Amstel Tijgers 1977: staand van links naar rechts: Paul Koch, trainer-coach Hans Onverwagt, Bob . . . , Charles Urbanus, Jan Hijzelendoorn, Peter Stoffers, Arthur Stassen, Léon Krijnen, Ron Smit, Harm Horeman, Jan Visser, teambegeleider Roel de Groot. Zittend van links naar rechts Henk Boeren, Don Wedman, Bob Pels, Jimmy Sieval, Jelle Postma, Arnold Smit, Paul Smit, en de fysio wiens naam me ontschoten is.
Een zachte g? Ik? Nooit bij stil gestaan. Tot ik in 1975 naar Mokum verkaste en mezelf waar moest maken in een honkbalteam vol rauwe Amsterdamse lefgozers.
Als een pup in een kennel vol blaffende straathonden. Een immer oorverdovend extrovert gezelschap, altijd even vrolijk, met onbeschoft grote monden.
Van mijn Rotterdamse moeder mochten we thuis geen woord Bredaas praoten. Pardon ma, spreken. Desondanks bleek ik in de oren van mijn nieuwe maten met een Brabants accent behept.
Die Amsterdamse geinponems papegaaiden me na! Van nature een beetje dwars des te meer reden om mijn accent niet af te leren, maar te cultiveren.
Dus probeerde ik ze Amsterdamse klassiekers uit te laten spreken zoals het hoort. Kom op jongens, met een zachte g: gleuvenrijder, geinpomen, gladjanus, grijpstuiver.
Tevergeefs, maar gelachen dat we hebben! Mijn wraak is zoet, bijna veertig jaar na dato. Uit allerlei dialecten, waaronder Amsterdams, is Brabants als het meest sexy accent gekozen. Luister, stelletje loze Mokumse linkmiechels: veertig procent van het land is helemaal weg van het Brabants dialect.
Een Brabo die zijn g’s verzorgt, blijkt onweerstaanbaar. Die kunnen jullie met terugwerkende kracht in je zak steken. Gauw dat rijtje weer gaan oefenen. Als is het bijkans onmogelijk om van die rauwe scheurende Jiddische g iets fatsoenlijks te maken. Blijven proberen: gleuvenrijder, geinpomen, gladjanus, grijpstuiver, afgepeigerd, schijthuis, goochem.
Nee, niet zo scheurend, zo rauw, die g’s! Zachter! Zoals in zagjes.