Het heeft me keihard geraakt, moet ik toegeven.Terwijl ik tot nog toe niets te klagen had. Afkloppen, noodlot valt niet te vermijden, en intussen tel ik mijn zegeningen. Kennelijk zit in mijn genen een kronkel ter bescherming van krullend haar. Verder koester ik mijn armen en benen die nog steeds lekker bewegen. Rug: los. Stoelgang? Geen problemen.
Ogen? Ach, je koopt voor 2 euro een leesbrilletje bij het Kruidvat of de Action. Om er thuis achter te komen dat in iedere poot een piepklein schakelaartje en een oogverblindend led-lampje zit.
Verrekte handig als je in duisternis iets niet kan vinden. Als je dat ding in het donker kunt vinden.
Wat zegt u? Oren? Ontsnapt wel eens een lange haar uit, maar ik hoef mijn iPhone nog niet op maximaal te zetten.
Katers? Nooit veel last van gehad, al hakt het er op vrijdagavond wel wat harder in dan vroeger.
De rest? Daar heeft u niks mee te maken.
Ik was een gelukkige babyboomer, een oudere jongere, niet alleen financieel een voorbeeld voor latere generaties, maar ook lichamelijk en geestelijk.
Fit en opgewekt, koen en kranig, recht van lijf en leden, een opgewekte geest van elastiek, plus de geruststellende wetenschap dat ik niet tot mijn 65e ga werken.
Al die zekerheden zijn deze week aan het wankelen gebracht door de brief die op de mat plofte. Mijn jeugd is nu definitief voorbij.
Het kafkaiaanse kartel van GGD, huisarts, farmaceutische industrie en Volksgezondheid heeft me dringend uitgenodigd.
Voor de jaarlijkse griepprik!