Krijnen.Com Krijnen.Com

Provinciaal

Sommige provincialen hebben lange tenen. Dat soort provinciaal dat echt provinciaal is, maar zich desondanks zwaar beledigd toont als het genoemd wordt wat het is: provinciaal.
Met veel plezier wonend, werkend, levend in Brabant, kan ik moeilijk ontkennen provinciaal te zijn. Maar waarom zou ik? Ik ben Brabander, dus provinciaal.


Ik had hier bijna automatisch ‘trots’ aan toegevoegd, maar dat is niet zo. Het is zoals het is; ik voel me gelukkig en tevreden in Brabant, maar waarom zou ik er trots op zijn? Bovendien: wat is een Brabander? Van Bergen op Zoom naar Boxmeer is anderhalf keer zo ver als van Breda naar Amsterdam.
Als Bergenaren en Boxmeerders tegen elkaar in hun eigen dialect beginnen, kunnen ze elkaar amper verstaan. Dat noemen we een rijke diversiteit aan taal en cultuur. Daar zijn nogal wat Brabantse provincialen trots op, en van mij mogen ze.
Maar als ze er boven de Moerdijk over klagen dat ze de Bende van Oss zonder ondertiteling niet vatten, zijn de rapen gaar.
Tamelijk lange tenen tonen al die provincialen dan ineens. Waarom? Geen idee, want je kan die mensen moeilijk verwijten dat ze dat dialect niet kunnen verstaan.
Ik weet niet of u wel eens in Oss geweest bent, maar als Jan Marijnissen en Emile Roemer het taaltje zouden spreken dat ze daar op de lagere school en op de fabriek geleerd hebben, was de SP nooit landelijk geworden.
Ook typisch provinciaal: als reactie een hoop kabaal maken over het Gooise Kinderen voor Kinderendialect, dat zo langzamerhand in heel Nederland boven de rivieren als ABN gehanteerd wordt.
Met die rollende ‘r’ en de Jiddische scherpe ‘g’ die je beneden de Moerdijk vooral op hockeyvelden en in zogenaamd betere buurten hoort. Ik stel voor dat Omroep Brabant dat taaltje voortaan ondertitelt, om een provinciaal punt te maken.