Het zal mij benieuwen hoe de automatieken en de klassieke frietboeren het aan gaan pakken, nu ze vanaf januari alle klanten moeten laten weten wat er in hun baksels zit. Net als alle restaurants, maar die kunnen dat op een menukaart kwijt. Maar een frietbakker?
Nou zal het niet zo’n probleem zijn om ‘aardappelen en vet’ op een zak friet te plakken. Maar zou je op een puntzak moeten vermelden wat er in de verschillende soorten frietsaus, mayonaise, piccalilly, pinda- en tartaarsaus zit, dat heb je een formaat vuilniszak nodig.
Om over frikadellen en kroketten niet te spreken. Met wat ze daar, alle kokhalzen veroorzakende gruwelverhalen gehoord en gelezen, legaal dan wel illegaal in hakselen en snipperen redden ze dat zelfs niet op een verpakking van twaalf dozijn.
Om alle ingrediënten van de twee populairste vreetstaven te benoemen, heb je zo ongeveer de complete ‘The origin of species’ van Charles Darwin nodig. Al zou het me niet verbazen als er ook vlees in verwerkt wordt van inmiddels uitgestorven diersoorten.
Insteek van die verregaande maatregelen van de steeds bemoeizuchtiger overheid: onze bescherming, onze veiligheid. Na de alcohol en de tabak staat ons eten op het menu van Big Brother.
Snijbloemen en kamerplanten zijn al aan de beurt geweest: daar moet op vermeld worden dat ze niet geschikt zijn voor menselijke consumptie.
Geen idee hoe het zit met uw sieruien, of met de blauwe druifjes die de pergola opfleuren. Maar ik zou ze niet opeten, want wie weet levensgevaarlijk én strafbaar!
En als u vanavond na winst of verlies van Oranje dronken naar huis waggelt en door een onbedwingbare zin in een frietje met een frikadel bevangen bent: vraag voor de zekerheid even wat er allemaal in zit. Kan ook die frietboer er alvast een beetje aan wennen.