Mijn oom en spits Gerard van de Korput scoort in De Kuip voor Feyenoord tegen DWS
Helaas is er gaande mijn geboorte iets fout gegaan met de portie DNA van moederskant. Aan die tak van de stamboom hingen mijn tweebenige oom en achterneef die het tot Feyenoord 1 en Oranje schopten. Ook jongere neven passeerden, passten en schoten net zo gemakkelijk links als rechts. Al stokten die talenten vanwege luiheid en blessures op een lager niveau.
Als baby gooide ik volgens mijn moeder de flessen uit de wieg tegen de muur kapot als ze leeg waren, maar een dubbele schaar heb ik nooit onder de knie gekregen.
Niet zo erg als Pietertje van de Calvé-reclame, maar hard gooien bleek een verslavend aangeboren afwijking, dus werd het honkbal. Wat voor trucs we tegenwoordig soms uithalen om een negental veteranen op de been te krijgen, verklap ik hier niet.
Het nieuwe seizoen staat voor de deur en de Bredase wethouder Bob Bergkamp, voorzitter van de honkbalbond, leest mee, dus ssssst! Wat ie wel mag weten, is dat het tweede van Jeka ergens in Noord-Holland ooit kampioen geworden is met driekwart illegalen van het eerste.
Moreel voelden we ons niet bezwaard, want alle tegenstanders deden hetzelfde. Don’t ask, don’t tell, heet dat. In het amateurvoetbal lijkt dat iets lastiger te zijn, want iedere voetballer boven de elf mag alleen maar met een spelerspas het veld in.
Toch wordt er iedere week gesjoemeld. Scheidrechters hoeven de spelerspassen alleen maar naast het wedstrijdformulier te houden, en kijken niet of de koppen met de pasfoto’s sporen.
Coaches die bij de tegenpartij een soort van Messi zien lopen van wie ze vermoeden dat ie niet mee mag doen, kijken wel uit om iets te zeggen tegen de scheids. Omdat ze er zelf ook een paar opgevoerd hebben met een verkeerde naam en fout geboortejaar.
Don’t ask, don’t tell.