Als u dit leest, zijn we gisteren niet vergaan. Bij de deadline van deze column stond dat nog niet vast, want toen duurde het nog uren voordat het ook op Hawaï middernacht zou worden.
Goed, geen woord meer over de Maya-kalender. Dit is desondanks mijn laatste column van dit jaar, omdat ik volgende week de hort op ben. Te vroeg om terug te kijken, maar niet om vooruit te kijken. Hoe gaan we dat doen: met de mondhoeken omlaag, of met de borst vooruit en de kin omhoog?
Ik heb het nou wel een beetje gehad met het dagelijkse geklaag over kommer en kwel. Al zijn er helaas genoeg mensen die daar alle reden toe hebben. Geestelijke en lichamelijke gezondheid lijkt me de belangrijkste welzijnsfactor, maar goed bij de les en recht van lijf en leden kun je ook diep in de shit zitten.
Financieel bijvoorbeeld, of omdat misère of verlies van vrienden en geliefden in belangrijke mate je eigen welzijn bepalen. Maar in die categorie ken ik mensen die ik oprecht bewonder vanwege hun lijfspreuk: ‘niet klagen, maar dragen. Gewoon doorgaan’. Iedereen mag alleen maar hopen, zou moeten proberen ook zo te zijn als het er ooit op aankomt.
Daarom wil ik er toch voor pleiten om 2013 optimistisch in te gaan, ook als het flink tegen zit. De wereld is immers nog niet vergaan als u dit leest. Het heeft geen zin om u druk te maken over dingen waar u niets aan kan veranderen.
Ik heb er voorlopig even genoeg van, het constante gejammer en gejeremieer over de economie en de recessie, de zorgpremie en de wachtlijsten, de politie en de criminaliteit, politici en graaiers, onderzoekers en wetenschappers. Vindt u mij een struisvogel?
Zou kunnen, maar ik wens u toch een mooier jaar dan dit jaar, als het u allemaal niet heeft mee gezeten. Vooruit, een nog veel mooier jaar voor wie eigenlijk niks te klagen heeft gehad.
Het was me een waar genoegen.