Ik ben dol op een mooie mall; hoe groter, hoe mooier, hoe liever. Zodra die er is in Tilburg, ben ik er een regelmatige bezoeker, zeker als er een Food Court in wordt ondergebracht van de orde van grootte en kwaliteit als dat van Chadstone in Melbourne, of een van de willekeurige Westfields in Australië of de Verenigde Staten.
Van mij hoeft Janus Oomen namens de Bredase tegensputteraars dus niet in Tilburg uit te gaan leggen dat ze in het Haagje van het Zuiden liever niet hebben dat de mega mall er komt.
Vrijheid, blijheid, dus hij doet maar, maar omdat ze in Tilburg iets minder bekrompen denken dan in Breda, lijkt niets meer mijn mall in de weg te staan.
Het is typisch Nederlands; zodra er iets nieuws gebouwd moet worden zijn er mensen tegen, waar op zich natuurlijks niets op tegen is.
Het probleem is dat, waar het ook om gaat, mensen die tegen iets zijn niet alleen veel meer kabaal maken dan zij die voor zijn, maar ook dat ze veel meer gehoor krijgen in de verzamelde media.
Meestal gelardeerd met vergezochte argumentatie, gepresenteerd als onwrikbaar gegeven. Zoals ‘de verpaupering’ van de binnensteden.
Als je de Bredase winkeliersvereniging moet geloven, is binnen een half jaar na de opening van de mall de haven verzand, zijn de etalages dichtgetimmerd en zitten alle zelfstandigen in de bijstand.
Kom, dames en heren, graag een beetje meer optimisme, ondernemerslust en fantasie. Dat vertaalt zich vanzelf naar een binnenstad waar ik af en toe eens in zal lopen, in plaats van de auto te pakken naar mijn favoriete mall.