Ik heb niets tegen homo’s en lesbiennes. Ik werk met door mij zeer gewaardeerde collega’s van de andere kant, ik heb homo’s onder mijn beste vrienden, ik sta er samen mee onder de douche na mijn veteranenwedstrijdjes met bal en knuppel – softbal hebben we het hier over.
Kortom; het maakt me, om in termen te blijven, geen ene fuck uit hoe of met wie mijn medemens het doet; totaal irrelevant. Toch weet ik niet zo goed wat ik van Gay Pride vinden moet.
De lol gun ik iedere deelnemer en bezoeker, maar ik vraag me af of het nog nodig is, in Nederland, een van de homovriendelijkste landen ter wereld. Relevant lijkt mij de vraag of dat extravagante gedoetje een uitgebalanceerd beeld van homoseksuelen in Nederland geeft.
Ik ben niet de enige liberaal die zich dat afvraagt. Volgens een onderzoek van Top-X vind tweederde van de homoseksuele jeugd in Nederland dat Gay Pride een eenzijdig en verkeerd beeld van hen en de hunnen oplevert.
Ook saillant; als ik hardop mee begin te roepen dat iedere homo tegenwoordig de kans loopt om door Marokkaanse snotapen in elkaar te worden geslagen, zit Geert Wilders in zijn vuistje te lachen.
Maar wat is nu eigenlijk het nut van die optocht?
Grachten vol mensen die staan te roepen en te showen hoe bloot en mooi en homo dat ze zijn, bruggen bomvol bewonderaars die staan te klappen, juichen en applaudisseren.
Van mij mogen ze, maar waar gaat het om? Of moet ik er toch wat langer over nadenken; hoe zou mijn leven zijn als het toeval één string in mijn DNA anders geknoopt had?