Op wie ik ga stemmen, weet ik nog niet, maar na dat debat van woensdagnacht staat één ding vast: op iemand die niet twittert. Dat besloten hebbende was ik bang in de christelijke hoek te belanden, maar dat die vrees bleek na een paar seconden research ongegrond: zelfs Rouvoet en de SGP kwetteren kakelend mee.
In een moreel dilemma kom ik niet terecht, want ook Wilders twittert. Voor wat het waard is; wie de premier zoekt op Twitter komt allereerst een aantal grappenmakers tegen die zich profileren als Bak Ellende en vooral melige tweets verspreiden.
Dat is des internets, maar ik vraag me af wat de echte Martijn van Dam (PvdA, zuurkoollasagne) en de echte Maxime Verhagen (CDA, saté) bezielt om met volle mond rond te zingen wat ze aan het eten zijn. Je zou zeggen dat ze iets zinnigers zouden moeten doen dan ons daar mee lastig vallen.
Wie een beetje reist weet Nederland zo ongeveer het onbeschofste land ter wereld is qua mobiele telefoon etiquette. Nergens lopen zoveel mensen in de openbare ruimte zo ongegeneerd in hun apparaat te blaten als hier.
Toch hebben we daar regels voor.
In de auto, in de klas, in het ziekenhuis, in de bioscoop en het theater mag het niet. Ik kan zo nog wel een tiental voorbeelden verzinnen waar je het met een beetje gevoel voor fatsoen niet doet.
In de Tweede Kamer kan het kennelijk wel.
Tijdens dat debat zat de helft geconcentreerd te twitteren, zonder enige aandacht voor wie aan het woord was.
Als ik hem kan vinden krijgt de eerste parlementariër die nog nooit getwitterd heeft, mijn stem.
P.s. Ik Twitter hier