Nog maar een paar dagen en dan gebeurt er van alles met computers, en misschien ook niet. Ik kom daar volgende week nog wel een keer op terug, als alles tenminste nog werkt. Terwijl de halve wereld zich, dan niet terecht blijft nog even de vraag, druk maakt om de millenniumbug, hebben de providers in Australië vanaf 1 januari er een lelijk probleem bij. De Australische politiek heeft de providers Down Under doodleuk alle verantwoordelijkheid door de strot gedrongen voor alles wat via hun servers tot de burgers komt.
De ‘Broadcasting Services Amandment (Online Services) Act’ is een in alle opzichten stompzinnige wet. Ongetwijfeld zullen er enkele regimes volgen, of hebben ze als iets soortgelijks, maar ik denk dan meer aan China en landen als Irak en Afghanistan. Ongetwijfeld ook zullen er in Amerika nog steed rechtse senatoren en religieuze leiders zijn die de Australische stap toejuichen en in Washington lobbyen voor eenzelfde wetgeving. In Amerika zijn de pogingen daartoe echter al een paar keer gestrand omdat zelfs de voorstanders van de ‘Decency Act’ inzagen dat het zinloos is om een wet uit te vaardigen die niet uit te voeren en/of te controleren valt. Dus bezint men zich daar op andere manieren om kinderen – want die worden in het debat altijd gebruikt – te beschermen tegen al het duivels wat hen bedreigt vanuit de krochten en spelonken van het net.
Afgezien van het gegeven dat door fatsoensrakkers in de ene cultuur een blote borst als duivels wordt bestempeld, terwijl er in een ander land gedachtenloos voorbij geklikt wordt. Dat debat ga ik hier niet voeren, maar ik constateer dat er geen wereldwijde norm ten aanzien van pornografie is en dat die er ook nooit zal komen. Omdat deze column niet in de krant verschijnt, nog steeds vanwege het gegeven dat de hoofdredactie van BN/DeStem het afgelopen jaar te veel papier verbruikt heeft, wordt hij alleen verzonden via de maling-list. Daarom kan ik me hier wel permitteren om een Engels citaat te gebruiken, van de Amerikaanse columnist Dave Barry. Ik ben geen fan van hem, ik vind hem, zoals veel Amerikaanse columnisten en stand-up comedians, langdradig en melig. Dat ligt ook aan het Amerikaanse publiek, want daarvoor moet het er meestal heel vet bovenop liggen voordat ze het snappen en erom willen lachen. Maar Barry heeft in een van de tientallen (!) kranten die zijn columns pro! duceren ooit een aardige paragraaf over pornografie getikt: …….. The big problem with pornography is defining it. You can’t just say it’s pictures of people naked. For example, you have these primitive African tribes that exist by chasing the wildebeest on foot, and they have to go around largely naked, because, as the old tribal saying goes: “N’wam k’honi soit qui mali,” which means, “If you think you can catch a wildebeest in this climate and wear clothes at the same time, then I have some beach front property in the desert region of Northern Mali that you may be interested in.” So it’s not considered pornographic when National Geographic publishes color photographs of these people hunting the wildebeest naked, or pounding one rock onto another rock for some primitive reason naked, or whatever. But if National Geographic were to publish an article entitled “The Girls of the California Junior College System Hunt the Wildebeest Naked,” some people would call it pornography. But others would not. And still others, such as the Spectacularly Rev. Jerry Falwell, would get upset about seeing the wildebeest naked. — Dave Barry, “Pornography” ………….. Inderdaad, het is maar hoe je het bekijkt, maar de Australische regering heeft daar allemaal geen boodschap aan. Die wil niet dat de Australische burger, die tegenwoordig niet meer opkijkt van blote borsten op het strand – en die niet zit te wachten op dominee Jerry Falwell – tegen zijn zin geconfronteerd wordt met porno, geweld, en racisme op het net. Ik heb daar ook geen zin dan wel tijd voor, en ik heb er ook geen last van zolang ik er niet naar op zoek ga. De laatste tijd vallen er wel eens wat mailtjes in mijn box, waar of het een en ander ‘aan hangt’ of die je via een click naar een of andere website voeren. Die mailtjes afkosmtig van een of andere grappenmaker die me kent, of van een pornoboer annex spammer die me niet kent. Zelfs in die mailtjes herken je al waar het om gaat voordat je op de URL in de tekst of op de attachment clickt, en dat hoef je niet te doen. Ik gooi ze schouderophalend weg, tik het adres waar ze vandaan komen in mijn mailfilter en ik heb geen last meer van het roze vlees waarmee ze me hadden denken te verwennen.
Ik begrijp, en ik respecteer het gegeven dat er ouders zijn die niet willen dat dezelfde ‘troep’ in mailboxen van henzelf of van hun kinderen terecht komt. Daar zijn tegenwoordig redelijk goede filterprogramma’s voor, en diezelfde programma’s kunnen sites wegfilteren, zowel op IP-nummers en adressen als op content. Al blijft het hoe dan ook een beetje behelpen. Je kunt zo’n programma opdracht geven om alle mail en websites de vrije doorgang naar je computer te weigeren als er het woord ‘sex’ in voorkomt, maar de vraag is wat er dan allemaal over blijft. Zo overweegt niet alleen de Universiteit van Sussex om zijn naam te veranderen, om de voor de hand liggende reden, voortvloeiend uit het wegfilteren van ‘sex’. De zeer serieuze webserver van die universiteit wordt slecht geindexeerd door allerlei programma’s. Hoe knap het programma ook geschreven is, wat voor intelligente software er aan te pas komt, content valt niet te filteren door computers. Content kan alleen maar gefilterd worden door mensen die tekst lezen en die de inhoud met bepaalde normen vergelijken. Censors dus, net zoals iedere film door een uit censors, of hoe je ze ook wil noemen, samengesteld gezelschap moet worden bekeken voordat vastgesteld kan worden voor welke leeftijdsgroep hij geschikt is. Het advies van zo’n commissie of gezelschap is in het ene land niet meer dan een advies en in het andere een bindende uitspraak. Ik vind een filmkeuring een achterhaald iets. Dat werk wordt beter gedaan door recensenten en hun bevindingen leesbaarder gepresenteerd. Wie twijfelt aan de invloed van een bepaalde film op het welzijn van zijn kind, leest na de premiere de beschouwingen in een paar kranten en/of tijdschriften, of op het net. En geeft vervolgens een advies aan zijn nazaat, al dan niet bindend, waarna hij zich alleen maar af kan vragen of dat advies of verbod ook opgevolgd wordt. Maar ook al is de filmkeuring achterhaald, dan staat tenminste nog vast dat iedere film die in de bioscoop verschijnt, door de keuring gehaald is. Ik weet niet wat dat kost, maar het is kennelijk te behappen, zolang er geen duizenden nieuwe films per jaar uitgebracht worden.
Hoeveel miljoen websites er zijn is te meten, maar hoeveel miljoen pagina’s – intussen misschien al meer dan een miljard – pagina’s daaronder hangen staat niet vast. Zeker is dat de grooste, snelste, meest moderne, en meest ontwikkelde zoekmachines er niet in slagen om meer dan ongeveer een kwart van het web te indexeren, vanwege de schier onoverzienbare hoeveelheid Als dat de zoekmachines niet lukt, puur het indexeren, hoe zou dan de inhoud van dat heelal vol informatie bekeken, gelezen en gecensureerd moeten worden? Het antwoord is ‘niet’, omdat het onmogelijk is.
Dat is niet mogelijk, en de filterprogrammas kunnen nooit perfect zijn. Wat moet u dan, als ouder, met angst voor het net? Ik vrees dat u niet meer kan doen dan een beroep op het gezonde verstand, en u moet zich verder niet gek laten maken door die mensen die fanatiek tegen het net zijn en die vaak zelf geen aansluiting hebben. De politiek in Australia, van oudsher uitblinkend in korte termijn-politiek, met vaak dramatische gevolgen op langere termijn, heeft daar allemaal geen boodschap aan. De providers zorgen maar dat het goed komt, ook al is het onmogelijk. Wie verschoond wil blijven van censuur, moet zijn privacy weggeven. Hij moet zich identificeren met paspoort, rijbewijs, credit-card en adresgegevens van hemzelf en van zijn computer en een verklaring tekenen waarna voor hem niets gefilterd wordt. Intussen kan iedereen niet alleen naar Kings Cross gaan, zeg maar de Walletjes van Sydney, of zelfs naar de ‘Adult Shop’ in de outback en daar anoniem net alle pornovideo’s kan kopen die op het net verboden zijn.
De nieuwe internetwetgeving in Australie is draconisch. De groeperingen zoals ‘Electronic Frontier’ die er vruchteloos tegen gestreden hebben, hebben aangevoerd dat net zo goed alle telefoonmaatschappijen gevraagd kan worden om alle gesprekken inhoudelijk te controleren of de postbestellers te vragen om voor bezorging alle brieven, kranten en tijdschriften na te lezen. De verantwoordelijke senator, net zo ongelooflijk arrogant als al vrijwel al zijn mede-parlementariers, is er geen enkele maal in geslaagd de indruk te wekken dat hij begrijpt waar het om gaat.
Zoals alle politici Down Under schijnt hij maar een manier van debatteren te beheersen: hard op de man terugschoppen, niet gehinderd door last, ruggespraak of inhoudelijke argumenten. De uit hoogleraren, systeem-analisten en gepromoveerde sociologen samengestelde ‘Electronic Frontier’ werd door hem op de nationale televisie ‘een stelletje onopgeleide herrieschoppers’ gemoemd. Dat ‘onopgeleide’ heeft hij in het openbaar weer in moeten trekken, maar het debat, of de Poolse landdag die daarvoor door moet gaan, zal na 1 januari ongetwijfeld weer op volle kracht hervat worden. De hopen valt dat na het uitsterven van de millenniumbug het Australische parlement snel inziet dat het in de ‘Broadcasting Services Amandment (Online Services) Act’ wet een niet uit te voeren, niet te controleren monstrum geschapen heeft.