Op internet kan ik één ding ik missen als kiespijn: de digitale zeepkist. Met daarop de opgewonden standjes die vroeger op De Dam of in een park luisterende oren zochten.
Er stonden gelijkgezinden omheen, andersdenkenden die er tegenin begonnen te schreeuwen, en mensen die zich kostelijk vermaakten. Op internet kan iedereen voor een wereldwijd publiek zijn mening verkondigen. Om met Clint Eastwood als Dirty Harry Callahan te spreken: ‘meningen zijn net poepgaten. Iedereen heeft er een’.
Ik respecteer ze allemaal, de meningen bedoel ik. Het geschreeuw vanaf de digitale zeepkisten niet. Over advocaten die hun werk doen en dus ook de rechten van al dan nog niet veroordeelde pedofielen dienen te verdedigen. Over moordenaars, die veroordeeld zijn, hun straf uitgezeten hebben en op proefverlof gaan binnen de perken die daarvoor vastgesteld zijn. Zo werkt dat nou eenmaal in onze maatschappij. Godzijdank.
Afhankelijk van welk ijkpunt in de geschiedenis men hanteert hebben we er een eeuw of twintig over gedaan om tot de drie-eenheid van advocatuur, justitie en rechterlijke macht te komen. Niet overal zijn ze al zo ver, zodat er nog landen zijn waar iedereen zonder omhaal of rechtspraak onthoofd, opgehangen of voorgoed opgesloten kan worden, schuldig of niet.
Ik krijg geen lekker gevoel van de beslissing van Fred Teeven. Maatschappelijk onrust die hij als argument hanteert om de moordenaar van Pim Fortuyn niet met proefverlof te laten gaan?
Tja, als je op internet langs een virtueel park vol digitale zeepkisten surft heb je zo een indrukwekkende voorraad maatschappelijke onrust bij elkaar geknipt en geplakt. Een staatssecretaris van Justitie past het niet om daar zijn oor te luisteren te leggen. En helemaal niet om naar dat kabaal te handelen.