Bijna drie jaar geleden schreef ik iets over de sloop van Hotel de Kroon in de Boschstraat, en de daaruit voortvloeiende dood van Piet van Wijk. Van hem heb ik toen nergens een foto kunnen vinden, maar ik wist dat er ergens, boven Café de Beyerd, een foto van hem rond moest slingeren. Die heeft in de jaren tachtig in het café gehangen, in de wisselende expositie. Sommige portretten, van Piet en Els de Jongh, Albert Jonkers en Oma, hebben een vaste plaats, anderen portretten of Bredase foto’s hangen er een tijdje en verdwijnen dan weer een tijdje. Meester Muller bijvoorbeeld, Ben Speekenbrink, Peer Broeken, en en andere vaste klanten die het tijdelijke met het eeuwige verwisseld hebben. Met dank aan Orson, is de foto van Piet van Wijk, zoals ik hem kende, weer opgedoken. Ik heb geen idee wie hem gemaakt heeft, maar saillant is het gegeven dat deze foto hooguit een paar dagen, en misschien wel op de dag van zijn dood gemaakt is. Piet zit op een stapel stoeptegels voor die keukenzaak die vroeger op Boschstraat 31 zat, tegenwoordig Kamu. Hij kijkt naar de sloop van De Kroon, en ziet dat daar voor hem nog wel wat te halen valt, ijsselsteentjes, of kloostermoppen.
Piet was een notoire sjacheraar, gezegend met een gezond ochtendhumeur, rossige baard, altijd een hoedje op zijn tanige kop, altijd een shaggie in zijn bek, altijd vergezeld door een roedel honden, verzamelaar van en handelaar in roerend goed, en als het niet roerend was maakte ie het wel roerend. Dat werd zijn dood, toen Piet de laatste eeuwenoude baksteentjes van de restanten van de muur, die tegen gereedschapshandel Lapidaire aan leunde, op een mooie juniavond in 1984 illegaal los zat te bikken. Een paar ton baksteen donderde omlaag. Pas een paar uur later werd zijn vermorzeld overschot door de brandweer en de firma Stolwerk voorzichtig onder het puin vandaan gepeuterd.
Zoals Dagblad De Stem op 19 juni 1984 (ik zat voor de krant op Roland Garros) bekend maakte: ‘De instorting van een muur in de resten van het gesloopte hotel De Kroon in Breda heeft gisteravond het leven gekost aan de bekende Bredanaar Piet van Wijk. Hij werd bedolven onder de brokstukken en moet vrijwel op slag dood zijn geweest. Na een korte graafactie heeft de brandweer zijn stoffelijk overschot rond 22.30 uur aangetroffen onder de puinhopen.’
Twee weken later schreef John O’Mill, inmiddels ook al weer een jaar of tien wijlen, in De Stem een in memoriam onder de kop ‘Een zeer bekende Bredanaar’.
Met de negen, tien, elf of twaalf honden van Piet van Wijk kwam het helemaal goed. Niemand in zijn nogal alternatieve kring van kennissen en vrienden wist precies hoeveel honden hij had, en welke hond van wie was. Maar er ging er niet een naar het asiel, en ze werden allemaal liefdevol opgenomen.
Facebook Oud Breda: de dood van Piet van Wijk