Zaterdag 15 juni 2002 – Het faillissement van KPNQwest en de op termijn al dan niet vaststaande gevolgen mogen voor sommigen een ramp zijn, voor anderen is het een zegen. Voor helpdesks, waar de uitdrukking ‘KPNQwest’ tot summa cum laude smoes van het eigen falen geworden is. Ik wed dat tachtig procent van de arme zielen die de afgelopen weken om de zegen van een it-afdeling of de genade van een helpdesk heeft moeten smeken met de volgende woorden gezegend is: ‘Ach meneer, dat heeft met KPNQwest te maken’.
Een netwerk dat niet vooruit is te branden? Tja, het is internet, dus het zou er iets mee te maken kunnen hebben, dat er ergens een stuk bandbreedte niet meteen beschikbaar blijkt. Maar iedereen die beroepsmatig met het net te maken heeft, weet wat er intern allemaal fout kan gaan voordat het boze buitennet er aan te pas komt.
De interne nameserver – het proces dat ip-nummers koppelt aan domeinnamen – plat? Zal KPNQwest wel zijn. De ftp-server onbereikbaar? Ach meneer, KPNQwest, u weet wel. U kunt uw mail niet ophalen van de Exchange-server? Wat vervelend nou, maar heeft u de krant niet gelezen? Browser niet vooruit te branden? U weet wel, enzovoort. Ik bid in stilte dat het doemscenario dat sommige zwartkijkers voorspellen als gevolg van het faillissement, geen waarheid wordt.
Enerzijds omdat mijn werk er dan een tijdje niet leuker op zal worden, anderzijds omdat in dat geval KPNQwest voor ons een digitale duivel zal blijven, plus de patroonheilige van de helpdesks van deze wereld.
Genoeg gezanikt over de mens achter helpdesks, overigens een beroep dat ik als een roeping zie. Van u en mij krijgen ze natuurlijk alleen maar verstandige, zakelijke vragen, maar als je alle stupide vragenstellers de kost zou moeten geven, heb je aan het inkomen van Bill Gates niet genoeg.
Steken we de hand in eigen boezem: we hebben een hacker achter de firewall gehad en dat was onze eigen stomme schuld. Ik praat gelukkig in commissie, want het is niet op onze machines gebeurd, maar via de account van een van onze collega’s van Wegener. Alle portals worden gemaakt op een centraal platform, het Amerikaanse Vignette Storyserver. Vertaald, onderhouden en verder uitgerold door de Amsterdamse firma Lost Boys, waar in deze barre tijden overigens ook de stormbal gehesen is, dus maar hopen dat die KPNQwest niet achterna gaan.
Op Storyserver, oftewel het CMA (Content Management Application), zoals het in de wandelgangen heet, is, zoals op allerlei systemen, op allerlei niveaus toegang. Er is een root of superuser, de ontwikkelaars hebben andere rechten dan de schoonmakers en de redacties hebben toegang tot hun stukkie schijf waar ze met hun websites mogen spelen.
Vergelijk het maar met een bank. De directeur heeft de sleutel van de voordeur, zijn eigen kamer en de drankvoorraad. De kassier is de enige die in de kluis mag komen en de interieurverzorgsters hebben de sleutel van de bezemkast. Zo gaat dat in de echte wereld, zo moet dat ook in de virtuele wereld, en het kan ook niet anders.
De directeur en kassier doen echter nooit wat in de computerwereld maar al te vaak voorkomt: als ze naar huis gaan de sleutel op een haakje naast de voordeur hangen. Ik beken dat op het moment van schrijven zo’n geel memo-blaadje aan de zijkant van mijn computer hangt met daarop het woord FurbY+Flo$$er$.
Niet voor mezelf, want dat kan ik nog wel onthouden, maar voor anderen die minder goed van memorie zijn. Ik neem het ze niet eens kwalijk, want, even tellen, op de internetredactie werken we met minstens vijfentwintig verschillende systemen, programma’s en/of applicaties, die met een of andere vorm van wachtwoorden beveiligd zijn.
Van een aantal daarvan hebben we ook de rechten om de wachtwoorden te vervangen, maar slechts een heel slim systeem dwingt me om de zoveel tijd een nieuw wachtwoord van minstens tien letters aan te maken en dan ook nog in een niet voor de hand liggende combinatie. Sommigen werken met cookies, het een wordt door Windows onthouden en het ander niet en het is altijd wat.
Ik vind het daarom niet zo gek dat mensen, als je ze zelf de keus laat, voor zowel gebruikersnaam als wachtwoord doodleuk hun eigen achternaam kiezen. Klaag je daarover bij de helpdesk, dan wijzen ze naar hun patroonheilige. U weet wel, KPNQwest.