Wie zich niet hoofdschuddend, ach- en wee klagend achter het klimaatpessimisme schaart, wordt in de discussie over de vermeende opwarming van de aarde met een mix van medeleven en agressie tegemoet getreden.
Of doodgezwegen, zoals wetenschappers die niet begrijpen waarom kranten vol staan van stijgende zeespiegels en een Noordpool waar je omheen kunt varen.
Een van die sceptici is Prof. Begemann, fysicus en emeritus hoogleraar te Eindhoven. Die heeft vorige maand zelf in het pakijs vastgezeten, en vraagt zich af waar de nonsens vandaan komt: ‘in en rond de Northwest Passage kwamen wij aan het einde van het zomerseizoen nog zoveel ijs tegen dat een gewoon schip daar niet doorheen kon.’
Volgens Begemann zijn de laatste zomers wellicht iets warmer geweest, maar wat je in de linkse klimaatkerk nooit hoort preken is dat de winters kouder en langer zijn, en dat de gemiddelde temperatuur eerder gedaald dan gestegen is.
Begemann herinnert er ook nog eens aan dat de gemiddelde temperatuur op de Noordpool in de jongste geschiedenis enorm op en neer gestuiterd is. Zo leefden 1500 tot 4000 jaar geleden op plaatsen die nu alweer honderden jaren onder meters ijs bedolven zijn, mensen van jacht, visserij en landbouw.
Ergo: enorme klimaatveranderingen in de afgelopen paar duizend jaar, waar mens en CO2 niets mee van doen hadden. Tijd voor een kritische toets van informatie over klimaatverandering, door deskundigen die geen belang hebben bij een eenzijdige berichtgeving.
Dus niet door politici, en, moet ik er helaas aan toevoegen, het merendeel van de media.