Journalisten in het algemeen en internetredacteuren in het bijzonder hebben de ballen verstand van computers. Ze zouden eigenlijk verboden moeten worden om met hun tengels aan de techniek te komen. IT’ers op hun beurt hebben hun roeping gemist: ze haden suppoost moeten worden. De gemiddelde techneut waakt het het liefst over een systeem dat ingericht is als het Rijksmuseum: je mag overal naar kijken, maar aanraken niets.
Aldus het beeld dat twee beroepsgroepen van elkaar hebben. Die, gedwongen door een pact dat de duivel schaterlachend ondertekend heeft, dagelijks met elkaar samen moeten werken. Ik denk er wel eens over om er een boek over te gaan schrijven, maar ik doe het niet, om meerdere redenen. Een ervan is dat diplomatie kennelijk een eigenschap is die met de jaren komt, een ander dat het ernaar uitziet dat ik – zonder interventie van de Staatsloterij – nog jarenlang samen zal moeten – sorry, mogen – werken met techneuten.
Bovendien kunt u zich, als ook u dagelijks met een computer moet werken, best voorstellen wat ik bedoel. Aan de andere kant kan ik me ook de wrevel, frustratie, ongenoegen, en wat dies meer van de gemiddelde IT’er voorstellen, zeker als-ie met de redactie van een dagblad samen moet werken. Als journalist leer je nou eenmaal om alles en iedereen met een zeer kritisch oog te bekijken, hetgeen als onbedoeld neveneffect heeft dat je nergens – of het moet onder professoren zijn – zoveel eigenwijsheid en zelfgenoegzaamheid tegenkomt als in onze beroepsgroep.
Daar dacht ik ondermeer om in een tot kasteel omgebouwd conferentieoord in Doorn waar ik van de baas een driedaagse ‘XML crash course’ mocht volgen. Tussen veertien IT’ers zat ik daar vooral als een kat in een vreemd pakhuis, maar gelukkig waren er maar twee die de hardware en de verbindingen voor een krantenredactie onderhielden. Ze bleken bij het Financieel Dagblad gewerkt te hebben met hetzelfde R84 systeem, waar ik mezelf al jarenlang aan zit te ergeren, dus we waren het nog eens ook. Kennelijk zijn de frustraties over dat systeen in het verleden nog hoger opgelopen dan bij ons, hetgeen daar op de werkvloer tot de volgende oekaze heeft geleid: wie zijn toetsenbord kapot slaat moet dat zelf betalen!
Om nog een andere reden dan het lagere gehalte aan ego’s vond ik het prettig toeven tussen techneuten: in die driedaagse werden er alleen maar relevante vragen gesteld aan de cursusleider, hetgeen voor mij een verhelderende ervaring was. Waar teveel journalisten goed in zijn is naar de bekende weg vragen, of naar iets waarbij ik aan een tang en een varken moet denken.
Wat XML precies is? Ik heb vernomen gehoord dat ik dat soort zaken in deze column niet meer behandelen moet, omdat het dan te onbegrijpelijk wordt. Laten we het er op houden dat XML de opvolger van HTML is – wat niet helemaal waar is – en dat het – wat waar is – ongeveer tien keer zo moelijk te doorgronden is.
Een dag later zit ik bij de presentatie van ons nieuwe ‘content management systeem’. Een workshop die bij vlagen in een Poolse landdag ontaardt, aan deze zijde de opgetrommelde internetredacteuren van de firma Wegener en aan gene zijde de techneuten van NetCast. Met dat CMS moeten we binnen afzienbare tijd de websites van onze kranten gaan vullen en redigeren. De eerste kennismaking levert vooral veel discussie op. Redacteuren en techneuten, daar gaan we weer, hebben tegengestelde belangen en tegengestelde invalshoeken. Belangen en invalshoeken botsen, redacteuren roepen dat programmeurs er niks van snappen, en programmeurs snappen niet dat dat redacteuren niks willen snappen.
Het doet me aan Australie denken. Vanaf het moment, zeven jaar geleden, dat bekend werd dat Sydney de gastheer van de spelen van 2000 zou worden, is daar niks anders dan ruzie gemaakt. Regeringen zijn er net niet gevallen, maar er zijn diverse ministers, organisatoren en tientallen andere hotemetoten gesneuveld over allerlei toestanden. Het had met kaartjes te maken, of met dingen die niet op tijd klaar waren, wie wel of niet de fakkel mocht dragen, zeven jaar lang het ene na het andere schandaal en alleen maar gekanker in gans het land. Het slot van het liedje kennen we allemaal: de beste Spelen ooit, en ditmaal klopt die obligate constatering.
Ik hoop dat het met ons nieuwe ‘content management system’ dezelfde kant uitgaat, en dat uit al die op elkaar knallende techneuten en verslaggevers iets moois zal groeien. Mijn enige angst is dat alles pas over zeven jaar zal kloppen, maar die veronderstelling wordt door de techneuten als volslagen idioot betiteld. Ik hoop dat ze gelijk hebben.