Wie in Australië op te hard rijden betrapt wordt, is stekeblind, hardleers, dronken of gewoon dom. Geldt wat mij betreft ook voor iedereen die hier te zwaar op het gaspedaal leunt, maar de wetgever doet Down Under nóg beter dan hier zijn best best om weggebruikers er op te wijzen dat ze in de gaten gehouden worden.
Als op de radio, televisie én op de billboards beweerd wordt dat de politie extra haar best doet om aangeschoten chauffeurs te betrappen, dan kun je er donder op zeggen dat je gaande de lopende campagne minstens één keer per dag in een fuik terechtkomt. Is het niet ‘s morgens, dan wel ‘s middags, ‘s avonds of ‘s nachts.
Verrast was ik dus niet, toen ik om elf uur ‘s morgens voor de eerste keer moest blazen, maar wel stomverbaasd. Ik moest niet blazen, maar tellen, tot tien.
Piepjonge joviale agent, vers uit de outback, in charmant, lijzig en plat Queenslands: ‘Count, mate’.
‘Excuse me, officer?’
‘Yeah, mate, count, count till ten’.
Tot tien tellen? Even dacht ik aan een verborgen camera, vooral toen ik geen blaaspijpje ontwaarde aan het apparaat, een soort iPhone, dat door het raam naar binnen gestoken werd.
‘In het Nederlands of in het Engels, officer’. Schaterlachend: ‘Don’t care, mate, just count’. Bij tien flitste een groen lampje piepend aan. ‘You’re ok matey, on your way’.
Niet alleen drank en bij de wet verboden drugs in het lichaam van de tot-tien-teller, maar ook pijnstillers en slaapmiddelen worden door het futuristische apparaat genadeloos gesignaleerd.
‘En slechte adem, mate’, aldus de vrolijke diender, ‘dus zorg dat je in Australië iedere dag je tanden poetst.’