De reden dat ik geen full blown-abonnement heb op Fox, of op de app van Major League Baseball, is de verslaving. Ik kijk niet vaak honkbal, maar als ik bij een wedstrijd terecht kom, blijf ik hangen tot ie uit en over is.
Wanneer dat is weet je nooit, want het kan twee uur en 9 innings duren, maar het kunnen er ook zomaar 14 worden, die dan gauw vier uur in beslag nemen. Tot de laatste bal! Maar ja, ik hoop dat de Mets in de World Series komende nacht en zondagnacht winnen, en dan kan ik misschien toch weer niet van de pay button afblijven.
Ga ik komende week als baseball junkie toch weer twee of drie nachten zitten kijken. Maar misschien moet ik alleen al voor de finale van het wk rugby van vanmiddag een abonnement op Fox nemen.
Hoewel, rugby, dat moet je kijken met Argentijnen, Australiërs, Britten, Fransen, Ieren, Kiwi’s, Schotten, Australiërs of Zuid-Afrikanen. Liefst van alles een beetje, in een grote kroeg.
Honkbal had me eerder te pakken, en ik ben het trouw gebleven, rugby heeft me altijd gefascineerd.
Eigenlijk zou iedere profvoetballer verplicht één seizoen moeten rugbyen.
Dat zou het einde betekenen van alle maniertjes, schwalbes, gebedel om gele kaarten en gemekker tegen scheidsrechters.
Wie weet had Louis Suarez zelfs op een rugbyveld één keer zijn tanden in de schouder van een full-back gezet.
Dat zou dan ook meteen de laatste keer geweest zijn.
Niemand die geprotesteerd zou hebben, maar vóór het laatste fluitsignaal zou de openstaande rekening vereffend worden.
Om daarna, zoals in die mooie sport te doen gebruikelijk, met zijn allen het glas te heffen.
Met tampons in de gebroken neuzen, de kapotte wenkbrauwen gelijmd, de blauwe ogen half open.
Winnaars en verliezers door elkaar, zingend en zuipend.
Prachtige sport.