Als het aan KPN ligt, moet iedereen zich op internet voortaan identificeren met een zwaarbeveiligd, digitaal paspoort dat door de overheid is gegarandeerd.
Dat lijkt me een prima idee, omdat het veel cybercriminaliteit en een een hoop onbeschoftheid kan voorkomen. Ik neem aan dat de overheid ook zichzelf, van premier tot vuilnisman, tot het gebruik van zo’n digitaal paspoort verplicht. Dat moet wel, want eenzijdig gaat zo’n systeem niet werken.
Ik ben regelmatig verbaasd als ik zie hoe vrienden en collega’s gebruiksgemak belangrijker achten dan afdoende beveiliging van hun digitale gedoetje. Terwijl ze zich wel iedere keer weer op de kast laten jagen door die onuitroeibare kettingbrieven over een virus zus of zo.
Baarlijke nonsens, maar ze blijven ze doorsturen naar alles en iedereen in hun adresboek omdat dat in hoofdletters aangeraden wordt. Vaak vergezeld van zogenaamde waarschuwingen van CNN, Microsoft, ‘door de NOS bevestigd!’, of de angstaanjagende programma’s Radar of Kassa. Of: LET OP! DOORSTUREN OP VERZOEK VAN DE POLITIE!
Ach, als puber was ik al dol op practical jokes. Een vriend die al een mooie sonore baard in de keel had, belde eens alle mensen in de straat die telefoon hadden. Dat waren er niet veel, begin jaren zestig. Mijn maat in het kwaad kon aardig toneelspelen.
De mensen die opnamen werden namens de PTT beleefd doch dringend verzocht een stofdoek over de telefoon te leggen, omdat de lijnen die middag doorgeblazen zouden worden. Ruim de helft trapte erin. Sommige huisvrouwen namen voortaan het zekere voor het onzekere. Nog maanden later lagen in het Bredase Brabantpark geruite stofdoeken netjes gedrapeerd over zwarte bakelieten toestellen.
Een soort virtuele firwall avant le lettre, voor het geval dat.