Steeds vaker moet ik tot mijn ongenoegen constateren dat de termen steeds vaker, steeds meer of steeds minder, steeds vaker worden gebruikt. Steeds wordt bijna nooit aan het begin van een leuk, opgewekt of vrolijk verhaal gehanteerd. Begint een verhaal met het woord steeds, dan kunt u het beter overslaan, want u wordt er niet vrolijk van.
Terwijl de komkommertijd nog maar nauwelijks is begonnen, is steeds als openingswoord steeds garantie voor een flinke partij kommer en kwel in de volgende alinea’s. Wist u bijvoorbeeld, dat er steeds meer verkeerde ledematen worden geamputeerd?
De schrijver van dat verhaal ontging het overigens dat er dan ook steeds meer mensen mensen met nul benen of zonder armen op straat op zouden moeten duiken. Je mag er immers van uitgaan dat na het verkeerde het gemankeerde ledemaat alsnog geamputeerd moet worden.
Steeds vaker wordt er gesmeten met de termen steeds meer, of steeds minder, gestaafd noch gehinderd door cijfers die het gebruik van het woord steeds rechtvaardigen.
Als er in een weekeinde twee fietsers verongelukken van de vier of vijf miljoen die al fietsend van het schitterende weer hebben genoten, zijn dat er in de kant van maandag steeds meer.
Nogal wiedes, zou je zeggen, want in een tijd dat er steeds meer gefietst wordt omdat er steeds meer jongeren én ouderen gaan fietsen, gaat er steeds vaker iets fout.
Hoe vaak? Geen idee, want dat lees je steeds minder in al die steeds meer of steeds minder verhalen.
Gelukkig begint het steeds beter weer te worden, zodat er de komende weken hopelijk steeds minder geklaagd zal worden. Gisteren hoorde ik iemand beweren dat er steeds meer mensen doodgaan. Dat zal wel, maar gelukkig worden er iedere dag opnieuw nog steeds meer geboren.