Stakende postbodes of pakketbezorgers doen me denken aan stokers die staakten toen er elektrische treinen begonnen te rijden. Net als overbodig geworden aanstekers van gaslantaarns en met de komst van weefgetouwen werkloos geworden wevers. Zinloos, vooruitgang is nooit tegen te houden.
Iedere bezorger heeft mijn medeleven, maar zijn vak is gedoemd. Brieven verdwijnen helemaak, pakjes gaat u straks zelf oppikken bij een ophaalpunt. Maar ja, ook in mijn vak, waar al zo veel veranderd is, is de praktijk een beetje weerbarstig.
We hebben allemaal smartphones, iPads, laptops en desktops.
Afbeeldingen, afspraken, beoordelingen, declaraties, grappen, mailtjes, ontslagen, uitnodigingen en video’s gaan langs al die apparaten over en weer via Gmail, Google Calendars, Drive of Plus, Facebook, DropBox, Outlook, Twitter of WhatsApp.
Intussen zijn we nog steeds verslaafd aan printjes en blijft het begin jaren negentig voorspelde papierloze kantoor toekomstmuziek.
Op sommige bureau’s liggen aan weerszijden van de computer honderden A4’tjes. Alleen al wijzen naar zo’n ongebruikt archief is uit den boze. De werkster weet het, en stoft ze netjes af.
Anderen hebben de hardnekkige gewoonte om een binnengekomen mailtje te printen en dat vier meter verderop te gaan bezorgen met de mededeling: zou je hier eens even naar kunnen kijken. Het zou me niet verbazen als er vandaag of morgen een bewaker van de kosten het licht ziet en besluit om alle printers de deur uit te doen.
In de wetenschap dat een nieuwe iPad minder kost dan wat een werknemer per jaar aan inkt en papier verstookt. Ik vraag me af hoe die onverbeterlijke printjunkies zouden reageren. Misschien gaan ze wel staken, net als die bezorgers.