De week mag ik hier altijd afsluiten, maar het allerlaatste woord van het jaar heb ik maar af en toe: als de laatste zaterdag van het jaar tevens de laatste dag van het jaar is. Hoe dan ook, mijn laatste column van het jaar heb ik al vaker geschreven, en altijd weet ik niet goed wat ik ermee moet: terugblikken of vooruitkijken?
Terugblikkend mag ik niet klagen, want het is best een mooi jaar geweest, en – afkloppen – zonder persoonlijke rampspoed. Vooruitkijkend – afkloppen – voorzie ik qua werk niet al te veel problemen.
Dankzij een van de zeldzame zegeningen van ouder worden. Want voor journalisten in het algemeen, en voor die van BN De Stem en Wegener in het bijzonder, breken zeer onzekere tijden aan. Met de zoveelste verkoop van de kranten, waar wij iedere dag hart en ziel in steken, is er maar één ding zeker: dat er voor niemand iets vaststaat. Linksom of rechtsom zal mij dat, gezien mijn leeftijd, niet meer raken.
De onzekerheid treft vooral mijn collega’s die stuk voor stuk jonger zijn. Het is in krantenland hetzelfde als in de zorg: er moet meer met minder. Meer werk, meer rendement, met minder mensen. Van de zorg heb ik te weinig verstand om daar een conclusie over te ventileren, van kranten een beetje. Maar het dilemma van ons vak is zo duivels dat ook ik niet weet waar wij heen gaan.
Papieren kranten zullen hoe dan ook verdwijnen, maar geen idee of dat nog zes of tien jaar duurt. Natuurlijk zullen er dan nog steeds allerlei vormen van hoogwaardige journalistiek bedreven worden. Maar met hoeveel mensen die digitale titels straks gemaakt worden?
Geen idee. Geen idee ook of dit mijn laatste of mijn voorlaatste column van een jaar is. Die hoe dan ook eindigt zoals ik hem altijd afgesloten heb: Gelukkig Nieuwjaar!