Alle feestdagen zijn voorbij, dus het wordt tijd om de hort op te gaan. Naar India.
Het land staat al een poos prominent op een lange rij van nog te bezoeken landen. Drie maanden geleden geprikt, de voorbereidingen zo goed als afgerond.
Inentingen gehaald, medicijnkastje voor de reis samengesteld, hotel in Mumbai geregeld – op routine. Totdat we er bij toeval achter kwamen dat er visa nodig zijn.
Uh? Straal vergeten. Omdat de vlucht al was betaald, vonden we tien dagen een beetje krap, zeker na een blik op de website van de Indian Embassy in Nederland.
Nadat we tientallen pagina’s over visavoorwaarden hadden geprobeerd te doorgronden, begrepen we maar één ding. Als de wiedeweerga naar Den Haag om te redden wat er te redden viel.
Met paspoorten, pasfoto’s, retourtickets, verzoekschriften, werkgeversverklaringen, salarisbrieven en bankafschriften.
Extra werkgeversverklaring vanwege mijn beroep. Waarin verklaard, ondertekend en afgestempeld dat ik niet als werknemer maar louter als toerist op pad ben.
Een vrije dag genomen, een goed boek mee, voorbereid op tien uur in de rij staan. Opgejut door de trollen op de reisforums: hou rekening met de bureaucratie als je naar India wilt!
Allemaal gelul. De realiteit: twee keer twee minuten kwijt, bij het afgeven en ophalen. Door een rustige, vriendelijke, glimlachende dame van visa voorzien. Klaar.