Vertrouw de kunst, maar niet de artiesten. Of ik die wijsheid goed begrijp, betwijfel ik, maar wel weet ik dat ik met schilders, beeldhouwers, dichteressen, architecten en ontwerpers beter niet in discussie kan gaan. Althans, niet verder dan ‘mooi’, of ‘lelijk’.
Aanschouw hun kunst, koop het als u het mooi vindt, en laat het links liggen als u het niks vindt. Probeer het vooral niet te begrijpen, want als u er bij de eerste aanblik van gruwt, wordt het niks mooier als iemand uitlegt wat de bedoeling is. Bijvoorbeeld de brug, die de kroon op de prachtige Nieuwe Haven in Breda had moeten worden. Gétver! Net of het historische Spanjaardsgat tot in de lengte der dagen een rol speelt in een apocalyptische Mad Max; een monumentaal fort achter een in elkaar geflanste en gelaste roestende relikwie, na een atoombom.
Ergeren doe ik mezelf er niet aan. Het misbaksel heeft een belangrijke functie: zonder dood geen leven, zonder iets lelijks geen moois. Een mens, met of zonder verstand van kunst, moet toch iets te vergelijken hebben.
Bespaar me duiding en laat me lekker mijn neus optrekken. Die brug wint niet aan schoonheid als de maker zonder een spoortje van humor expliceert dat-ie bedoeld is om aan de overkant te komen (oh ja?).
Waarom-ie een spleet in het midden open gelaten heeft? Omdat mensen die elkaar dankzij zijn brug bereiken, woorden tekort komen om elkaar iets uit te leggen. De laatste zin begrijp ik (geloof ik), maar dat schroot blijft pijn doen aan mijn ogen.