Iedereen die, beroepsmatig dan wel vanuit een dwangmatige liefhebberij, dagelijks met iets met internet van doen heeft, kent ze wel; de kenners die beweren dat internet tot stilstand gebracht zal worden door de as van het digitale kwaad: virussen, spam, dos-aanvallen, hackers, phishers, digitale criminelen die uw identiteit jatten en misbruiken.
Vroeger deed ik die beweringen schouderophalend af, tegenwoordig begin ik me af te vragen of die sceptici wellicht hun gelijk gaan krijgen. Ook door het gevoel waardoor ik af en toe bevangen word, te veel gedoe, waardoor de lol er een beetje af begint te gaan.
Ik voel me geïnspireerd door bijvoorbeeld Stephen Seemayer, die afgelopen week in de Technology sector van de Los Angeles Times opgevoerd werd. Iemand die net als ik overal redelijk snel bij was, met de computer, met de homepage en daarna de website, met programma’s en gadgets. Buik vol van de spam, de spyware en de virussen, rukte hij afgelopen week zijn adsl kabel voorgoed uit de muur, geen zin meer om te betalen voor iets waar hij geen normaal gebruik van kan maken.
Of Seemayer een trendsetter is, weten we nog niet, wel dat het internetgebruik wereldwijd dagelijks nog steeds groeit en dat de problemen derhalve dagelijks ook alleen maar groter worden, nooit minder. Het is dat ik de meeste van mijn problemen uitbesteed heb, want anders had ik allang de pijp aan Maarten moeten geven.
Het zou qua diskspace en kosten een aantrekkelijke optie zijn om mijn eigen domein en mijn eigen mailserver ook werkelijk thuis te hosten, maar dat idee heb ik aan het eind van het jaar na een minuut nadenken terzijde geschoven. Na enig onderhandelen met die klantvriendelijke Amerikanen ben ik voor de komende vijf jaar met voldoende diskspace voor 15 dollar per maand onder de pannen. Inclusief dagelijkse backups, spam en virusscanners op die server, achter een ondoordringbare firewall. Plus een helpdesk van onovertroffen kwaliteit. Voor die paar centen krijg je een persoonlijke supportmens toegewezen dat jou vanuit Florida belt, alle tijd van de wereld heeft en niet ophangt voor je probleem opgelost is. Nooit zelf aan beginnen.
Verlost van die problemen hebben u en ik desondanks nog dagelijks last van alle geleuter in uw mailboxen en is de spyware het grootste probleem van de internetgebruiker geworden. Ik ben niet paranoia, maar begin me toch onderhand ook af te vragen of ik er verstandig aan doe, zelfs via een beveiligde verbinding, om nog iets te kopen via internet. Dat gevoel krijg je vanzelf nadat je een paar keer last gehad hebt van zo’n irritant stukkie software dat zich op je pc genesteld heeft, notabene terwijl je er zeker van bent dat je alleen maar betrouwbare websites bezocht heb.
Dit jaar is het tien jaar geleden dat ik voor het eerst iets kocht via internet. Het was de Apple Quick Take 150, de eerste digitale camera, via de website Cyberian Outpost. Misschien wordt dat museumstuk ooit wat waard, ook omdat ik de originele verpakking bewaard heb.
Het zal de komende jaren niet minder worden, waarbij de nodige ellende via zogenaamde slimme mobiele telefoontoestellen zal worden veroorzaakt. Met die dingen kun je hier en daar al betalen en wie een beetje verstand van die protocollen heeft, kan zich voorstellen op wat voor manieren daar misbruik van gemaakt zal gaan worden.
Of de duvel ermee speelt: tijdens het schrijven van voorgaande alinea’s komen er twee mailtjes binnen. Het eerste is van een oplichter die me wijs probeert te maken dat ik via de bankgiroloterij een miljoen dollar gewonnen heb en of ik maar even op de reply wil drukken. Deleten lijkt me verstandiger. Het tweede is kennelijk een echte vraag: een studente aan de School voor de Journalistiek, bezig aan een studieopdracht over internet, wil van me weten of ik ook geloof dat internet in 2006 onderuit zal gaan. Ze wijst me op de website van de Finse professor Hannu Kari, die dat in een lezing aan de Helsinki University of Technology voorspeld heeft.
Volgens Kari zullen zowel steeds meer individuen als bedrijven met internetgebruik kappen, vanwege de in de eerste alinea opgesomde problemen. Hij benoemt een belangrijker probleem: manupulatie van content. Wat is waarheid, en wat is leugen, op die miljoenen websites en blogs? Zodat ik mezelf om te beginnen de vraag moet stellen of Hannu Kari wel echt is.
Op een aantal vragen op de lijst van de Utrechtse studente weet ik geen antwoord. Natuurlijk neem ik de kwestie serieus, maak ik er me zorgen over, maar ik heb geen idee waarom de voorspelling van Kani – op diens website in 67 pagina’s tellend document vol cijfers en stellingen onderbouwd – tot op heden zo weinig aandacht van de media in Nederland gekregen heeft. Verder heb ik geen flauw idee of er mensen aan mogelijke oplossingen werken, wiens verantwoordelijkheid dat is en wat internet zou moeten vervangen.
Maar zou het echt zo’n haast lopen? Tussen mijn verzameling nutteloze cd’s prijken er twee die ik maar eens in moet gaan lijsten: software om millenniumproblemen op te sporen en op te lossen. Ach ja, het is nog maar vijf jaar geleden dat duizenden deskundigen over de hele wereld voorspelden dat op 1 januari 2000 alle computers ter wereld, en internet er achteraan, krijsend tot stilstand zouden komen. Dat liep allemaal nogal los en dat geeft de viruele burger moed. Het zal wel loslopen, al zal het een nooit ophoudende rat-race blijven tussen digitale criminelen en de internetpolitie.
De komende drie maanden heb ik met bovenstaand problemen weinig van doen, al zal met het thuisfront af en toe via internetcafe en weblog contact gezocht worden. Tot half april ben ik op reis, zonder laptop en zal deze column niet verschijnen. Wie in reisverslagen geinteresseerd is, wendt zich tot de weblog.