The number 13, believed to be unlucky, has been skipped over at a horse stable
Een bijgelovige coach kun je niet serieus nemen, eigenlijk net zomin als een krant die horoscopen publiceert.
Omdat ik deze column op vrijdag de dertiende moest schrijven, uren voordat in Bern de oranje-blauwe kraker begon, wist ik niet of de daverende koppijn, terwijl u dit leest, van feestvreugde of kater is.
Bijgelovig ben ik niet, al heb ik jaren gespeeld met rugnummer dertien.
Bij toeval, want toen een apetrotse sponsor nieuwe pakken presenteerde, dreigde een Antilliaanse vriend stante pede de club te verlaten omdat hem 13 was toegekend.
Ik haalde mijn schouders op, pakte het shirt, en heb het minstens dertien jaar gedragen, zonder blessures of ongeluk. Ooit had ik een coach die me op de eerste training vroeg wat mijn geboortedag was.
Ervaring hebbende met charlatans, noemde ik een willekeurige datum, waarop-ie me met een peinzend gezicht toevertrouwde dat-ie dat goed gezien had en dat mijn sterrenbeeld best goed paste in zijn ideale opstelling.
Halverwege het seizoen was-ie godzijdank opgerot en redden we maar amper het vege lijf in het degradatiegedonder.
Het komt kennelijk op alle niveaus voor, want die Franse coach kent de sterrenbeelden van zijn spelers beter dan hun voornamen. Ik snap niet dat ze dat gelul van Domenech over leeuwen in de verdediging en schorpioenen in de aanval pikken.
Zouden die gasten nou echt zo dom zijn?
Ik luister liever naar Aboriginals, met hun genetisch bepaalde, prachtige hese stemmen.
Die geloven weer in andere dingen, maar als je ze vraagt hoe oud ze zijn, krijg je een verrassend antwoord: ‘Weet ik niet, ik ben in de zomer geboren. Op een zondag’.