Het is lente, nieuwe geluiden. Al gaat het dwars in tegen de klassieke beleggersopvatting ‘buy in october, sell in may’, het lijkt erop dat de dot.com malaise het dieptepunt voorbij is en dat het tijd is om uw spaarcenten weer in nieuwe technieken te steken.
Let wel, ik geef geen adviezen en u kunt aan het eind van ieder reclamespotje horen dat in het verleden behaalde resultaten geen garantie voor de toekomst zijn. Dezelfde stem die u luidkeels en ronkend heeft aanbevolen om uw zuurverdiende euro’s onmiddellijk over te maken, gaat tien decibel omlaag en schakelt tegelijkertijd in de overdrive. Probeer het zelf maar eens zo snel na te zeggen en u raakt buiten adem.
In een column in Circuits, het katern van de New York Times over internet en computers, lees ik dat er iedere minuut ergens in de Verenigde Staten weer een dot.com wordt opgericht. Dat zijn er dus 1140 per dag, oftewel 10.800 per week, rekening houdende met de 24-uurs economie.
Ik neem de New York Times serieus, maar hier past een pond zout bij. Zelfs al beschouwen ze iedere grappenmaker die een dot.com domein registreert als een startend bedrijf, dan nog. Tienduizend per week is ruim een half miljoen per jaar en dat lijkt me zelfs in Amerika erg veel, voor startende bedrijven, alleen in die sector. Of is het tegenwoordig zo dat ieder nieuwe bedrijf daar maar meteen .com achter zijn naam plakt, omdat je tegenwoordig zonder website geen zaken meer kunt doen? Dat kan natuurlijk ook, maar klip en klaar was dat artikel daarover niet. Het roept meer vragen dan antwoorden op, maar ach, het is een column en daarvoor gelden, godzijdank, andere wetten.
De New York Times en Circuits mag ik nog steeds gratis lezen, maar ik vraag me af hoe lang dat nog duren zal. Vroeger kon je er gratis het archief in, maar tegenwoordig moet je eerst een creditcard trekken, en een archive article pack aanschaffen. Dat pack artikelen mag je vervolgens uit het archief peuren.
Terwijl netbetalingen met creditcards allemaal prima werken – ik heb er als regelmatig gebruiker sinds 1995 nog nooit problemen mee gehad – zijn er intussen ook andere systemen opgedoken, zoals Pay-Pal. Dat bedrijf werkt als een soort digitale letter of credit tussen klant en leverancier en het loopt lekker: al 14 miljoen gebruikers.
In Nederland wil dat allemaal niet zo snel. Pinnen en chippen volop, maar om de een of andere reden wil de Nederlander niet massaal aan de creditcard. Dat is een probleem voor bijvoorbeeld uitgevers van digitale kranten, want ook wij zijn niet van plan om op het web alles weg te blijven geven. Fijn, gezellig dat u iedere dag bij ons op bezoek komt, maar omdat we geen filantropische instelling zijn, zal er op enig moment iets voor betaald moeten gaan worden.
Hoe gaan we dat doen? Je zou bijvoorbeeld een gedeelte van de website af kunnen sluiten voor niet-abonnees. De consequentie is dat je gebruikersnamen en wachtwoorden moet gaan verstrekken aan je abonnees. Het moge duidelijk zijn dat het weinig zin heeft om een algemeen wachtwoord te hanteren. En als je iedere abonnee om de zoveel tijd een nieuw wachtwoord wilt sturen, komt er meer organisatie en onderhoud bij kijken dan wenselijk is.
Een mogelijke oplossing voor de problemen van Nederlandse uitgevers komt uit Engeland. De Times gaat later dit jaar de bezoekers van bepaalde delen van de website laten betalen via de telefoonreking. Het is een hele slimme procedure die ze verzonnen hebben. De bezoeker die een bepaald artikel wil lezen en daar 40 eurocent voor over heeft, voert het nummer van zijn mobieltje in op de site. Ommegaand komt er binnen enkele seconden een sms’je met een wachtwoord, en de veertig cent worden verrekend via de afrekening van het mobieltje in kwestie.
Het is een elegante oplossing. Vrijwel iedere internetter heeft een mobieltje, en de problemen van de creditcard – hoge verrekeningskosten en terughoudendheid – zijn opgelost. Wat is uw 06-nummer?