René Schotanus zocht gisteren een foto van het beeld van stiertje dat ooit voor het postkantoor op de hoek Zeggelaan – Polderstraat stond – en vroeg zich af waar het gebleven was. Schijnt nu op de kinderboerderij van Savok te staan, of achter het oude gemeentehuis, dus daar zijn we uit, maar mij schoot een andere herinnering te binnen: de overval op het PTT kantoor, toen dat in 1969 nog aan de Hoofdstraat zat, tegenover De Zevende Hemel.
Dat toen nog Café Het Centrum heette. Daar stapten op woensdag 12 maart drie zeelui binnen, die de week daarvoor, nadat ze in Rotterdam van de kustvaarder Désiree afgemeerd waren, op Katendrecht binnen de kortste keren hun gage verbrast hadden. Ze hadden de smaak te pakken, maar ja, bijna geen geld meer, dus wat doe je dan? Besloten werd om een postkantoor te beroven, en de keus viel op dat aan de Hoofdstraat in Terheijden.
De benodigde moed werd in Café Het Centrum ingedronken, waar ze de tussen de pinten door biljartend en pokerend het postkantoor in de gaten hielden. Saillant detail, volgens de verslaggever van Dagblad De Stem: de overvallers leerden de heer Van de Made uit Zevenbergschenhoek zo goed pokeren, dat hij won. Vol verontwaardiging vertelde hij later dat hij, hoewel er om een rondje gespeeld werd, niets aangeboden kreeg van het trio!
Na het kaarten en biljarten stapten ze voor de tweede keer het postkantoor aan de overkant binnen, nadat ze dat ‘s morgens al een keer gedaan hadden. Eigenlijk hadden ze toen de kas al mee willen nemen, maar omdat ze last van slappe lach kregen gingen ze eerst maar pintelieren. De tweede keer slaagden ze er kennelijk in om kwaad te kijken, hielden kantoorhouder De Jonghe een revolver onder zijn neus, en kregen de inhoud van de kas mee, bijna 2700 gulden. Toen ze er in vliegende vaart vandoor waren belde De Jonghe onmiddellijk de politie, die in Breda met groot machtsvertoon een onschuldig echtpaar uit Made van de weg plukte. Dat omdat de nerveuze De Jonghe de rovers in een blauwe Ford had zien aftaaien, terwijl ze in een groene Opel lang het Markkanaal richting Oosterhout gereden waren.
Daar lieten ze de gehuurde Opel achter, om na drie verschillende taxi’s in Antwerpen verder te gaan waar ze in Rotterdam bijna blut mee geraakt waren: de bloemetjes buiten zetten. Aan de grens in Wernhout werden ze gecontroleerd door de Rijkspolitie, die de drie mannen liet gaan, terwijl alle politiediensten in Nederland toch in staat van paraatheid waren gebracht, op zoek naar . . . drie mannen.
Goed, drie dagen later werden ze alsnog door de Rijkswacht van hun bedden gelicht, binnen de kortste keren aan Nederland uitgeleverd, en uiteindelijk alle drie tot anderhalf jaar gevangenis veroordeeld. Toen ze gepakt werden was er nog 250 gulden van de buit over, dus ook de Antwerpse horeca – en wie weet enkele Honky Tonk Women – had goed verdiend aan de drie Daltons.
‘Een en al amateurisme’, legde kapitein De Maat van de Rijkspolitie na de arrestatie uit – wijselijk zonder verder aan de onterecht en traumatische aanhouding van dat onschuldige echtpaar uit Made te refereren, en aan het gegeven dat zijn eigen dienders ze zonder slag of stoot de grens hadden laten passeren.
Dank was er voor het 19-jarige winkelmeisje van de slagerij aan de overkant, die het kenteken genoteerd had. Ria Halters was het vreemde gedrag van de mannen opgevallen, zodat ze tussen de bestellingen van de koteletten en braadworsten netjes ’78-16-AZ’ genoteerd had.
Een ander saillant detail: in het kader van het forensisch onderzoek nam de Bredase recherche in het café Het Centrum de biljartstokken en de ballen in beslag. Zou zomaar kunnen dat dezelfde ivoren ballen 50 jaar na dato nog steeds over het groene laken van De Zeven Hemel rollen. De revolver tenslotte, die bij de overval gebruikt was, bleef onvindbaar, maar was, volgens de overvallende feestvarkens, een plastic klapperpistool, aangeschaft in de Rotterdamse Bijenkorf.
Zie ook: Facebook