Ik woon in een volslagen idioot landje, denk ik minstens enkele malen per dag. Wie zo nodig een joint in zijn kop wil steken, doet maar, maar ik begrijp dat die Fransen er genoeg van hebben. Strikt in regelgeving én naleving, nemen ze ieder jaar tientallen tonnen wiet in beslag, kakelvers uit Les Pays Bas.
Is dat de helft, of slechts een percentage van wat ieder jaar door Hollandse kwekers aan Franse klanten geleverd wordt?
Kan allemaal, omdat ik in een land leef waar alles moet kunnen en van alles mag, ook wat niet mag. Enerzijds officieel niet gedoogd, anderzijds officiële ogen dichtgeknepen, volgens de wet niet mogelijk, maar beleidsmatig of pragmatisch toegestaan.
Ik klaag niet over de voordelen van mijn vrijheden, maar je hoeft geen hogere wiskunde gestudeerd te hebben om te begrijpen dat gedogen altijd uitwassen tot gevolg zal hebben. Ook uniek Nederlands: het doorlopend melden van de flitsers op de radio.
Deze week zat ik weer eens een dag in de auto, op verregende en verstopte wegen. Soms heeft het wel iets hilarisch, zo’n melding: een flitser bij kilometerpaal zoveel, midden in een file van zeventien kilometer.
Maar wat is het verschil tussen het waarschuwen van snelheidsovertreders en het waarschuwen van inbrekers? Voor dezelfde waanzin gaan die dj’s voor zitten lezen waar alle politieauto’s van Nederland zich bevinden, in real time.
Kunnen alle krakers en inbrekers hun navigators opnieuw programmeren om de veiligste route in te stellen, om hun volgende kraak zo ver mogelijk van de sterke arm te zetten.