Hyderabad – Mumbai, May 2014
De afgelopen weken ben ik niet op Schiphol geweest, en ik heb ook geen trein genomen. Daarmee is me de nodige horror bespaard gebleven, afgaande op de verhalen van reizigers die met de trein naar het werk of op vakantie moesten. Nou ja, verhalen, tegenwoordig verneem je dat soort ongenoegen vooral via Twitter en Facebook, vergezeld van foto’s en video’s. Waar de begeleidende teksten er niet om liegen, vind ik de beelden nogal meevallen.
Het zal een kwestie van tijd zijn voor een of andere app een bij een tweet passend geurtje verspreidt, maar tot die tijd hoef ik niet te kokhalzen. Daar heb ik nogal gauw last van bij penetrante stank, terwijl ik dat van walgelijke beelden helemaal niet heb. Zodat ik in India een paar maanden vaak met mijn neusgaten dichtgeknepen rondgelopen heb.
Ondertussen volop genietend van een constant fantastisch bombardement van kleuren en indrukken. Achteraf is het grootste voordeel van die reis dat er zowel qua schoonheid als qua vuiligheid een standaard geijkt is waartegen je de rest van je leven alles afmeet. Vies vind je niets meer, kleurig ook niet gauw meer, en armoe bestaat hier niet.
En dat klaagt en zeurt maar, over de pensioenen, over Europa, over de regering, over dit, over dat. Dat gezegd hebbende: die stakende schoonmakers hebben mijn steun en sympathie. Ze mogen het dan misschien beter hebben dan de piepjonge lijmsnuivertjes op de stinkende vuilnishel van Mumbai.
Maar alles is relatief, en met wat die mensen moeten doen om niet te krijgen wat ze verdienen, zit er iets scheef. Ook in de zorg, en in nog wat sectoren waar te hard voor te weinig geld gewerkt moet worden. Dus niet meer zo zaniken over een beetje vuil in de trein, of op het vliegveld. Neem anders zelf eens een volle vuilniszak mee naar huis.