Goede of slechte timing? Vijfentwintig jaar geen haar op mijn hoofd gehad die erover piekerde om een Mac te kopen, en nu ik er een heb, stopt Apple er Intel processors is. En beweert Steve Jobs met een opgewekt gezicht dat de nieuwe Intel-versie van de iMac, waarvan ik amper een maand de trotse bezitter ben, minstens twee keer zo snel is.
Is FatCat, de naam waaronder mijn witte tornado op internet rond raast, een kat in de zak?
Ach, het zal allemaal wel, dacht ik altijd als Apple weer eens met benchmarks naar buiten kwam waaruit zou moeten blijken dat iedere machine waar het Apple-logo niet op prijkte, een miskoop was. De eerste de beste Pentium op de krant liep ongeveer twee keer zo snel als de Power Macs op lay-out en beeldredactie, maar de grafieken in Mac magazines wezen precies de andere kant uit.
Hoe dan ook, ik voel me bepaald niet gekocht of genaaid. Ik kan me eigenlijk – even op mijn eigen schouder slaan – niet voorstellen wat mijn FatCat nog sneller zou moeten doen.
De belangrijkste reden van mijn migratie is het besturingssysteem en aan dat OS X is met de vrijpartij tussen Apple en Pentium niets veranderd. Wat is dat operating system een genot om mee te werken, en dan zal het waarschijnlijk ook nog zo zijn dat de mijne met zijn 2,5 gigabyte geheugen snel of sneller is dan de nieuwe Pentium instapmodellen. Mijn plezier is niet bedorven.
Wat zou kunnen is dat straks iedereen die nu Windows gebruikt op een Dell of een klassieke machine van een andere dozenschuiver, de keuze krijgt tussen Windows en OS X.
Of dat illegaal dan wel legaal is, weet nog niemand. Apple ontkent dat het zijn prachtige besturingssysteem beschikbaar zal stellen voor iets anders dan een Mac. Terwijl ze bij Microsoft hun hart vasthouden, blaast op internet de ene na de andere hacker op de loftrompet: ik heb OS X draaien op mijn Dell!
Het wachten is op de volgende radicale koerswijziging van Apple: een mooie doos met een cd erin: OS X voor iedereen.
Laat maar komen.