’, heet het in Amerika. Omdat creditcardmaatschappijen machtige middelen hebben waarmee de leverancier achter zijn vodden gezeten wordt als die in gebreke blijft, terwijl u uw geld intussen terugkrijgt van de creditcardmaatschappij. ‘Maar daar betaal je wel een hoge rente voor’, zult u nu roepen. Dat klopt alleen maar als je je creditcard inderdaad als kredietkaart gebruikt. Dat hoeft niet, want je kunt de maatschappij in kwestie ook machtigen om een keer per maand van je bankrekening te halen wat je ze schuldig bent, zodat je creditcard een debitcard is geworden. Waarover je geen cent rente betaalt en die je niet meer dan de jaarlijkse bijdragen van een paar tientjes kost. Bij de meesten zijn dan meteen de spullen die je er mee koopt, voor een bepaalde periode tegen diefstal en verlies verzekerd.
Van de nadelen ben ik ook op de hoogte. In Washington zijn ze in de senaat al lang aan het bakkeleien over een nieuwe wet die failliet gaan minder gemakkelijk zou moeten maken. Er zijn nogal wat mensen die een tijdje lang vrolijk wapperen met allerlei creditcards, en daarna overmijdelijk in de problemen komen.
Natuurlijk is de klant in Amerika alleen maar koning omdat-ie zoveel koopt. Het kan in Nederland momenteel misschien ook niet op, maar het dagelijkse spendeergedrag van de gemiddelde Amerikaan is adembenemend, in ieder geval tot de volgende recessie.
Niet alleen in de winkels, maar ook op internet, waar je tegenwoordig moeite moet doen om een website te vinden waar niks te koop aangeboden wordt. Op het net is het hetzelfde als in de echte wereld: kleine kinderen hebben zelf geen geld, maar ze bepalen wel gedeeltelijk het koopgedrag van volwassenen. Kleine kinderen die geen spaarvarken hebben, maar wel hebben leren en schrijven, moet je goed in de gaten houden als ze achter de computer zitten. Bij E-bay, het grootste digitale veilinghuis ter wereld, kocht een dertienjarige whizzkid twee maanden geleden een Ferrari van 130.000 dollar. Althans, dat was hij met de verkoper overeen gekomen, maar papa was het er niet helemaal mee eens. E-bay waste zijn handen in onschuld, omdat dat alleen maar voor intermediair tussen koper en klant speelt, en was intussen spekkoper bij de drukte die erover gemaakt werd. Zodat ik publicitaire opzet vermoedde, hetgeen onverlet laat dat kinderen die creditcardnummers in kunnen tikken voor verrassende bestellingen en afschrijvingen kunnen zorgen.
In San Francisco werd vorige week de zoveelste multi media/internetbeurs gehouden: ‘Digital Kids’. Georganiseerd door en voor speelgoedfabrikanten, internetondernemers, en producers van kinderentertainment, die zichzelf en hun zaakjes klaar willen hebben voor de bestorming van internet. Prangendste vraag: hoe het mogelijk te maken dat kinderen zonder eigen creditcards ook daadwerkelijk dingen kunnen kopen? Volgens Jupiter Communications, gastheer van de beurs, winkelt ongeveer zeventig procent van alle surfende kinderen online, maar wordt door slechts vijf procent ook daadwerkelijk iets gekocht. De rest probeert, al dan niet vruchteloos, van pa of ma, of van oma of tante, het nummer van de creditcard te krijgen op de ‘submit button’ geclickt kan worden.
Zoals dat te doen gebruikelijk is, werden door diverse sprekers mooie verhalen opgehangen over de schoonheid van internet, en de onschatbare waarde ervan voor het heil van de opgroeiende jeugd. Intussen is het het enige waar het die beursgangers om gaat hoe dat voor hen alarmerende lage percentage jeugdige kopers op te krikken. Al was het maar omdat Jupiter voorspeld heeft dat in 2002 tegen de 40 miljoen Amerikaanse kinderen dagelijks over het web zullen surfen.
Een van de manieren waarop kinderen betalingsbevoegdheid toegekend zou kunnen worden, is een website maken waar ouders een krediet voor hun kinderen achterlaten, vergezeld van een password, dat ze vervolgens naar eigen goeddunken alleen op die website zouden kunnen spenderen.
Naast de boeken- en de cd-bon dus een e-mail-bon, waarmee de gelukkige ontvanger een sleutel ontvangt voor de kassa van een bepaalde website waar hij zijn digitale waardebon met enkele muisclicks in een teddybeer kan converteren.
Het blijven kinderen, maar de nieuwe internet-ondernemers zien ze als kleine mensen, met veel geld.