De vaste bezoekers van BN/DeStem Online hebben al gemerkt wat er eergisteren op de website van deze krant allemaal veranderd is. Omdat de deadline van de pagina waarop u dit leest, op donderdagmorgen ligt, kan ik op het moment van dit schrijven slechts mijn vingers kruisen, en hopen dat alle goede bedoelingen uitkomen.
Elders op deze pagina staat een artikel over het hoe en waarom – commercieel, redactioneel – van de veranderingen. Het zal voor de bezoeker wellicht even wennen zijn, net zoals het nog steeds wennen is voor de internetredacteuren, die andere heren dienen, andere wetten moeten gehoorzamen, en met andere applicaties om hebben moeten leren gaan.
De een wat enthousiaster als de ander, beginnen we langzaam te begrijpen hoe onze nieuwe content management applicatie, die niet aleen de schoonheid, maar tevens alle nukken van een prima donna vertoont, behandeld wenst te worden.
Ons nieuwe cma, soms een volbloed, soms een halstarrige ezel, is een symptoon van de volwassenheid die de kranten online langzaam beginnen te bereiken. Het cma staat, zo ongeveer, voor een soort digitale uitgeverij, waarin op verschillende niveau’s allerlei afspraken zijn gemaakt, waaraan de gebruikers zich dienen te houden. De internetredactie heeft de passwords voor de redactionele toko, de commerciele afdeling beschikt over de sleutel van de ‘verticals’, waarin allerlei toepassingen opduiken waar de redacties niets van doen hebben.
Niets nieuws, want ookde papieren krant wordt nog steeds iedere dag gemaakt door middel van een soort landjepik waarin de regels van het spel voor iedere partij duidelijk zijn vastgelegd. De redactie heeft de beschikking over een bepaalde hoeveelheid pagina’s waarmee ze het moet doen. Een gedeelte van die pagina’s is, letterlijk tot op de millimeter, gereserveerd voor een of meerder ‘ingezonden mededelingen’. In het krantenjargon een ‘im’, oftewel een advertentie op een tekstpagina. Inplaats van waar hij thuishoort, op een advertentiepagina, waarop verder geen regel redactionele tekst te vinden is.
Omdat de voorpagina voor iedere adverteerder het aantrekkelijkste is, wordt voor een im op de voorpagina het meeste betaald. Dus is er vrijwel iedere morgen strijd tussen advertentievertegenwoordigers, die het liefst een illegaal lapje land extra in zouden willen pikken, en de hoeders van het redactionele cultuurgoed die met een priemende wijsvinger naar de spelregels wijzen: tot hier en niet verder.
Dezelfde strijd wordt tegenwoordig uitgevochten op de voorpagina van de website. Met als aardige bijkomstigheid eenzelfde detail dat meetelt in de strijd om de im’s op de voorpagina: die ‘boven de vouw’ zijn meer in trek dan ‘onder de vouw’. Boven de vouw springt het eerst in het oog als de krant nog opgevouwen in de kiosk ligt, tevens de reden waarom ook het belangrijkste nieuws van de dag op de bovenste helft afgedrukt is.
Op een monitor zit nog geen vouw, maar wat nog niet is zou in de toekomst kunnen komen. Er zijn al leesbare vellen van elektronisch plastic, die opgerold of opgevouwen kunnen worden. Tot die tijd is bijna iedere voorpagina van een website een factor drie of vier langer dan het scherm waarop hij opgehaald wordt. De schuifbalk is scherprechter geworden: adverteerders eisen dat hun banner of button zo hoog mogelijk op de voorpagina in beeld komt, en zijn bereid daar extra voor te betalen.
Nieuwe portals, oude geluiden: ook in ons nieuwe systeem verkennen redactie en commercie de elkaar scheidende grenzen. Ingedachtig de wetenschap dat het gemakkelijker is om vergeving dan om toestemming te vragen, stappen beide partijen af en toe stiekem over de grens. Om gniffelende af te wachten hoelang het duurt voor de telefoon gaat of er iemand met grote stappen de internetredactie binnen briest.
Ik voorspel dat we de komende tijd nog een hoop plezier aan elkaar gaan beleven. Er is per gebied precies vastgelegd hoeveel banners en buttons de redactionele content mogen opvrolijken, dus dat is geregeld. Daarover hoeven we niet dagelijks in conclaaf te gaan. Waar ik niet precies uitkom is of nu ook goed bepaald is waar op de belangrijkste webpagina’s die dingen op mogen – of moeten – duiken: bovenop of onderin.
Als het aan de uitgever zou liggen, weet ik het antwoord wel. Die bezigen in hun eigen dieventaaltje andere benamingen voor redactionele en advertentiepagina’s. Dat zijn respectievelijk pagina’s die geld kosten, en die geld opbrengen. Terwijl niemand weet onze websites ooit meer geld zullen gaan genereren dan ze kosten, stechelen wij vrolijk verder over de posities van banners en buttons.