Waar we ook zijn op de wereld, we lopen graag een kerk, een kathedraal, een sjoel, een moskee, een kapel of god weet wat voor godshuis binnen. Je kan er van alles leren, en je gaat altijd verrijkt naar buiten.
En dan maar meteen – niet omdat ik er snel terecht hoop te komen – als het er is, een rondje het aanpalend kerkhof. Ik kan iedereen ter loutering wekelijks een bezoek aan een willekeurig kerkhof aanraden. Zeer stimulerend ter zelfreflectie, verbeterend alle denkbare filosofische en praktische perspectieven.
Een aantal keren per jaar kom ik met veel plezier, in het mooie Land van Maas en Waal. In Dreumel liggen de vaderlijke roots van mijn betere wederhelft, en het grootvaderlijk huis pal tegen de zuiddijk van de Waal is nog steeds in de familie.
Een tijdje geleden waren we iets te vroeg voor het feest, dus eerst maar weer eens een rondje Dreumel, Wamel en Beneden Leeuwen gedaan. Gaat nooit vervelen, en meteen het kerkhof in Dreumel meegepikt. We zijn daar al vaker bij begrafenissen op de begraafplaats naast de kerk geweest (voor de borrel in Zaal Centrum aan de overkant, nu ineens een mooi eetcafé), maar dan loop je mee met de rouwstoet mee en kun je niet al te opzichtig nieuwsgierig links en rechts lopen kijken.
Daarom hadden we tot zaterdag deze steen vlak voorbij de ingang nooit gezien. Enorme steen, intrigerende tekst: ‘Hier rusten tot het opstaan uit de doden Antoon F. M. v. d. Berg (35) en zijn neefjes Jan, Sjaak, Ton, Theo en Stannie van de Berg, 10, 9, 6, 5 en 4 jaar oud, 19 april 1959.
Ik betrapte er mezelf op dat ik anno 2014 in eerste instantie aan een relationeel drama dacht, maar een brand leek me een betere optie.
Wim, een Dreumelaar die alles van Dreumel weet, verteld ons en uur later het droeve verhaal van oom Antoon die op zondag 19 april 1959 (‘op mijn verjaardag’, zei Wim) in Bergharen, een paar kilometer voor Dreumel, met zijn auto een zijn vijf kleine neefjes in het water belandde, met noodlottig gevolg.