Volgens professor Jacob De Boer had ik bij de brand in Moerdijk beter ergens anders kunnen staan dan bij het vuurtorentje van Strijensas, pal tegenover de superfik. Moet ik me zorgen maken? Misschien. Maak ik me zorgen? Eigenlijk niet.
Toen ik er stond was de brand nog zó heet dat alles honderden meters recht omhoog ging. Het regende ook nog niet, dus er sloeg nog niet echt iets neer.
Wel iets in mijn oog gewaaid, maar ja, dat kan ook een vuiltje van het een of ander geweest zijn. Na twee dagen flink tranende ogen is dat, weer overgewaaid, zullen we maar zeggen.
Toen ik er stond was de brand nog zó heet dat alles honderden meters recht omhoog ging. Het regende ook nog niet, dus er sloeg nog niet echt iets neer.
Wel iets in mijn oog gewaaid, maar ja, dat kan ook een vuiltje van het een of ander geweest zijn. Na twee dagen flink tranende ogen is dat, weer overgewaaid, zullen we maar zeggen.
Goed, volgens professor Jacob de Boer van de Universiteit van Amsterdam is minstens de helft van alle chemische stoffen op de brandweerlijst van Chemie-Pack kankerverwekkend. Zijn conclusie: “Wat er opgeslagen was is een cocktail van agressieve stoffen.
Loog bijvoorbeeld, en er is chloor aanwezig bij chloorethyleen. Bij chloor en koolstoffen in een brand kun je heel gemakkelijk dioxines krijgen. Daarvan is bekend, zoals nu in die affaire met die Duitse eieren dat dat altijd heel gevaarlijk is bij consumptie. Daarnaast heb ik op de lijst allerlei aromatische koolwaterstoffen aangetroffen. De lokatie is op dit moment een verzamelplaats van allerlei gevaarlijke, kwalijke en kankerverwekkende stoffen.”
De Boer is hoogleraar milieutechnologie en toxicologie. Hij is een van de eerste deskundigen die gevraagd is om de brandweerlijst van Chemie-Pack door te vlooien.
Volgens De Boer wil de aanwezigheid van de genoemde stoffen niet zeggen dat de aanwezigen tijdens de brand en de dagen erna een verhoogd risico lopen om ziek te worden. “Het is wel belangrijk om de bewoners in de gaten te houden bij wie de rookpluim over de huizen getrokken is.”
Daarbij gaat het dus om de dorpen aan de zuidrand van de Hoeksche Waard en het Eiland van Dordrecht. “De haven bij Strijensas was visueel misschien wel een geschikte plek om naar de brand te kijken, maar niet de verstandigste. Daar is in de loop van woensdag nogal wat overheen gegaan.”
Professor De Boer heeft met kennelijk verbazing zitten kijken naar reportages over de opruimingswerkzaamheden na de brand bij Chemie-Pack. “Die mannen die ik op de televisie boven zo’n putje zag staan. Een ervan werd daarbij geïnterviewd en die had niet eens een mondkapje op. Zo moet het dus echt niet. Dat is echt gevaarlijk.”
Wat betreft de brandweerlijst zegt De Boer de indruk te hebben dat het een magazijnlijst is, waarop alles nauwgezet is bijgeschreven. “Logisch, want naar ik begrepen heb moet die lijst iedere dag geactualiseerd naar de brandweer verzonden worden. Mijn indruk is dat dat netjes en consciëntieus gedaan is.”
Hoe nauwgezet blijkt uit pagina 13 waar één liter inkt voor een printer is vermeld. Op die pagina staan nog enkele opmerkelijke dingen. Zoals 500 wollen mutsen, 500 aardappelmesjes en 75 kerstpakketten.
“Naar ik heb begrepen,” aldus professor De Boer, “waren er bij Chemie-Pack ook goederen van andere bedrijven opgeslagen. Wellicht dat die wollen mutsen en kerstpakketten daaronder vielen.”
Twee andere toxicologen, Job Schreuder en Wil ten Berge, vragen zich af of de regels, waaraan Chemie-Pack zich diende te houden, kloppen.
“Zoveel brandbare en gevaarlijke stoffen bij elkaar. Als Chemie-Pack zich aan de regels heeft gehouden, moet je je afvragen of de regels wel kloppen”, aldus Schreuder van advies- en ingenieursbureau DHV. Dat bureau was in de jaren negentig betrokken bij de risicobeoordeling van de Bijlmerramp.
Volgens Ten Berge, adviseur voor de overheid en bedrijven als AkzoNobel, hield niemand rekening met een situatie als die in Moerdijk. “Muren zijn waarschijnlijk weggeblazen door de explosies. Die zijn waarschijnlijk wel brandwerend geweest, maar als het zo heet wordt, dan is dat een brug te ver. Hier kan en moet lering uit getrokken worden,” aldus Ten Berge.
Volgens Schrieders en Ten Berge heeft het weinig zin om te kijken welke stoffen minder of meer schadelijk zijn. “Door de brand ontstonden allerlei nieuwe verbindingen die op zichzelf levensgevaarlijk zijn, zoals stikstof- en nitroverbindingen.”