Het dier is in, niet alleen morgen. Wees ervan overtuigd dat er één sector is die helemaal geen last heeft van de crisis; die van het huisdier en alle niches in die lucratieve wereld.
Fabrikanten van dierenvoer hoeven zich helemaal niet te sappel te maken: zou het zó slecht gaan dat het huisdier eruit gaat, dan worden de hondenbrokken en kattenpaté toch wel verkocht. Aan hen die te krap zitten voor de supermarkt, maar in de voedselbank niet gezien willen worden.
In tuincentra zie ik dekbedden voor grote en kleine honden die over de honderd euro kosten, winkeltjes waar je voor dertig euro een broekje, een shirtje of een halsband voor een mauwerd of keffertje kan kopen, floreren als nooit tevoren.
Een fotowedstrijd op onze website levert in één week duizend inzendingen op; grote en kleine honden, poezen, cavia’s en konijen, paarden en pony’s, vogels, hangbuikzwijntjes, bokken, zowat alle passagiers van Noah.
Trots druipt van de onderschriften, oprechte liefde van de namen. Asiels en dierentuinen bestookten de media de afgelopen week met bestiale persberichten.
Zo krijgt het beestenspul morgen in Emmen speelvoer. De ringstaartmaki’s mogen op jacht naar de krekels die op hun eiland worden losgelaten, en de schildpadden en vissen krijgen levende mosselen.
Zelf ben ik ben dol op honden en katten, maar ook een beetje overvoerd, beestenmoe en knorrig. Ik heb een beter voorstel: dat alle dierentuinen voortaan op dierendag de voordeur dicht doen, zodat er geen mens in kan.
Om vervolgens alle poorten en hekken van alle kooien en buitenverblijven voor één dag te openen; een vrolijke, dolle boel, waar ieder dier zijn ware aard kan laten zien.