‘De Kunstzij’, medio jaren zestig, met rechts de de Leerlingstraat, de Gezelstraat, de Meesterstraat, de Dekenstraat, de Fiscaalstraat en de Vaandragerstraat.’ Midden onder, aan de andere kant van de Mark, een stukje Backer en Rueb.
Update van de oorspronkelijke post van dinsdag 16 juni 2015 – naar aanleiding van ‘Waar zijn de Schikgodinnen?‘
Het is een vergeten voetnoot in de geschiedenis van Breda: een wijkje van zes straten, waar vijftig jaar lang werknemers van ‘de Kunstzij’ woonden.
De Gildewijk vanuit het noordoosten gezien, over de volkstuintjes richting Enka.Als de portier op zijn fluit blies, had je 4 minuten warm water en geen seconde langer
Vanaf de jaren dertig tot begin jaren zeventig van de vorige eeuw stonden er 74 huizen aan zes straatjes en één laantje op de plaats waar nu het Spinveld is. Henk Voermans werd er op 4 april 1946 geboren, in de keuken van een van die woningen aan de Fiscaalstraat. Beter gezegd, in een van de twee woningen die door het weghalen van een trap aan elkaar gekoppeld waren. „Zodat we er met allen nog maar net in pasten”, aldus Voermans, „want we waren met twaalf, ons vader en moeder, zes meiden en vier jongens.”
De zes straatjes lagen dwars op de Gildelaan, die bijna veertig jaar zo ongeveer lag waar het Spinveld nu ligt, van de Markkade naar de voormalige huisvesting van BN De Stem. „Maar dan zonder de bochten”, zegt Voermans, „vanaf De Stem vanuit het westen tot aan de Markkade lagen de Leerlingstraat, de Gezelstraat, de Meesterstraat, de Dekenstraat, de Fiscaalstraat en de Vaandragerstraat.”
De Gildewijk, ook wel Tuinwijk of Viscosewijk, werd door de Bredase industrieel Charles Stulemeijer gebouwd. Voor de Hollandse Kunstzijde Unie HKI, later AKU en later Enka. Toen de Enka in 1972 via de eerste bedrijfsbezetting van Nederland werd gered van de sluiting, was het voor de Gildewijk al te laat. Die viel in 1973 onder de sloopkogel van Stolwerk, waarna de Enka negen jaar later alsnog gesloten zou worden. Van alles wat ooit het roerende goed van de HKI, AKU en Enka was, resteert nu alleen nog het het beeldhouwwerk van Niels Steenbergen, ooit door de ondernemingsraad aan de Raad van Bestuur geschonken. Dat staat na de sloop van de Kamer van Koophandel aan de Mozartlaan ‘ergens’ op een depot van de gemeente Breda. Zie: ‘Waar zijn de Schikgodinnen?‘
Voermans moet een van de zeer weinige Bredanaars zijn die een fysiek aandenken aan de Viscosewijk heeft. In zijn achtertuin in de Nachtegaalstraat staat het straatnaambordje van de Fiscaalstraat. (Foto van Johan van Gurp, 1982, lees verder onder de foto)
De kinderen zijn het huis uit, samen met zijn Monique woont hij nu alweer veel langer in De Belcrum dan in het Tuinwijk van zijn jeugd. Daar kan hij uren, dagen, weken over vertellen, met weemoed, vol goede herinneringen. Hij pakt er zijn archief bij; plakboeken, tientallen enveloppen, honderden knipsels en foto’s. „Wat er woonde werkte altijd voor 80 procent in ‘De Kunstzij’. Iedereen kende elkaar, maar dat was nooit vervelend, iedereen hielp elkaar.”
Het zalige douchen, op de HKI, de Kunstzij, de Enka, iedere zaterdagmiddag. „Stonden we met zijn allen voor de poort te wachten op de portier. Daarna werden we door de fabriek naar de kleedlokalen gedirigeerd, terwijl alles volop in bedrijf was. Met die kenmerkende geur, die niemand die er gewerkt heeft ooit vergeet. Iedere douche had toen nog een deurtje, wat je op slot kon doen. Vergeet niet, het was jaren vijftig, dus niks geen open douches en al helemaal niet gemengd. Er waren niet genoeg douches, dus we moesten wachten, in ploegen. Als iedereen zich achter zijn deurtje uitgekleed had, blies de portier op een fluit. Dan kreeg je vier minuten warm water. Een halve minuut voor het verstrijken van die tijd blies hij nog een keer op zijn fluit, dus dan had je nog dertig seconden om jezelf af te zepen. Als je niet rap genoeg was had je dikke pech, want dan werd het water pardoes steenkoud, en dan stond je daar met je kop vol zeep. Shampoo? Dat had toen nog niemand. Niemand had telefoon, geen enkel huis. Bij de portier van de Enka was een telefoonhokje. Als er ‘s nachts iemand ziek werd, kreeg je een kwartje mee om daar de dokter te bellen.”
Klik hier, of op de thumbnails hieronder; meer foto’s van de Gildewijk in het Stadsarchief.
Vorden, 26-12-22. Beste LS. Ik ben in het bezit van een oud blad van 1923 =OPGANG- en daarin staat een uitvoerig artikel over Frans en Jacques en Charles STULEMEIJER . Carel Lambertus Stulemeijer geb 20-9-1880 te Rotterdam ( Charles) was de bouwer van de Gildewijk in Breda . Ivm het artikel ben ik opzoek naar familie / nazaten van Charles Stulemeijer. Waarschijnlijk woonachtig in Breda. Kunt U mij helpen? Ik weet inmiddels dat Charles Stulemeijer samen met zijn vrouw Esther Lucie Marie Therese Ghislaine Evrard 6 of 7 kinderen hebben gekregen, 6 dochters en 1 zoon . Ik hoop dat U mij kunt helpen aan dus familie van Charles Stulemeijer. Groet van Martin Gabriël
Beste Martin, bedankt voor je reactie, maar ik heb geen idee. De spelling van de naam is overigens ook een dingetje, zie ik, als ik even in het Bredase Stadsarchief duik. zowel Stulemeijer als Stulemeyer worden door elkaar gebruikt. Misschien dat ze er bij Oudheidkundige De Oranjeboom meer van weten, ik zie Peter van de Steenoven er in het Jaarboek van 2017 een hoofdstuk aan gewijd heeft: ‘Charles Stulemeijer (1880-1968), een katholiek grootindustrieel met corporatistische trekken’.
Dat verhaal staat hier: https://bit.ly/3Gk90LH
Verder is ook bij Brabants Erfgoed uiteraard het een en ander te vinden, waaronder https://bit.ly/3hTLxYp
Verder heeft Frans Gooskens wel eens wat geschreven: https://bit.ly/3C3WSvN
Als je hulp nodig hebt met het in contact brengen met die mensen, laat het me even weten.
Vriendelijke groeten, Léon Krijnen