De nachttrein bezorgt me een beetje heimwee. Omdat er vroeger in Breda alleen maar nachtkroegen waren waar je zonder stropdas niet naar binnen mocht, togen we na sluitingstijd naar Antwerpen.
De Bob was de schaarse geheelonthouder, of de goeie gast die aan het begin van de avond wat minder dronk dan de rest. Met zeven man in een Lelijke Eend schoot het niet echt op, om soms bij Wuustwezel een chagrijnige Zwarte Zwaan te treffen die het gezelschap stappers in spe zonder pardon terug naar Olland stuurde.
Achteraf, nu iedereen wijzer is, is het besef gearriveerd dat die escapades misschien niet al te verstandig waren, maar gezellig was het wel. Met ons is het altijd goed afgelopen, al is er een Deux Chevaux vol vrienden ooit over de kop gegaan, godzijdank zonder ergere gevolgen dan bulten en schrammen.
Ik vraag me af wat voor maatschappelijke fenomenen de nachttrein in de provincie op gaat leveren. Met Rotterdammers die in Brabant gaan stappen, is het net zoals met Marokkanen in het algemeen: een procent of vijf verpest het voor de rest en stigmatiseert daarmee een hele stad, een hele bevolkingsgroep.
Je kunt erop wachten: terwijl hele hordes gezellig gaan stappen en zingend in de nachttrein op huis aangaan, zijn er een paar die aan de noodrem rukken, ruiten ingooien en perrons onderkotsen. Dat gedoe gaat breed uitgemeten worden, het blijkt onbetaalbaar, en de nachttrein ontspoort. Dat zou jammer zijn voor alle nachtuilen, dus probeer het gezellig te houden.